NJ 1998, 660
Bijzondere zorgplicht bank bij optiehandel cliënten
HR 26-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2686, m.nt. C.J. van Zeben (Van de Klundert/Rabobank)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 1998
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann
- Zaaknummer
16621
C97/100
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
C.J. van Zeben
- LJN
ZC2686
- Roepnaam
Van de Klundert/Rabobank
- JCDI
JCDI:ADS63326:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2686, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑1998
- Wetingang
BW art. 6:74; BW art. 6:162; BW art. 6:248; Rv (oud) art. 332; Rv (oud) art. 347
Essentie
Bijzondere zorgplicht bank bij optiehandel cliënten.
Bank die bij handel in opties bemiddeling verleent is jegens particuliere cliënten tot bijzondere zorgplicht gehouden als professionele en bij uitstek deskundig te achten dienstverlener. Omvang zorgplicht hangt af van omstandigheden geval. Art. 31f en 31 m Reglement voor de handel van de EOE die de bank verplichten toe te zien op naleving margeverplichtingen, strekken mede ter bescherming belangen van cliënt.
Samenvatting
Onderhavig geschil betreft de vraag of de bank aansprakelijk kan worden gesteld voor het feit dat voor haar cliënt als gevolg van optietransacties (geschreven opties waarvoor de margeverplichting niet in acht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.