Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 1.3b.2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Onverminderd artikel 24o, eerste en tweede lid, van de wet bevat de aanvraag voor een startvergunning aardwarmte:
- a.
de gegevens, bedoeld in artikel 1.3b.1, eerste lid en tweede lid, onderdelen d en f;
- b.
een beschrijving van de lokale geologie.
2.
De aanvrager verstrekt bij de aanvraag voorts:
- a.
een beschrijving van de opbouw en plaats van het beoogde reservoirinterval met een samenvatting van de bijbehorende geologische, geofysische en petrofysische studies;
- b.
een beschrijving van de verwachte temperatuur, druk, porositeit, mate van doorlaatbaarheid, het zoutgehalte en de afsluitende aardlagen van het beoogde reservoirinterval;
- c.
een opgave van de naam, functie en beoogde plaats binnen het aangevraagde gebied van de putten die zullen worden gebruikt voor de opsporing en winning van aardwarmte;
- d.
een beschrijving van het beoogde aantal vollasturen van de beoogde putten en een onderbouwing daarvan;
- e.
een beschrijving van de verwachte gemiddelde en maximale injectiedruk aan de oppervlakte en in het beoogde reservoirinterval per reservoirlaag, de verwachte gemiddelde en minimale injectietemperatuur en het verwachte gemiddelde en maximale debiet tijdens de winning;
- f.
een beschrijving en onderbouwing van de mate van afkoeling en de verwachte maximale afkoelingsgraad van de invloedssfeer, en de verwachte temperatuurdistributie in de beoogde reservoirlagen aan het eind van de winning gebaseerd op het beoogde gemiddelde en maximale debiet;
- g.
een beschrijving en onderbouwing van de verwachte interferentie met andere mijnbouwactiviteiten ten aanzien van de temperatuur en de druk in de beoogde reservoirlagen aan de hand van de verwachte temperatuurdistributie en drukdistributie in de beoogde reservoirlagen aan het eind van de winning gebaseerd op het beoogde gemiddelde en maximale debiet;
- h.
een op een geomechanische analyse gebaseerde onderbouwing waaruit blijkt of de integriteit van de afsluitende aardlagen is gewaarborgd aan de hand van de uiterste waarden van de productieparameters;
- i.
een beschrijving van de kenmerkende gegevens, maximale hoeveelheid en de concentratie van de hulpstoffen die worden gebruikt bij de opsporing en winning van aardwarmte;
- j.
een beschrijving van het putontwerp inclusief een figuur daarvan en van het beheerssysteem en beheersplan voor de putintegriteit die voldoen aan artikel 8.3.5.1;
- k.
indien het ontwerp van de put geen dubbele verbuizing ter hoogte van zoet- en brakwaterlagen bevat, een onderbouwing waaruit blijkt dat het ontwerp de putintegriteit ten minste even goed borgt als een dubbele verbuizing;
- l.
een beschrijving van de verwachte hoeveelheid delfstoffen die meekomen met de opsporing en winning van aardwarmte en wat met deze delfstoffen zal worden gedaan;
- m.
een meerjarenprogramma waarin de te verrichten opsporings- en winningsactiviteiten worden beschreven, alsmede de technieken die daarbij worden gebruikt;
- n.
een beschrijving en een cijfermatige onderbouwing van de verwachte opbrengsten van de winning van aardwarmte gedurende de verwachte looptijd van het project;
- o.
een beschrijving en een cijfermatige onderbouwing van de verwachte kosten gedurende de verwachte looptijd van het project en een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager voornemens is deze kosten te financieren, uitgesplitst per projectfase ten aanzien van de kosten voor in elk geval:
- 1°
de te verrichten opsporings- en winningsactiviteiten die zijn opgenomen in het meerjarenprogramma, bedoeld in onderdeel m;
- 2°
investeringen en afschrijvingen;
- 3°
onderhoud, vervangingsinvesteringen en bedrijfsvoering;
- 4°
het buiten gebruik stellen van een boorgat en het verwijderen van het mijnbouwwerk;
- 5°
de bij de opsporing en winning behorende aansprakelijkheden;
- 6°
rentelasten en belastingen;
- 7°
onvoorziene omstandigheden;
- p.
de voor de ramingen, bedoeld in artikel 29v van het besluit, benodigde gegevens vergezeld van een cijfermatige onderbouwing en toelichting en de beoogde vorm van financiële zekerheid die zal worden gesteld, indien de aanvraag betrekking heeft op aardlagen die zich geheel of gedeeltelijk bevinden onder een gebied dat is aangewezen voor de winning van drinkwater uit grondwater.
3.
De aanvrager verstrekt bij de aanvraag ten aanzien van de bodembeweging:
- a.
een beschrijving van de verwachte mate van bodemdaling aan het einde van de winning waaruit de verwachte bodemdaling als gevolg van de voorgenomen opsporing en winning afzonderlijk en de cumulatieve bodemdaling in verband met andere mijnbouwactiviteiten blijkt;
- b.
een kaart waarop de bodemdalingscontouren als gevolg van de voorgenomen opsporing en winning met betrekking tot het aangevraagde gebied, de door de provinciale staten op grond van artikel 1.2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer met het oog op de waterwinning aangewezen gebieden, en de Natura 2000-gebieden, bedoeld in artikel 1.1. van de Wet natuurbescherming, zijn aangegeven;
- c.
een onderbouwing van de kans op schade door bodemdaling als gevolg van de voorgenomen opsporing en winning aan gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan en aan natuur en milieu en een beschrijving van de omvang en aard daarvan;
- d.
een seismische dreigings- en risicoanalyse van de bodemtrilling als gevolg van de voorgenomen opsporing en winning waarbij de natuurlijke bodemtrilling en de interferentie met andere mijnbouwactiviteiten worden meegenomen, en waaruit blijkt of aan de norm, bedoeld in artikel 29p, eerste lid, onderdeel a, van het besluit, is voldaan;
- e.
een onderbouwing van de kans op schade door bodemtrilling als gevolg van de voorgenomen opsporing en winning aan gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan en aan natuur en milieu en een beschrijving van de omvang en aard daarvan;
- f.
een beschrijving van de wijze van monitoring van bodemtrilling;
- g.
het seismisch risicobeheersplan waarin de wijze van handelen bij het optreden van bodemtrilling wordt beschreven, welke drempelwaarden worden gehanteerd voor het nemen van maatregelen en welke maatregelen in dat geval worden genomen.
4.
De aanvrager vermeldt in de aanvraag de bron, de wijze van interpretatie en de daarbij gehanteerde onzekerheidsanalyses, voor zover van toepassing, van de gegevens, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid.
5.
De aanvrager verstrekt bij de aanvraag een figuur van de dwarsdoorsnede van de ondergrond welke een weergave bevat van de plaats en wijze waarop het formatiewater in en uit de verbuizing treedt en van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdeel a, en artikel 1.3b.1, eerste lid, onderdelen a, b en c, en tweede lid, onderdeel e.
6.
Artikel 1.3b.1, vijfde lid, is overeenkomstig van toepassing op de gegevens, bedoeld in bijlage 1a en 2a.