Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 1.3b.1
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 11690 (uitgifte: 25-04-2023, regelingnummer: WJZ/ 26266335)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Onverminderd artikel 24e, eerste lid, van de wet bevat de aanvraag voor een toewijzing zoekgebied aardwarmte:
- a.
de ligging en oppervlakte van het aangevraagde gebied;
- b.
een beschrijving van de door de provinciale staten op grond van artikel 1.2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer met het oog op de waterwinning aangewezen gebieden, uitgesplitst naar type gebied en de Natura 2000-gebieden, bedoeld in artikel 1.1. van de Wet natuurbescherming, binnen het aangevraagde gebied;
- c.
een beschrijving van de mijnbouwactiviteiten die reeds worden uitgevoerd of waartoe kenbare voornemens bestaan die mogelijk kunnen interfereren met de door de aanvrager voorgenomen opsporing en winning van aardwarmte, de aardlagen waarin die andere mijnbouwactiviteiten plaatsvinden of plaats zullen vinden, en de plaats van reeds aanwezige putten, zowel operationeel als buiten gebruik of buiten werking;
- d.
een beschrijving van de eerder voorgekomen natuurlijke en geïnduceerde seismiciteit;
- e.
een beschrijving van de breuken en de plaats daarvan;
- f.
een beschrijving van de geohydrologische status van het aangevraagde gebied;
- g.
een beschrijving van de hoeveelheid potentieel winbare warmte in het aangevraagde gebied, uitgedrukt in petajoule;
- h.
een beschrijving van het potentieel vermogen dat in het aangevraagde gebied kan worden bereikt, bij een waarschijnlijkheid van 50 procent en 90 procent, uitgedrukt in megawatt, een onderbouwing daarvan, en een vermogensverwachtingscurve;
- i.
een beschrijving van het doel, de omvang, uitgedrukt in petajoule, en de temperatuur van de voorgenomen afzet van warmte;
- j.
het plan voor de wijze waarop de aanvrager voornemens is te communiceren met de betrokkenen in de omgeving waar de mijnbouwactiviteiten zullen plaatsvinden;
- k.
de gegevens, opgenomen in bijlage 1a;
- l.
andere gegevens die de aanvrager heeft gebruikt bij de onderbouwing van de aanvraag.
2.
De aanvrager verstrekt bij de aanvraag voorts:
- a.
een beschrijving van de regionale geologie;
- b.
de verkenningsonderzoeken die de aanvrager voornemens is uit te voeren en het daarbij behorende tijdschema;
- c.
een opgave van het beoogde aantal putten;
- d.
een beschrijving van de manier waarop de aanvraag past binnen provinciale of gemeentelijke beleidsplannen ten aanzien van aardwarmte voor het aangevraagde gebied;
- e.
een kopie van verklaringen van of overeenkomsten met de beoogde afnemers van de warmte waaruit de intentie blijkt om warmte af te nemen;
- f.
de gegevens, bedoeld in bijlage 2a.
3.
De aanvrager vermeldt in de aanvraag de bron van de gegevens, bedoeld in het eerste lid en tweede lid, onderdeel a.
4.
De aanvrager verstrekt bij de aanvraag een figuur van de dwarsdoorsnede van de ondergrond die een weergave bevat van de aardlagen waar de aanvraag betrekking op heeft, en van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, en tweede lid, onderdeel a.
5.
Indien de aanvraag wordt ingediend door meerdere aanvragers gezamenlijk, worden de in het eerste lid, onderdeel k, en tweede lid, onderdeel f, bedoelde gegevens ten aanzien van iedere aanvrager afzonderlijk verstrekt. Tevens wordt aangegeven onder welke voorwaarden de samenwerking tussen de aanvragers plaatsvindt.