Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/56/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie)
Artikel 19 Raadpleging van het publiek en informatie
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2008
- Bronpublicatie:
17-06-2008, PbEU 2008, L 164 (uitgifte: 25-06-2008, regelingnummer: 2008/56/EG)
- Inwerkingtreding
15-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2008, PbEU 2008, L 164 (uitgifte: 25-06-2008, regelingnummer: 2008/56/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Overeenkomstig de toepasselijke Gemeenschapswetgeving zorgen de lidstaten ervoor dat alle betrokken partijen tijdig en daadwerkelijk de kans krijgen om aan de uitvoering van deze richtlijn deel te nemen, en dat hierbij waar mogelijk bestaande beheersorganisaties of structuren, waaronder regionale zeeverdragen, wetenschappelijke adviesorganen en regionale adviesraden worden betrokken.
2.
De lidstaten maken een samenvatting van de volgende elementen van hun mariene strategieën c.q. de actualiseringen daarvan, bekend aan het publiek en bieden het de gelegenheid om commentaar te geven:
- a)
de initiële beoordeling en de vaststelling van de goede milieutoestand overeenkomstig artikel 8, lid 1, respectievelijk artikel 9, lid 1;
- b)
de overeenkomstig artikel 10, lid 1, vastgestelde milieudoelen;
- c)
de overeenkomstig artikel 11, lid 1, vastgestelde monitoringprogramma's;
- d)
de overeenkomstig artikel 13, lid 2, vastgestelde programma's van maatregelen.
3.
Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie (1) is van toepassing wat betreft de toegang tot milieu-informatie.
Overeenkomstig Richtlijn 2007/2/EG verlenen de lidstaten de Commissie voor het uitvoeren van haar taken in verband met deze richtlijn, met name met het oog op de in artikel 20, lid 3, onder b), bedoelde herziening van de toestand van het mariene milieu in de Gemeenschap, toegangs- en gebruiksrechten met betrekking tot die gegevens en informatie die afkomstig zijn van de krachtens artikel 8 verrichte initiële beoordelingen en van de krachtens artikel 11 opgestelde monitoringprogramma's.
Uiterlijk zes maanden nadat de gegevens en informatie afkomstig van de krachtens artikel 8 verrichte initiële beoordelingen en van de krachtens artikel 11 opgestelde monitoringprogramma's beschikbaar zijn, worden deze gegevens en informatie ook beschikbaar gesteld aan het Europees Milieuagentschap ter uitvoering van zijn taken.
Voetnoten
PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.