JWB 2016/413
Burgerlijk(proces)recht
HR 18-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2623
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 november 2016
- Zaaknummer
15/02237
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2623, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:882, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2015
- Wetingang
Art. 3:324 BW
Essentie
Burgerlijk(proces)recht
Samenvatting
Casus
De zaak ziet op het betalen van wettelijke rente over een schadevergoeding die is opgelegd nadat onteigende grond diende te worden teruggegeven hetgeen inmiddels onmogelijk was gemaakt.
Rechtsvraag
Is de verplichting tot het betalen van de wettelijke rente verjaard?
Beslissing
De Hoge raad overweegt dat artikel 3:324 lid 3 BW van toepassing is op hetgeen ‘ingevolge de uitspraak’ bij het jaar of kortere termijn moet worden betaald. Wettelijke rente valt daaronder. De omstandigheid dat de periodieke betalingsverplichting nog onbepaald is, doet daaraan niet af. Anders zou de schuldenaar het risico lopen dat het te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.