NJ 2013/531
Omvang appel en intrekking daarvan.
HR 28-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2709, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2011
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
09/04216
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BP2709
- JCDI
JCDI:ADS127717:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2709, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Sinds invoering Wet stroomlijning hoger beroep is intrekking van appel niet mogelijk nadat de behandeling in appel een aanvang heeft genomen door het doen uitroepen van de zaak. Art. 416, tweede en derde lid, Sv geeft de appelrechter de mogelijkheid om in geval een wens tot ‘intrekking’ van het hoger beroep wordt geuit na aanvang van de behandeling in hoger beroep, de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep uit te spreken.
Samenvatting
Het huidige wettelijke systeem komt hierop neer dat de partijen in geval van gevoegde zaken als bedoeld in art. 407, tweede lid, Sv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.