Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Curaçao]
Artikel 6A [Beperking renteaftrek]
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Curaçao. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2010 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 87 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 2 van de Eilandsverordening vaststelling diverse landsverordeningen Curaçao tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Bij het bepalen van de winst komen mede niet in aftrek renten — kosten en valutaresultaten daaronder begrepen — ter zake van geldleningen verschuldigd aan een tot hetzelfde concern behorend lichaam voor zover de geldlening verband houdt met één van de volgende rechtshandelingen:
- a.
een winstuitdeling of een teruggaaf van gestort kapitaal door de belastingplichtige;
- b.
een verwerving van —daaronder begrepen storting op — aandelen, bewijzen van deelgerechtigdheid of lidmaatschapsrechten in een reeds tot hetzelfde concern behorend lichaam dat gevestigd is in een van de andere landen van het Koninkrijk dan wel een land waarmee de Nederlandse Antillen een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten, behoudens voor zover een wijziging wordt aangebracht in het uiteindelijke belang dan wel de uiteindelijke zeggenschap in dat lichaam;
- c.
een kapitaalstorting of een andere vorm van aanwending van vermogen door de belastingplichtige in het lichaam aan welk de geldlening verschuldigd is.
2.
Het eerste lid vindt geen toepassing indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat:
- a.
aan de schuldverhouding in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen; of
- b.
degene aan wie de rente is verschuldigd onderworpen is aan een belasting naar de winst of het inkomen welke naar Nederlands-Antilliaanse maatstaven redelijk is.
3.
Schuldverhoudingen waarop dit artikel van toepassing is, worden bij de toepassing van artikel 6, tweede lid, onderdeel d, buiten beschouwing gelaten.
4.
Het bepaalde in dit artikel is slechts van toepassing op schuldverhoudingen die op of na het laatste van de volgende tijdstippen zijn ontstaan:
- a.
1 januari 2001;
- b.
het tijdstip waarop de belastingplicht hier te lande een aanvang neemt;
- c.
het tijdstip waarop de Landsverordening op de Winstbelasting 1940, zoals deze luidde op 31 december 1999, ingevolge artikel VI van de Landsverordening van de 29ste december 1999 tot wijziging van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58), ophoudt op de belastingplichtige van toepassing te zijn.