Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 3.21 (geluidgevoelige gebouwen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een geluidgevoelig gebouw is een gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
- a.
woonfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan;
- b.
onderwijsfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan;
- c.
gezondheidszorgfunctie met bedgebied en nevengebruiksfuncties daarvan; of
- d.
bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied en nevengebruiksfuncties daarvan.
2.
Het eerste lid geldt niet voor een gedeelte van een gebouw als het omgevingsplan in dat gedeelte van het gebouw geen geluidgevoelige ruimten toelaat, tenzij het gebouw een woonschip of woonwagen is.
3.
Onder een geluidgevoelig gebouw wordt ook verstaan een geluidgevoelig gebouw dat nog niet aanwezig is, maar op grond van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit mag worden gebouwd.