Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht
Einde inhoudsopgave
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/1.3:1.3 Resultaat van het onderzoek
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/1.3
1.3 Resultaat van het onderzoek
Documentgegevens:
A.J.M. Klein Wassink, datum 14-05-2012
- Datum
14-05-2012
- Auteur
A.J.M. Klein Wassink
- JCDI
JCDI:ADS598521:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit het onderzoek blijkt dat wie een besluit aan de rechter wil voorleggen, dat op verschillende manieren kan doen. De eerste mogelijkheid is een besluit ter toetsing aan de rechter voor te leggen op grond van art. 2:14 en 15 BW. Daarnaast zijn er andere mogelijkheden zoals het enquêterecht en de mogelijke onrechtmatigheid van een besluit. De verschillende mogelijkheden staan naast elkaar. Er is niet één, de andere mogelijkheden uitsluitende, procedure waarin alle beslissingen van organen van rechtspersonen en ongeacht de vraag of zij op rechtsgevolg gericht zijn, getoetst kunnen worden. Het begrip besluit wordt niet in alle besproken regelingen op dezelfde manier ingevuld. Dat heeft gevolgen voor het bereik van de regelingen. Per regeling wordt een ander begrip belanghebbende gehanteerd. Voor de beoordeling worden in de verschillende regelingen verschillende maatstaven gehanteerd. De maatregelen die de rechter ter beschikking staan, zijn per regeling verschillend. De klassieke maatregelen, het constateren van de nietigheid of de vernietiging van een besluit, zijn niet altijd adequaat. Soms is een besluit aanleiding voor een procedure bij de rechter maar gaat daar achter een klassiek geval van misbruik van meerderheidsmacht, onvolledige inzage in de financiële en ander bescheiden van de rechtspersoon of een andere onvolkomenheid schuil, waardoor een sfeer van wantrouwen is ontstaan. In zulke situaties schieten de nietigheid en de vernietiging van besluiten als maatregel voor de oplossing van een conflict te kort. Voor een voorlopige voorziening zijn de betrokkenen die op grond van art. 2:14 of 15 BW tegen een ongewenst besluit optreden, aangewezen op de kortgedingprocedure. In het enquêterecht en ook in de WOR is de mogelijkheid tot het treffen van een onmiddellijke voorziening in de regeling zelf opgenomen.
De ontwikkeling van het samenstel van regelingen voor de toetsing van besluiten in boek 2 BW en diens voorlopers moet als eerder opgemerkt, gezien worden tegen de achtergrond van de bescherming van de minderheid van de aandeelhouders tegen de willekeur van de meerderheid. In de ontwerpen die vooraf gegaan zijn aan het WvK was dat aspect in meerdere of mindere mate steeds aanwezig. De mate van bescherming van de minderheid van de aandeelhouders gaat op en neer met de mate van overheidstoezicht bij de oprichting van een vennootschap. Was er veel overheidstoezicht, dan was er minder noodzaak tot het treffen van een gedetailleerde regeling ter bescherming van de minderheid van de aandeelhouders. Was er minder toezicht van de overheid, dan was er meer noodzaak voor een regeling die de minderheid van de aandeelhouders bescherming kon bieden. Nog steeds zijn in boek 2 BW verschillende mechanismen te vinden waarop minderheidsaandeelhouders een beroep kunnen doen: de algemene regeling voor de toetsing van besluiten, art. 2:13-16 BW, de geschillenregeling en het enquêterecht. Als de voorstellen voor het flexibiliseren van het bv-recht worden ingevoerd, zullen aandeelhouders, meer dan tot nu toe, de mogelijkheid krijgen hun eigen stempel te drukken op hun samenwerkingsverband. In de memorie van toelichting bij het desbetreffende wetsvoorstel wordt — niet voor niets — gewezen op het belang van een goede bescherming van de minderheid van de aandeelhouders. In hoofdstuk 8 heb ik mijn bedenkingen tegen de huidige manier van toetsen van besluiten geformuleerd en heb ik voorstellen gedaan om binnen de bestaande regelingen gesignaleerde knelpunten op te lossen. Het aanbrengen van de voorgestelde verbeteringen neemt echter niet al mijn bezwaren weg.