Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht
Einde inhoudsopgave
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/1.4:1.4 Voorstel voor een andere benadering van de toetsing van besluiten
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/1.4
1.4 Voorstel voor een andere benadering van de toetsing van besluiten
Documentgegevens:
A.J.M. Klein Wassink, datum 14-05-2012
- Datum
14-05-2012
- Auteur
A.J.M. Klein Wassink
- JCDI
JCDI:ADS593858:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naar aanleiding van de bevindingen uit het onderzoek heb ik gedachten ontwikkeld om te komen tot een meer samenhangende regeling van de toetsing van beslissingen van organen van rechtspersonen. In grote lijnen komt mijn voorstel op het volgende neer. Wie een rechtens te respecteren belang heeft bij de naleving van wettelijke, statutaire, reglementaire of uit jurisprudentie voortvloeiende regels ter zake van de wijze van totstandkoming of inhoud van een beslissing van een orgaan van een rechtspersoon, moet, indien naar aanleiding daarvan een geschil ontstaat, die beslissing aan de rechter kunnen voorleggen. Als een besluit aan de rechter wordt voorgelegd, moet diens beslissing kunnen bijdragen aan een adequate beslechting van het tussen de betrokkenen gerezen geschil. In mijn voorstel wordt het begrip besluit niet langer beperkt tot besluiten in de zin van art. 2:13-16 BW. Zowel besluiten die op rechtsgevolg gericht zijn als beslissingen die niet op rechtsgevolg gericht zijn, moeten getoetst kunnen worden. In de door de rechter te hanteren maatstaf voor de beoordeling van het besluit dient ruimte te zijn voor de beoordeling van de wijze van totstandkoming en de inhoud van de beslissing. De rechter zal bij het treffen van maatregelen over andere mogelijkheden moeten kunnen beschikken dan nu het geval is. Vooruitlopend op het oordeel van de rechter moeten zo nodig voorlopige voorzieningen getroffen kunnen worden. Dit alles zal onderdeel zijn van de in het rechtspersonenrecht opgenomen regeling voor de toetsing van besluiten. Ten slotte dient de regeling aan te sluiten bij het vermogensrecht waarvan het rechtspersonenrecht deel uitmaakt. In het slothoofdstuk van deze dissertatie zal ik deze gedachten uitwerken en suggesties voor de vormgeving daarvan doen.
Het onderzoek is afgesloten per 31 maart 2012. Na deze datum verschenen literatuur en rechtspraak zijn bij uitzondering verwerkt.