Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/633 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen
Artikel 12 Evaluatie
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/633)
- Inwerkingtreding
30-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/633)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
1.
Uiterlijk op 1 november 2025 verricht de Commissie de eerste evaluatie van deze richtlijn en brengt zij aan het Europees Parlement, aan de Raad, alsmede aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's verslag uit over de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. Dat verslag gaat indien passend vergezeld van wetgevingsvoorstellen.
2.
Die evaluatie beoordeelt ten minste:
- a)
de doeltreffendheid van de op nationaal niveau ingevoerde maatregelen ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen;
- b)
de doeltreffendheid van de samenwerking tussen bevoegde handhavingsautoriteiten en brengt, in voorkomend geval, manieren in kaart om die samenwerking te verbeteren.
3.
De Commissie baseert het in lid 1 bedoelde verslag op de in artikel 10, lid 2, bedoelde jaarverslagen. Indien nodig kan de Commissie de lidstaten om aanvullende informatie verzoeken over onder meer de doeltreffendheid van de op nationaal niveau ingevoerde maatregelen en de doeltreffendheid van de samenwerking en wederzijdse bijstand.
4.
Uiterlijk op 1 november 2021 dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad, alsmede bij het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, een tussentijds verslag in over de stand van de omzetting en de uitvoering van deze richtlijn.