Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/633 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen
Artikel 8 Samenwerking tussen de handhavingsautoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/633)
- Inwerkingtreding
30-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 111 (uitgifte: 25-04-2019, regelingnummer: 2019/633)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de handhavingsautoriteiten op doeltreffende wijze met elkaar en met de Commissie samenwerken en dat zij elkaar wederzijdse bijstand verlenen bij onderzoeken met een grensoverschrijdende dimensie.
2.
De handhavingsautoriteiten komen ten minste eenmaal per jaar bijeen om op basis van de in artikel 10, lid 2, bedoelde jaarlijkse verslagen van gedachten te wisselen over de toepassing van deze richtlijn. De handhavingsautoriteiten wisselen van gedachten over beste praktijken, nieuwe gevallen en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen, en wisselen informatie uit over met name de uitvoeringsmaatregelen die zij overeenkomstig deze richtlijn hebben vastgesteld, en over hun handhavingspraktijken. De handhavingsautoriteiten kunnen aanbevelingen vaststellen om de consistente toepassing van deze richtlijn te bevorderen en de handhaving te verbeteren. De Commissie faciliteert die vergaderingen.
3.
De Commissie creëert en beheert een website die informatie-uitwisseling tussen de handhavingsautoriteiten en de Commissie mogelijk maakt, met name in verband met de jaarlijkse vergaderingen. De Commissie creëert een openbare website met de contactgegevens van de aangewezen handhavingsautoriteiten en met links naar websites van nationale handhavingsautoriteiten of andere autoriteiten van de lidstaten, die informatie verstrekken over de in artikel 13, lid 1, bedoelde maatregelen tot omzetting van deze richtlijn.