Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1041
Prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU op verzoek van Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 20 april 2010.
HvJ EU 01-07-2010, ECLI:EU:C:2010:400 (Doris Povse/Mauro Alpago)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
1 juli 2010
- Magistraten
K. Lenaerts, R. Silva de Lapuerta, E. Juhász, J. Malenovský, D. Šváby
- Zaaknummer
C-211/10 PPU
- Conclusie
A-G E. Sharpston
- LJN
BN0856
- Roepnaam
Doris Povse/Mauro Alpago
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2010:400, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 01‑07‑2010
- Wetingang
Essentie
Doris Povse tegen Mauro Alpago.
Prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU op verzoek van Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 20 april 2010.
Prejudiciële spoedprocedure. Verordening Brussel II bis. Ongeoorloofde overbrenging van kind. Voorlopige maatregelen ten aanzien van ‘ouderlijke beslissingsbevoegdheid’. Gezagsrecht. Beslissing die terugkeer van kind met zich brengt. Tenuitvoerlegging. Bevoegdheid.
1. Art. 10, sub b-iv, van verordening (EG) 2201/2003 moet aldus worden uitgelegd dat een voorlopige voorziening geen ‘gezagsbeslissing die niet de terugkeer van het kind met zich brengt’ in de zin van deze bepaling vormt en niet de basis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.