De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/10.1.11:10.1.11 Het motiveren van de veroordeling
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/10.1.11
10.1.11 Het motiveren van de veroordeling
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS374329:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naar huidig recht bestaat wat de dwangsom betreft een plicht tot motiveren als het debat van partijen daartoe aanleiding geeft. Een werkelijk inzicht in de factoren die de rechter tot de vaststelling van een bepaalde dwangsomveroordeling brengen, kan moeilijk worden verkregen, maar een aantal belangrijke factoren werden in hoofdstuk 9 behandeld. In de zoektocht naar 'de pijngrens van gedaagde' zijn in ieder geval wat beide partijen betreft relevant (i) het belang bij de prestatie (zowel aard als hoegrootheid), en voor wat betreft de gedaagde voorts (ii) zijn vermogenspositie en (iii) hoedanigheid. Daarenboven speelt de 'pakkans' een rol. Ook bijzondere indicaties met betrekking tot de te verwachten weerstand, een eventuele afwentelingsmogelijkheid op derden en een tussen partijen overeengekomen boetebeding kunnen op de beslissing met betrekking tot de dwangsomveroordeling van invloed zijn. De rechter dient - al is hij daartoe niet krachtens enige wettelijke bepaling verplicht - zich er rekenschap van te geven dat een zeker evenwicht tussen de wederzijdse belangen moet bestaan.