Einde inhoudsopgave
Regeling beslagvrije voet
Artikel 3 Ondersteuning bij de vaststelling van de beslagvrije voet
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
25-11-2020, Stcrt. 2020, 62980 (uitgifte: 08-12-2020, regelingnummer: 2020-0000159922)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, Stcrt. 2020, 62980 (uitgifte: 08-12-2020, regelingnummer: 2020-0000159922)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
De Stichting Inlichtingenbureau en het UWV dragen als verwerkers gezamenlijk zorg voor de inrichting en het beheer van de door Onze Minister geboden ondersteuning, bedoeld in artikel 8 van het Besluit beslagvrije voet.
2.
Op het gebruik van de ondersteuning door Onze Minister zijn de aansluit- en gebruiksvoorwaarden van toepassing, bedoeld in bijlage 3 van deze regeling.
3.
Onze Minister verwijdert de berekening en de daaraan ten grondslag liggende gegevens terstond na het verstrekken daarvan.
4.
Onze Minister registreert over elk verzoek om ondersteuning welke partij het heeft ingediend, op welk tijdstip en op wie het verzoek betrekking heeft, en bewaart deze gegevens maximaal achttien maanden.
5.
Bij een inbreuk in verband met persoonsgegevens, of een vermoeden ervan, bij de uitvoering van de ondersteuning, verleent elke betrokken verwerker onverwijld alle noodzakelijke bijstand aan het onderzoek van Onze Minister ter nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de Algemene verordening gegevensbescherming.
6.
Bij oneigenlijk gebruik van de ondersteuning, of het vermoeden daarvan, kan Onze Minister een onderzoek instellen naar het gebruik door de aangesloten partij. Indien wordt geconstateerd dat deze partij zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, zendt Onze Minister een schriftelijke waarschuwing met de verplichting om binnen zes weken het verzuim te herstellen. De aansluiting wordt beëindigd, indien:
- a.
deze verplichting onvoldoende wordt nagekomen binnen de verzuimhersteltermijn; of
- b.
de overtreding naar het oordeel van Onze Minister tot ernstige schade of een ernstige inbreuk in verband met persoonsgegevens leidt of heeft geleid.
7.
De volgende partijen kunnen gebruikmaken van de ondersteuning, bedoeld in het eerste lid:
- a.
het Centraal Justitieel Incassobureau;
- b.
het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen;
- c.
de Sociale verzekeringsbank, bedoeld in artikel 1 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
- d.
het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;
- e.
de colleges van burgemeester en wethouders;
- f.
de ambtenaren, genoemd in artikel 231, tweede lid, onder c en e, van de Gemeentewet;
- g.
de ambtenaren, genoemd in artikel 123, derde lid, onder c en e, van de Waterschapswet; en
- h.
gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.
8.
De volgende partijen kunnen gebruikmaken van de ondersteuning door de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, bedoeld in artikel 9 van het Besluit beslagvrije voet:
- a.
de gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders, opgenomen in het register, genoemd in artikel 1a van de Gerechtsdeurwaarderswet;
- b.
de colleges van burgemeester en wethouders;
- c.
de ambtenaren, genoemd in artikel 231, tweede lid, onder c en e, van de Gemeentewet;
- d.
de ambtenaren, genoemd in artikel 123, derde lid, onder c en e, van de Waterschapswet; en
- e.
gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.