Einde inhoudsopgave
Waterschapswet
Artikel 123 [Begrips- en vertaalbepalingen. Toepassing AWR en IW 1990]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
21-02-2018, Stb. 2018, 75 (uitgifte: 16-03-2018, kamerstukken: 34753)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2018, Stb. 2018, 99 (uitgifte: 12-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingen van lagere overheden / Waterschapsbelastingen
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a.
waterschapsbelastingen: de belastingen die het waterschap heft, bedoeld in artikel 113;
- b.
Algemene wet: Algemene wet inzake rijksbelastingen;
- c.
heffing op andere wijze: heffing op andere wijze dan bij wege van aanslag of bij wege van voldoening op aangifte.
2.
Onverminderd het overigens in dit hoofdstuk bepaalde geschieden de heffing en de invordering van waterschapsbelastingen met toepassing van de Algemene wet, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen als waren die belastingen rijksbelastingen.
3.
Onverminderd het overigens in dit hoofdstuk bepaalde, gelden de bevoegdheden en verplichtingen van de hierna vermelde, in de Algemene wet, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen genoemde functionarissen, met betrekking tot de waterschapsbelastingen voor de daarachter genoemde colleges of functionarissen:
- a.
Onze Minister van Financiën, het bestuur van 's Rijksbelastingen en de directeur: het dagelijks bestuur;
- b.
de inspecteur: de daartoe aangewezen ambtenaar van het waterschap;
- c.
de ontvanger of een inzake rijksbelastingen bevoegde ontvanger: de ambtenaar van het waterschap, belast met de invordering van waterschapsbelastingen;
- d.
de ambtenaren van de rijksbelastingdienst: de ambtenaren van het waterschap, belast met de heffing of de invordering van waterschapsbelastingen;
- e.
belastingdeurwaarder: de daartoe door het dagelijks bestuur aangewezen ambtenaar van het waterschap, dan wel een als belastingdeurwaarder van het waterschap aangewezen gerechtsdeurwaarder, bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet;
- f.
de Tweede Kamer der Staten-Generaal of de Tweede Kamer: het algemeen bestuur.
4.
Onverminderd het overigens in dit hoofdstuk bepaalde wordt met betrekking tot waterschapsbelastingen in de Algemene wet en in de Invorderingswet 1990 voor algemene maatregel van bestuur en voor ministeriële regeling gelezen: besluit van het dagelijks bestuur.
5.
Met betrekking tot waterschapsbelastingen wordt in artikel 24 van de Invorderingswet 1990 voor ‘de Staat’ gelezen: het waterschap.
6.
Indien een Commissiebesluit als bedoeld in artikel 1 van de Wet terugvordering staatssteun verplicht tot terugvordering van staatssteun en die staatssteun voortvloeit uit een waterschapsbelasting als bedoeld in hoofdstuk XVI van deze wet, wordt deze staatssteun op dezelfde wijze teruggevorderd als staatssteun die voortvloeit uit de toepassing van een belastingwet als bedoeld in artikel 20a van de Algemene wet.