NJB 2023/1172
Opheffing van een vereffening. Bescheiden. Hoge Raad: 1. Aanvang geding. Het geding vangt aan met de voordracht van de rechter-commissaris tot opheffing van de vereffening. 2. Bevel overlegging bescheiden. In elke stand van het geding kan de rechter een partij bevelen bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden over te leggen.
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:662
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00680
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:662, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2022
- Wetingang
(art. 4:209 BW; art. 22 Rv)
Essentie
Opheffing van een vereffening. Bescheiden. Hoge Raad: 1. Aanvang geding. Het geding vangt aan met de voordracht van de rechter-commissaris tot opheffing van de vereffening. 2. Bevel overlegging bescheiden. In elke stand van het geding kan de rechter een partij bevelen bepaalde, op de zaak betrekking hebbende bescheiden over te leggen.
Partij(en)
De vereffenaar, adv. D. Rijpma, vs. A, adv. mr. J. van Weerden.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2016 is een erflater overleden. A heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard. De overige erfgenamen hebben de nalatenschap verworpen. De erflater is veroordeeld wegens onder meer witwassen. Hij was bestuurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.