NJB 2018/1249
Kwalificatie als ‘medeplegen van het opzettelijk niet voldoen aan een vordering krachtens art. 21 en 24a van de Wet op de economische delicten, gedaan door een opsporingsambtenaar’: voor zodanige kwalificatie is onder meer vereist dat is bewezenverklaard dat de verdachte opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens art. 21 en 24a WED gedane vordering. Verbeterde lezing tenlastelegging: de bewezenverklaring houdt in casu – anders dan de tenlastelegging – niet in dat de verdachte ‘opzettelijk’ niet heeft voldaan aan een krachtens art. 21 en 24a WED gedane vordering, maar de Hoge Raad leest de bewezenverklaring met verbetering van deze misslag, mede omdat de bewezenverklaring wel inhoudt dat opzettelijk geen gevolg is gegeven aan de door de buitengewoon opsporingsambtenaar gedane vordering. In casu kan dat opzet vervolgens niet uit de gebezigde bewijsvoering worden afgeleid. Het cassatiemiddel daarover is in zoverre terecht voorgesteld
HR 12-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:902
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juni 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/01404 E
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:902, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:292, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Kwalificatie als ‘medeplegen van het opzettelijk niet voldoen aan een vordering krachtens art. 21 en 24a van de Wet op de economische delicten, gedaan door een opsporingsambtenaar’: voor zodanige kwalificatie is onder meer vereist dat is bewezenverklaard dat de verdachte opzettelijk niet heeft voldaan aan een krachtens art. 21 en 24a WED gedane vordering. Verbeterde lezing tenlastelegging: de bewezenverklaring houdt in casu – anders dan de tenlastelegging – niet in dat de verdachte ‘opzettelijk’ niet heeft voldaan aan een krachtens art. 21 en 24a WED gedane vordering, maar de Hoge Raad leest de bewezenverklaring met verbetering van deze misslag, mede omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.