Einde inhoudsopgave
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
Artikel 88 [Ontheffing gebruik gordels en kinderbeveiligingssysteem]
Geldend
Geldend vanaf 30-03-2002
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 5 is reeds aangebracht bij de wijziging van 18-10-2001, Stb. 519.
- Bronpublicatie:
04-02-2002, Stb. 2002, 67 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2002, Stb. 2002, 167 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
1.
Indien op grond van medische noodzaak toepassing wordt gevraagd van artikel 149, tweede lid, van de wet voor wat betreft ontheffing van de verplichting tot gebruik van autogordels en kinderbeveiligingssystemen, kan een schriftelijke verklaring van een arts worden verlangd.
2.
De ontheffing vermeldt een geldigheidsduur van maximaal twintig jaar.
3.
Op de ontheffing wordt het symbool zoals aangeduid in artikel 5 van de richtlijn nr 91/671/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 december 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton (PbEG L 373) aangebracht.
4.
Een wijziging van de richtlijn nr 91/671/EEG gaat voor de toepassing van het derde lid gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.
5.
De aan de behandeling van de aanvraag van een ontheffing van het gebruik van autogordels en kinderbeveiligingssystemen verbonden kosten worden ten laste van de aanvrager gebracht.