BNB 2021/15
Hoge Raad ziet af van beantwoording prejudiciële vragen
HR 04-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1945
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 december 2020
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Kalmthout
- Zaaknummer
16/03955
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1945, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2017:346, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1105, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2016
- Wetingang
Art. 27gc lid 9 AWR
Essentie
Hoge Raad ziet af van beantwoording prejudiciële vragen
Samenvatting
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 1 augustus 2016 prejudiciële vragen gesteld over teruggaaf van dividendbelasting aan buitenlandse beleggingsfondsen. Naar aanleiding daarvan heeft de Hoge Raad in HR, BNB 2017/87c*, prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie. Deze vragen heeft de Hoge Raad naar aanleiding van het arrest HvJ EU, BNB 2018/165c* (Fidelity Funds e.a.) ingetrokken. Beantwoording van de prejudiciële vragen van de Rechtbank is niet meer nodig omdat belanghebbende zijn beroepen heeft ingetrokken. Bovendien heeft de Hoge Raad deze vragen beantwoord in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.