BNB 2017/87
Vrijheid van kapitaalverkeer. Teruggaaf Nederlandse dividendbelasting aan buitenlands beleggingsfonds dat in Nederlandse aandelen heeft belegd. Prejudiciële vragen
HR 03-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:346, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 maart 2017
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/03955
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- JCDI
JCDI:ADS111088:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Dividendbelasting / Heffingswijze
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1945, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑12‑2020
ECLI:NL:HR:2017:346, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1105, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑11‑2016
- Wetingang
Art. 10 lid 2 Wet div.bel. 1965; art. 63 VWEU
Essentie
Vrijheid van kapitaalverkeer. Teruggaaf Nederlandse dividendbelasting aan buitenlands beleggingsfonds dat in Nederlandse aandelen heeft belegd. Prejudiciële vragen
Samenvatting
Belanghebbende is een naar het recht van het Verenigd Koninkrijk opgericht en in het Verenigd Koninkrijk gevestigd ‘open end’ beleggingsfonds dat onder meer heeft belegd in vennootschappen die in Nederland zijn gevestigd. Over het dividend dat belanghebbende heeft ontvangen, is dividendbelasting geheven. Belanghebbende is in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting. Belanghebbende heeft tevergeefs verzocht om teruggave van Nederlandse dividendbelasting. De Rechtbank heeft overwogen dat belanghebbende op basis van HR, BNB 2015/203c* geen recht heeft op teruggaaf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.