Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/815
Procesrecht. Onrechtmatige daad. Vordering tot herroeping (art. 382 Rv). Formele rechtskracht belastingaanslag inroepbaar tegen derde die aansprakelijk wordt gesteld o.g.v. Peeters/Gatzen-vordering? Vervolg op HR 26 januari 2018, RvdW 2018/188.
HR 09-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1188
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2022
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/03483
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1188, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:14, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2020
- Wetingang
Art. 382 onder a en c Rv
Essentie
Procesrecht. Onrechtmatige daad. Vordering tot herroeping (art. 382 Rv). Formele rechtskracht belastingaanslag inroepbaar tegen derde die aansprakelijk wordt gesteld o.g.v. Peeters/Gatzen-vordering? Vervolg op HR 26 januari 2018, RvdW 2018/188.
Samenvatting
De vordering van de curator is gebaseerd op het onbetaald gebleven zijn van een belastingclaim. Het oordeel van het hof, dat erop neerkomt dat het verweer dat de belastingclaim materieel niet bestaat, niet tot een andere uitkomst zou hebben kunnen leiden in de aansprakelijkheidsprocedure omdat de curator de desbetreffende belastingaanslagen niet meer met succes had kunnen aanvechten nu deze reeds voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.