Einde inhoudsopgave
Protocol tot wijziging van het Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, 1961
Artikel 9 Wijzigingen van artikel 19, eerste, tweede en vijfde lid, van het Enkelvoudig Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 08-08-1975
- Bronpublicatie:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-1972, Trb. 1980, 184 (uitgifte: 27-11-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Artikel 19, eerste, tweede en vijfde lid, van het Enkelvoudig Verdrag wordt als volgt gelezen:
1
Partijen verstrekken het Comité met betrekking tot elk van hun gebieden jaarlijks op de wijze en in de vorm door het comité voorgeschreven en op door het Comité verstrekte formulieren de volgende ramingen:
- (a)
de hoeveelheden verdovende middelen te verbruiken voor geneeskundige en wetenschappelijke doeleinden;
- (b)
de hoeveelheden verdovende middelen te gebruiken voor de vervaardiging van andere verdovende middelen, van de preparaten van Lijst III en van niet onder dit Verdrag vallende stoffen;
- (c)
de voorraden verdovende middelen op 31 december van het jaar waarop de ramingen betrekking hebben;
- (d)
de hoeveelheden verdovende middelen die moeten worden toegevoegd aan bijzondere voorraden;
- (e)
de oppervlakte (in hectaren) en de geografische ligging van de voor de verbouw van de papaver te gebruiken grond;
- (f)
bij benadering, de te produceren hoeveelheid opium;
- (g)
het aantal industriële inrichtingen dat synthetische verdovende middelen vervaardigt; en
- (h)
de door elk van de in de voorgaande letter bedoelde inrichtingen te vervaardigen hoeveelheden synthetische verdovende middelen.
2
(a)
Niet medegerekend de in artikel 21, derde lid, bedoelde afgetrokken hoeveelheden, bestaat het totaal der ramingen voor elk gebied en elk verdovend middel, met uitzondering van opium en synthetische verdovende middelen, uit het totaal van de krachtens de letters (a), (b) en (d) van het eerste lid van dit artikel aangeduide hoeveelheden, onder toevoeging van elke hoeveelheid die nodig is om de voorraden die op 31 december van het voorafgaande jaar daadwerkelijk aanwezig waren op het overeenkomstig letter (c) van het eerste lid geraamde peil te brengen.
(b)
Niet medegerekend de in artikel 21, derde lid, bedoelde afgetrokken hoeveelheden met betrekking tot de invoer en de in artikel 21 bis, tweede lid, bedoelde afgetrokken hoeveelheden, bestaat het totaal der ramingen voor opium voor elk gebied uit hetzij het totaal van de krachtens de letters (a), (b) en (d) van het eerste lid van dit artikel aangeduide hoeveelheden, onder toevoeging van elke hoeveelheid die nodig is om de voorraden die op 31 december van het voorafgaande jaar daadwerkelijk aanwezig waren op het overeenkomstig letter (c) van het eerste lid geraamde peil te brengen, hetzij uit de hoeveelheid aangegeven krachtens letter (f) van het eerste lid van dit artikel, met dien verstande dat de grootste hoeveelheid van beide wordt aangehouden.
(c)
Niet medegerekend de in artikel 21, derde lid, bedoelde afgetrokken hoeveelheden, bestaat het totaal der ramingen voor elk gebied voor elk synthetisch verdovend middel uit hetzij het totaal van de krachtens de letters (a), (b) en (d) van het eerste lid van dit artikel aangeduide hoeveelheden, onder toevoeging van elke hoeveelheid die nodig is om de voorraden die op 31 december van het voorafgaande jaar daadwerkelijk aanwezig waren op het overeenkomstig letter (c) van het eerste lid geraamde peil te brengen, hetzij uit het totaal van de hoeveelheden aangegeven krachtens letter (h) van het eerste lid van dit artikel.
(d)
De krachtens de voorgaande letters van dit lid verstrekte ramingen worden waar nodig aangepast om rekening te houden met eventuele in beslag genomen en daarna voor wettig gebruik vrijgegeven hoeveelheden, alsmede met hoeveelheden onttrokken aan bijzondere voorraden ter voldoening aan de behoeften van de burgerbevolking.
5
De in artikel 21, derde lid, bedoelde afgetrokken hoeveelheden niet medegerekend, en zo nodig met inachtneming van de bepalingen van artikel 21 bis, mogen de ramingen niet worden overschreden. ’