Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/739
Heling. Uit de bewijsvoering kan niet volgen dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit het door X. door misdrijf verkregen geld.
HR 02-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1458
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/02409
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1458, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:804, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2015
Essentie
Heling. Uit de bewijsvoering kan niet volgen dat verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit het door X. door misdrijf verkregen geld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 25 april 2014, nummer 21/003326-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. J.O.A.N. de Vries, te Amersfoort.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Verdachte is bij arrest van 25 april 2014 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens ‘opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekken’, veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren, subsidiair ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.