Hof Arnhem-Leeuwarden, 23-12-2021, nr. 21-003606-19
ECLI:NL:GHARL:2021:11610, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
23-12-2021
- Zaaknummer
21-003606-19
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2021:11610, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 23‑12‑2021; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:746
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:2830, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:GHARL:2020:2263, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 12‑03‑2020; (Hoger beroep, Tussenuitspraak)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:2830
Uitspraak 23‑12‑2021
Inhoudsindicatie
Megazaak Bosnië. Onderzoeken Bosnië, Brandberg en IJshamer. De onderzoeken betreffen meerdere liquidaties, pogingen tot liquidatie en een voorbereiding tot liquidatie. In het onderzoek naar deze feiten heeft de politie versleutelde berichten in beslag genomen en ontsleuteld. Het hof heeft het gebruik van deze gegevens goedgekeurd en de gegevens betrouwbaar bevonden. Het ontbreken van een rechterlijke machtiging bij het vorderen van Ennetcomgegevens (zoals omschreven in het zogenoemde Prokuratuur-arrest van het Hof van Justitie van de EU) leidt niet tot gevolgen in de zaak van verdachte. Verdachte wordt beschouwd als medepleger van een moord in Krommenie op 7 november 2015, uitlokker van een moord en twee pogingen tot moord in Kerkdriel op 31 december 2015 en medepleger van een poging tot moord op 3 april 2016 in Amsterdam. Verdachte is als één van de twee hoofdverdachten veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Dat is dezelfde straf die ook de rechtbank aan verdachte had opgelegd. Het hof oordeelt dat bij deze feiten slechts een levenslange gevangenisstraf past gelet op de ernst van de feiten en de veelheid er van.
Partij(en)
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003606-19
Uitspraak d.d.: 23 december 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Badhoevedorp,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 26 juni 2019 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 05-780056-17,
05-780093-17 en 05-780085-17, tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1990,
thans verblijvende in [verblijfplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 december 2019, 18 februari 2020, 12 maart 2020, 11 mei 2020, 4 augustus 2020,
27 oktober 2020, 19 januari 2021, 7 april 2021, 1 juli 2021, 27 september 2021, 30 september 2021, 29 november 2021 en 23 december 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. S.L.J. Janssen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een deels andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw recht doen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 05-780056-17 (Onderzoek Bosnië ):
1. primair:hij op of omstreeks 31 december 2015 te Kerkdriel , gemeente Maasdriel , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1] (geboren [geboortedag] 1988 )
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, van het leven heeft beroofd,
door met een of meer - automatische - vuurwapens
een of meer kogels in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten;
1. subsidiair:[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere personen
op of omstreeks 31 december 2015 te Kerkdriel , gemeente Maasdriel , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1] (geboren [geboortedag] 1988 )
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, van het leven hebben/heeft beroofd,
door met een of meer - automatische - vuurwapens
een of meer kogels in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Amsterdam , Kerkdriel en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) de opdracht heeft gegeven om die [slachtoffer 1] te liquideren en/of ter zake aanwijzingen en/of instructies heeft gegeven en/of een beloning in het vooruitzicht heeft gesteld en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) een of meer foto’s van [slachtoffer 1] heeft verstrekt en/of informatie heeft verschaft over [slachtoffer 1] en/of diens verblijfplaats;
1. meer subsidiair:[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere personen op of omstreeks 31 december 2015 te Kerkdriel , gemeente Maasdriel , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 1] (geboren [geboortedag] 1988 ) opzettelijk en met voorbedachten rade,
althans opzettelijk, van het leven hebben/heeft beroofd,
door met een of meer - automatische - vuurwapens
een of meer kogels in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Amsterdam , Kerkdriel en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko
medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
hierin bestaande dat verdachte,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) informatie heeft verschaft over vuurwapens en/of geregeld heeft dat hij/zij kon(den) beschikken over een of meer vuurwapens,
en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) een of meer foto’s van [slachtoffer 1] heeft verstrekt en/of informatie heeft verschaft over [slachtoffer 1] en/of diens verblijfplaats;
2. primair:hij in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Kerkdriel , gemeente Maasdriel , en/of Amsterdam , en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] (geboren [geboortedag] 1985 ) en/of [slachtoffer 3]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
van het leven te beroven, een (moord)aanslag op die [slachtoffer 2] en/of (eventueel) personen in zijn directe nabijheid heeft geregeld/gepland,
waarna verdachte en/of verdachtes mededader(s) zich op 31 december 2015 hebben/heeft begeven naar de plaats delict ( [plaats delict] te Kerkdriel )
en/of aldaar met een of meer - automatische - vuurwapens op/in de richting van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] hebben/heeft geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. subsidiair:[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere personen op of omstreeks 31 december 2015 te Kerkdriel , gemeente Maasdriel , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of verdachte en/of hun/zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] (geboren [geboortedag] 1985 ) en/of [slachtoffer 3]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
van het leven te beroven, met een of meer - automatische - vuurwapens op/in de richting van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] hebben/heeft geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Amsterdam , Kerkdriel en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) de opdracht heeft gegeven om die [slachtoffer 2] en/of (eventueel) personen in zijn directe nabijheid te liquideren en/of ter zake aanwijzingen en/of instructies heeft gegeven en/of een beloning in het vooruitzicht heeft gesteld en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) een of meer foto’s van [slachtoffer 2] heeft verstrekt en/of informatie heeft verschaft over [slachtoffer 2] en/of diens verblijfplaats;
2. meer subsidiair:[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere personen op of omstreeks 31 december 2015 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of verdachte en/of hun/zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf
om [slachtoffer 2] (geboren [geboortedag] 1985 ) en/of [slachtoffer 3]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
van het leven te beroven, met een of meer - automatische - vuurwapens op/in de richting van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] hebben/heeft geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Amsterdam , Kerkdriel en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko
medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) informatie heeft verschaft over vuurwapens en/of geregeld heeft dat hij/zij kon(den) beschikken over een of meer vuurwapens, en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) een of meer foto’s van [slachtoffer 2] heeft verstrekt en/of informatie heeft verschaft over [slachtoffer 2] en/of diens verblijfplaats.
Zaak met parketnummer 05-780093-17 (Onderzoek Brandberg ):
primair: hij op of omstreeks 7 november 2015 te Krommenie , gemeente Zaanstad , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd,
door tezamen met zijn mededader(s), althans alleen,
(meerdere malen) met twee, in elk geval één, (automatisch(e)) vuurwapen(s),
te weten een geweer (merk Ceska Zbrojovka, kaliber 7,62x39mm) en/of een pistool (merk Glock, kaliber 9 mm Parabellum),
een of meerdere kogel(s) op die [slachtoffer 4] af te vuren,
waardoor die [slachtoffer 4] in zijn borstkas en/of zijn borst, althans in zijn lichaam, werd geraakt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 4] is overleden;
subsidiair: [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)
op of omstreeks 7 november 2015 te Krommenie , gemeente Zaanstad , in elk geval in Nederland,
[slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft/hebben beroofd,
door tezamen met zijn/hun mededader(s), althans alleen,
(meerdere malen) met twee, in elk geval één, (automatisch(e)) vuurwapen(s),
te weten een geweer (merk Ceska Zbrojovka, kaliber 7,62x39mm) en/of een pistool (merk Glock, kaliber 9mm Parabellum),
een of meerdere kogel(s) op die [slachtoffer 4] af te vuren,
waardoor die [slachtoffer 4] in zijn borstkas en/of zijn borst, althans in zijn lichaam, werd geraakt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 4] is overleden,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode 1 oktober 2015 tot en met 7 november 2015 te Amsterdam en/of te Krommenie , gemeente Zaanstad , in elk geval in Nederland,
en/of in Marokko,
opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of door het (telkens) verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [betrokkene 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die andere perso(o)n(en) de opdracht heeft gegeven om die [slachtoffer 4] te liquideren
en/of ter zake (telkens) aanwijzingen en/of instructies heeft gegeven en/of een beloning in het vooruitzicht heeft gesteld en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [betrokkene 1] en/of die [medeverdachte 3] en/of die andere perso(o)n(en) informatie heeft verschaft over waar die [slachtoffer 4] zich bevond;
meer subsidiair: [medeverdachte 1] en/of [betrokkene 1] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en)
op of omstreeks 7 november 2015 te Krommenie , gemeente Zaanstad , in elk geval in Nederland,
[slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft/hebben beroofd,
door tezamen met zijn/hun mededader(s), althans alleen
(meerdere malen) met twee, in elk geval één, (automatisch(e)) vuurwapen(s),
te weten een geweer (merk Ceska Zbrojovka, kaliber 7,62x39mm) en/of een pistool (merk Glock, kaliber 9mm Parabellum),
een of meerdere kogel(s) op die [slachtoffer 4] af te vuren,
waardoor die [slachtoffer 4] in zijn borstkas en/of zijn borst, althans in zijn lichaam werd geraakt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 4] is overleden,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 oktober 2015 tot en met 7 november 2015 te Amsterdam , in elk geval in Nederland,
(telkens) medeplichtig is geweest door het (telkens) opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door (telkens) opzettelijk behulpzaam te zijn,
hierin bestaande dat verdachte tezamen met zijn mededader(s), althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [betrokkene 1] en/of die andere perso(o)n(en) (telkens) informatie heeft verschaft over de plek waar die [slachtoffer 4] kon worden geliquideerd/doodgeschoten en/of waar de schutter(s) zich kon(den) opstellen/schuilhouden en/of waar die [slachtoffer 4] zich bevond en/of over de bewegingen van die [slachtoffer 4] en/of over de kleding en/of het kogelwerend vest dat die [slachtoffer 4] droeg.
Zaak met parketnummer 05-780085-17 (Onderzoek IJshamer ):
primair: hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 3 april 2016 te Amsterdam , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] en/of een onbekend gebleven persoon opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
met een of meer (automatische) vuurwapens een of meer kogels hebben/heeft afgeschoten op/in de richting van die [slachtoffer 5] en/of die onbekend gebleven persoon,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair: [medeverdachte 2] en/of een persoon, genaamd ‘ [bijnaam Fr.] ’ en/of een of meer andere personen
op of omstreeks 3 april 2016 te Amsterdam , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 2] en/of die ‘ [bijnaam Fr.] ’ en/of verdachte en/of hun/zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] en/of een onbekend gebleven persoon opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
met een of meer (automatische) vuurwapens een of meer kogels hebben/heeft afgeschoten op/in de richting van [slachtoffer 5] en/of een onbekend gebleven persoon,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 17 december 2015 tot en met 3 april 2016 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko
opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging en/of misleiding en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen,
te weten door tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 2] en/of die ‘ [bijnaam Fr.] ’ en/of andere - bij deze poging liquidatie - betrokken personen een beloning voor het liquideren van die [slachtoffer 5] in het vooruitzicht te stellen en/of opdracht tot die liquidatie te geven en/of informatie over die [slachtoffer 5] en diens verblijfplaats(en) te verschaffen en/of aan/voor genoemde perso(o)n(en) wapens te verschaffen/regelen;
meer subsidiair: [medeverdachte 2] en/of een persoon, genaamd ‘ [bijnaam Fr.] ’ en/of een of meer andere personen
op of omstreeks 3 april 2016 te Amsterdam , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 2] en/of die ‘ [bijnaam Fr.] ’ en/of verdachte en/of hun/zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] en/of een onbekend gebleven persoon opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
met een of meer (automatische) vuurwapens een of meer kogels hebben/heeft afgeschoten op/in de richting van [slachtoffer 5] en/of een onbekend gebleven persoon,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 17 december 2015 tot en met 3 april 2016 te Amsterdam en/of (elders) in Nederland
en/of in Marokko medeplichtig is geweest door het opzettelijk verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen en/of door opzettelijk behulpzaam te zijn,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 2] en/of die ‘ [bijnaam Fr.] ’ en/of andere - bij deze poging liquidatie - betrokken personen een beloning voor het liquideren van die [slachtoffer 5] in het vooruitzicht heeft gesteld en/of opdracht tot die liquidatie heeft gegeven en/of informatie over die [slachtoffer 5] en diens verblijfplaats(en) heeft verschaft en/of aan/voor genoemde perso(o)n(en) wapens heeft verschaft/geregeld.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Ennetcom
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - kort gezegd - het volgende aangevoerd.
In de eerste plaats heeft hij gewezen op de systemische ongelijkheid tussen het openbaar ministerie en de opsporing enerzijds en de verdediging anderzijds voor wat betreft de mogelijkheden om de Ennetcomdata te bestuderen, te analyseren en te controleren.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de Ennetcomdata op onrechtmatige wijze zijn verkregen. Deze data zijn immers in beslag genomen zonder voorafgaande rechterlijke machtiging. Volgens de raadsman levert dit een vormverzuim op dat van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek. Daarom is van toepassing de door de rechtbank in het vonnis in de zaak 26DeVink van 21 september 2021 geformuleerde uitzondering op het uitgangspunt dat vormverzuimen in beginsel dienen plaats te hebben in het voorbereidend onderzoek tegen een specifieke verdachte wil sprake kunnen zijn van consequenties in de strafzaak tegen die verdachte . Gelet hierop is sprake van een schending van de artikelen 6 en 8 EVRM, aldus de raadsman. Hoewel het hof op 1 juli 2021 heeft beslist dat de verdediging inzage mocht krijgen in de gehele dataset van Bosnië en Brandberg , heeft de verdediging door - onder meer - het late moment van de verstrekking van deze data en de beperkingen die door de EBI zijn opgelegd voor wat betreft het contact tussen een verdachte en zijn raadsman in onvoldoende mate kennis kunnen nemen van de inhoud van de genoemde datasets. Hiermee is de “equality of arms” in het geding gekomen. Sinds de inbeslagname van de Ennetcomdata in 2016 heeft het openbaar ministerie het de verdediging onmogelijk gemaakt om grondig kennis te kunnen nemen van deze data. Het openbaar ministerie heeft de voor een eerlijk proces noodzakelijke toegang tot de in beslag genomen Ennetcom-berichten al die jaren niet gefaciliteerd. Dat levert een schending op van artikel 6 EVRM met een structureel karakter, aldus de raadsman. Gelet op al het voorgaande dient het hof alle verkregen Ennetcomdata van het bewijs uit te sluiten.
Ten aanzien van de notities die zijn aangetroffen in de in beslag genomen Ennetcomdata heeft de raadsman erop gewezen dat deze niet aanwezig waren in de aan de verdediging verstrekte datasets. De omstandigheid dat een notitie binnen een specifiek account wordt aangetroffen, betekent volgens de raadsman niet dat de gebruiker van dat account die notitie ook heeft opgesteld of zelfs heeft gelezen. Notities konden bijvoorbeeld ook als bijlage van de ene gebruiker naar de andere worden verzonden. Het is dus noodzakelijk dat de verschillende notities uit de verschillende accounts naast elkaar kunnen worden gelegd zodat deze kunnen worden gecontroleerd op - onder meer - inhoud en aanmaakdatum. Het hof heeft het verzoek van de verdediging om de behandeling van de zaak aan te houden tot een moment in februari 2022 om de verdediging de gelegenheid en voldoende tijd te geven alle notities te bestuderen afgewezen. Door deze beslissing van het hof zijn de verdedigingsrechten van [verdachte] geschonden. Volgens de raadsman kunnen de in beslag genomen notities bij deze stand van zaken niet in belastende zin tot het bewijs worden gebruikt. Het gebruik van deze notities zou onder deze omstandigheden een schending opleveren van artikel 6 EVRM. Subsidiair – als niet alle Ennetcomdata van het bewijs worden uitgesloten – heeft de raadsman daarom verzocht de notities van het bewijs uit te sluiten. Voor het geval het hof de notities in de onderzoeken Bosnië en IJshamer wel tot het bewijs wil gebruiken, heeft de raadsman voorwaardelijk verzocht om de behandeling van de zaak alsnog nader aan te houden om de verdediging de gelegenheid te geven deze notities te onderzoeken.
Verder heeft de raadsman de betrouwbaarheid betwist van de in beslag genomen Ennetcomdata. In dit verband heeft hij naar voren gebracht dat de e-mailberichten en de notities afkomstig van de Ennetcomserver door technische omstandigheden aangetast of vervalst zouden kunnen zijn. Dit maakt dat niet uitgegaan kan worden van de authenticiteit en de betrouwbaarheid van de Ennetcomdata. Ter onderbouwing van zijn verweer heeft de raadsman - onder meer - aangevoerd dat meerdere werknemers van Ennetcom B.V. toegang hadden tot de servers, dat de eigenaar/bestuurder van Ennetcom verdacht wordt van het onderhouden van nauwe relaties met bekende criminelen en criminele organisaties en dat beheer en manipulatie van versleutelde communicatie voor criminele groeperingen aantrekkelijk is. Dat laatste zou blijken in het Marengo-onderzoek, waar de criminele groepering over een eigen reseller (van PGP-telefoons) zou beschikken en waar men probeerde om de schuld van een vergismoord bij [verdachte] te leggen.
Tot slot heeft de raadsman erop gewezen dat de informatie afkomstig van de Ennetcomserver juridisch gezien gekwalificeerd dient te worden als “andere geschriften” zoals bedoeld in artikel 344, lid 1 sub 5, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet op de aard van dit bewijsmateriaal kunnen de Ennetcomdata slechts in belastende zin tot het bewijs worden gebruikt indien de inhoud van de informatie voldoende bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen. Dat geldt te meer nu de Ennetcom-berichten op onrechtmatige wijze zijn verkregen en gelet op de hiervoor beschreven beperkingen voor wat betreft de controleerbaarheid en de betrouwbaarheid van deze berichten.
Standpunt van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie heeft zich - kort gezegd - op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen Ennetcomdata wel tot het bewijs mogen worden gebruikt. Van een schending van artikel 6 EVRM is geen sprake en de “equality of arms” is ook niet geschonden. Bovendien zijn de Ennetcomdata voldoende betrouwbaar. Voor het geval het hof van oordeel is dat de verdediging te weinig tijd heeft gehad om de verstrekte datasets te kunnen bestuderen, heeft het openbaar ministerie voorwaardelijk verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden in plaats van alle Ennetcomdata van het bewijs uit te sluiten.
Oordeel van het hof
Verkrijging Ennetcomdata
Het hof overweegt over de wijze van verkrijgen van de Ennetcomdata als volgt. Op 9 september 2016 is bij het Superior Court of Justice te Toronto een door Nederland op basis van artikel 15, lid 1, van de Wet Wederzijdse Rechtshulp in strafzaken R.S.C. c. 30. ingediend rechtshulpverzoek behandeld door deze Canadese rechter. Dit verzoek strekte er
- kort gezegd - toe dat de data op de BES-server(s) in Toronto (Canada), waarvan de telefoontoestellen van Ennetcom gebruik maakten voor hun communicatie, zouden worden veilig gesteld en dat alle beschikbare gegevens van deze servers zouden worden overgedragen aan Nederland ten behoeve van nader onderzoek in Nederland. Dit verzoek werd gedaan in het kader van het onderzoek 26DeVink en drie andere Nederlandse strafrechtelijke onderzoeken waarbij het ernstige vermoeden was gerezen dat personen die betrokken zijn bij liquidaties gebruik maakten van crypto-telefoons die geleverd waren door Ennetcom en gebruik maakten van dezelfde digitale infrastructuur in Canada om met elkaar te communiceren in Nederland en desgewenst wereldwijd.
Op 13 september 2016 heeft het Superior Court of Justice in Toronto beslist dat de
veiliggestelde data aan de bevoegde justitiële autoriteiten van Nederland zouden worden overgedragen, ten behoeve van de vier expliciet in het rechtshulpverzoek genoemde onderzoeken. Daarbij werd bepaald dat - onder voorwaarden - de gegevens ook gebruikt mogen worden in andere Nederlandse strafrechtelijke onderzoeken. De Canadese rechter heeft de beslissing of deze gegevens gebruikt mogen worden in andere onderzoeken neergelegd bij de Nederlandse autoriteiten, in die zin dat hier een rechterlijke machtiging aan vooraf moet gaan. Het gebruikmaken van de gegevens werd door dezelfde Canadese rechter beperkt tot onderzoek en vervolging van strafbare feiten die een overtreding vormen van art. 45, 46, 140, 157, 287, 289, 420bis, 420ter en 420quater van het NederlandseWetboek van Strafrecht.
De Nederlandse politie en justitie hebben met het kopiëren van de gegevens op de BES-server van Ennetcom in Canada toegang gekregen tot een grote hoeveelheid gegevens van de gebruikers. Dit betrof niet alleen metadata, maar ook de versleutelde inhoud van verzonden berichten en notities van de gebruiker, dit terwijl artikel 125la Sv ook voorwaarden stelt aan de categorieën van berichten waarvan kennis mag worden genomen. Nadat toegang was verkregen tot de private key-server, werd ook de ontsleutelde inhoud van deze berichten en notities toegankelijk. De Nederlandse politie heeft daarmee toegang gekregen tot communicatie tussen een groot aantal gebruikers, hoewel de verzenders en ontvangers slechts werden weergegeven met een bijnaam of met een volledig e-mailadres, bestaande uit willekeurige cijfers en letters. Daarmee was dus nog niet meteen duidelijk welke persoon de verzender of ontvanger was, tenzij de politie uit (andere) onderzoeken wist wie van welke bijnaam of welk e-mailadres gebruikt heeft gemaakt. Het behoeft geen betoog dat met het kennis (kunnen) nemen van de metadata en de inhoud van de 3,7 miljoen aangetroffen berichten de gebruikers in hun recht op privacy zijn geschaad.
Uit het Prokuratuur-arrest volgt dat het voor strafrechtelijke doeleinden verlenen van toegang tot de in dat arrest bedoelde communicatiegegevens slechts is toegestaan in het kader van procedures ter bestrijding van zware criminaliteit en procedures ter voorkoming van ernstige bedreiging van de openbare veiligheid. Niet ter discussie staat dat in deze zaak van een dergelijke procedure sprake is, omdat de ten laste gelegde levensdelicten ‘serious crimes’ betreffen. Verder volgt uit het arrest dat het aan de nationale wetgever is om voorwaarden vast te stellen waaronder aanbieders van elektronische communicatiediensten aan de bevoegde nationale instanties toegang moeten verlenen tot de persoonsgegevens waarover zij beschikken. Van belang is dat die toegang onderworpen is aan een voorafgaande toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Gelet op de vereiste onafhankelijkheid mag de instantie die die toetsing verricht niet betrokken zijn bij de uitvoering van het betrokken strafrechtelijk onderzoek en moet zij neutraal zijn ten opzichte van de partijen in de strafprocedure. Dat is niet het geval bij een openbaar ministerie dat de onderzoeksprocedure van een strafrechtelijk onderzoek leidt en in voorkomende gevallen ook optreedt als openbaar aanklager tijdens de strafprocedure. Een latere toetsing van het besluit van de officier van justitie is niet voldoende om aan het onafhankelijkheidsvereiste te voldoen, omdat de controle door een onafhankelijke autoriteit moet plaatsvinden voorafgaand aan de machtiging.
Het hof is van oordeel dat de in het onderhavige onderzoek opgevraagde gegevens achteraf gezien niet door een officier van justitie gevorderd hadden mogen worden zonder voorafgaande onafhankelijke toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Er is sprake van schending van het Unierecht die is aan te merken als een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft overwogen dat het volgens het beginsel van procedurele autonomie uitsluitend een zaak van het nationale recht is om de regels vast te stellen met betrekking tot de toelaatbaarheid van (onrechtmatig verkregen) informatie dan wel bewijs. Het hof zal daarom aansluiting zoeken bij het beoordelingskader van lid 2 van artikel 359a Sv.
Bij de bepaling of, en zo ja welk, gevolg aan het verzuim verbonden dient te worden, houdt het hof rekening met het belang dat het geschonden voorschrift dient, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt.
Waar het [verdachte] betreft, constateert het hof dat de berichten van en naar hem hoofdzakelijk, zo niet geheel, te maken hebben met de zware strafbare feiten waarvoor hij wordt vervolgd en niet te maken hebben met het privéleven van [verdachte] dat bescherming verdient. Daarnaast is in de onderzoeken tegen verdachte al het uit de Ennetcomdata afkomstige onderzoeksmateriaal verkregen met voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat [verdachte] door het vastgestelde vormverzuim niet in een rechtens te respecteren belang is geschaad, zodat het hof zal volstaan met de constatering dat sprake is van een vormverzuim, zonder dat daaraan een rechtsgevolg wordt verbonden.
Ten aanzien van de gekozen werkwijze en het toetsingskader ter zake het onderzoek naar de berichten is het hof daarnaast van oordeel dat deze wel passen binnen het stelsel van de Nederlandse wet, en dat deze maximale waarborgen bieden om een onnodige inbreuk op de privacy van andere Ennetcom-gebruikers te voorkomen. Van enig (vorm)verzuim hierbij is dan ook geen sprake. Ter onderbouwing geldt het volgende.
In het onderzoek Bosnië is gebleken dat er door, bij de (poging tot) liquidatie op de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] op 31 december 2015 , betrokken verdachten vermoedelijk gebruik is gemaakt van communicatie via de servers van Ennetcom. Eén van de daders van deze liquidatie maakte gebruik van het PGP-e-mailadres [e-mailadres 1] (hierna: 9b16). Op vordering van de officier van justitie van 3 januari 2017 heeft de rechter-commissaris bij beslissing van 3 januari 2017 toestemming gegeven om in de Ennetcomdata onderzoek te verrichten naar voornoemd e-mailadres onder de voorwaarde dat voor zover relevante gegevens werden aangetroffen in verband met dit e-mailadres, alsmede de e-mailadressen en toestellen die daarmee in direct contact stonden, de bevindingen met betrekking tot die gegevens op een nader te bepalen datum aan de processtukken zouden worden toegevoegd.
Uit de vordering van de officier van justitie van 13 maart 2017 blijkt dat uit de data die zijn vrijgekomen naar aanleiding van de vordering van 3 januari 2017, is gebleken dat ook andere Ennetcom-e-mailadressen in relatie lijken te kunnen worden gebracht met de (poging tot) liquidatie in Kerkdriel op 31 december 2015 . Het gaat om - van belang voor de onderhavige zaak - de volgende e-mailadressen:
- -
[e-mailadres 2] (hierna: 4w12)
- -
[e-mailadres 3] (hierna: 2f8b)
De officier van justitie heeft bij de vordering van 13 maart 2017 een plan van aanpak gevoegd waaruit blijkt op basis waarvan wordt vermoed dat bovengenoemd e-mailadres betrokken zou zijn bij de (poging tot) liquidatie. Uit onderzoek naar het e-mailadres 9b16 is gebleken dat er over het liquideren van de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] op 11 oktober 2015 is gecommuniceerd met het e-mailadres 2f8b: 9b16 stuurt aan 2f8b het adres [adres 1] en foto’s van de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] . Ter onderbouwing hiervan is een proces-verbaal van bevindingen van 13 maart 2017 gevoegd. Op 10 oktober 2016 vindt er communicatie plaats tussen de 2f8b en de 4w12. Daarbij wordt over een klus gesproken die de 2f8b moet doen en die twee broers betreft.
De rechter-commissaris heeft bij beslissing van 14 maart 2017 toestemming gegeven om in de Ennetcomdata onderzoek te verrichten naar voornoemde e-mailadressen 2f8b en 4w12, onder de voorwaarde dat als er relevante gegevens werden aangetroffen in verband met dit
e-mailadres, alsmede de e-mailadressen en toestellen die daarmee in direct contact stonden, de bevindingen met betrekking tot die gegevens op een nader te bepalen datum aan de processtukken zouden worden toegevoegd.
Naar het oordeel van het hof is hiermee gehandeld binnen de kaders van artikel 1 Sv. De Nederlandse wet kent geen bepaling die is geschreven voor de toetsing die de Canadese rechter als voorwaarde stelde aan het gebruik van Ennetcomdata in andere strafzaken. Duidelijk is dat de Canadese rechter nadrukkelijk de mogelijkheid heeft opengelaten dat ook in andere strafrechtelijke onderzoeken naar ernstige misdrijven gebruik zou worden gemaakt van Ennetcomdata, aangezien de toetsing van verzoeken daar uitdrukkelijk is neergelegd bij de Nederlandse rechter. Daarmee heeft de Canadese rechter als het ware een extra waarborg vast willen leggen.. Door de beslissing over te laten aan de rechter-commissaris, de hoogste toetsingsfunctionaris binnen de Wet BOB, is naar het oordeel van het hof gehandeld binnen de door de Canadese rechter gestelde kaders en binnen de kaders van de Nederlandse wet. Daarnaast sluit de gekozen weg aan bij de bepalingen van het Unierecht voor zover daar toetsing door een onafhankelijke instantie wordt verlangd.
Uit het stelsel van de wet volgt dat bij een inbreuk op de vrijheden of rechten van burgers de autoriteit die toestemming moet verlenen, hoger moet zijn als de ernst van de inbreuk toeneemt (bij een beperkte inbreuk is de bevoegdheid verleend aan alle verbalisanten en naar mate de ernst van de inbreuk toeneemt, is de bevoegdheid verleend aan respectievelijk een hulpofficier van justitie, een officier van justitie of een rechter-commissaris). Toestemming voor ernstige inbreuken op vrijheden of rechten kan alleen worden verleend voor de opsporing van zware misdrijven (het proportionaliteitsbeginsel). Ook wordt alleen toestemming verleend als het doel niet op andere wijze dan door een inbreuk op rechten of vrijheden kan worden bereikt (het subsidiariteitsbeginsel).
Voor de inhoudelijke toetsing van de beschikbaarstelling van de Ennetcomdata heeft de rechter-commissaris gekozen voor art. 126ng Sv. De toets in dit artikel ligt bij de rechter-commissaris, de hoogste toetsingsfunctionaris binnen de Wet Bob. De rechter-commissaris heeft zijn toestemming verleend op basis van een plan van aanpak waarin de zoektermen zijn opgenomen waarmee de Ennetcomdata zijn doorzocht. De strafbare feiten die onderzocht werden in het opsporingsonderzoek Brandberg vallen binnen de voorwaarden
die door de Canadese rechter en art. 126ng Sv worden gesteld. Uit het omvangrijke dossier volgt dat er weinig ander bewijs is dat op andere wijze kon leiden tot de identificatie van de daders. Er is geen strijd met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Het hof komt dan ook tot de conclusie dat geen sprake is van schending van artikel 6 van het EVRM, artikelen 10 en 13 van de Grondwet en artikel 1 Sv.
Equality of arms
Het hof begrijpt het verweer van de verdediging zo dat het door de raadsman gedane beroep op systemische ongelijkheid ook ziet op de ‘equality of arms’. Het hof zal dit dan ook op deze plaats in het arrest bespreken.
Het hof overweegt allereerst dat – ook gelet op andere te respecteren belangen – uit het beginsel van ‘equality of arms’ niet voortvloeit dat de verdachte aanspraak kan maken op kennisneming van alle informatie die als resultaat van opsporing is verkregen, dan wel als aanleiding voor de opsporing heeft gediend. Anders gezegd, het recht van de verdachte om in de gelegenheid te worden gesteld om methoden en resultaten van onderzoek te betwisten, valt niet samen met een ongeclausuleerd recht om deze te controleren. Een opsporingsinstantie heeft een andere positie dan de verdediging. Het criterium is niet dat de verdediging dezelfde mogelijkheden moet hebben als de opsporingsinstantie, maar dat de verdediging de mogelijkheid heeft om de resultaten van het onderzoek te onderzoeken, te betwisten en tot op zekere hoogte te controleren. Het gaat om de effectieve controlemogelijkheden. De verdediging is immers ook niet gebonden aan dezelfde regels als de politie als het aankomt op opsporen.
De stelling dat de verdediging over dezelfde mogelijkheden als de politie zou moeten beschikken is derhalve onjuist. De stelling miskent dat de functie van de politie, haar taakomschrijving en de regelgeving waaraan zij is gebonden bij haar taakuitoefening, waaronder die over gebruik en opslag van gegevens, nauwkeurig zijn omschreven. Dat brengt met zich dat ook de politie indien zij over een enorm bestand aan gegevens beschikt, zoals de data van de Ennetcomserver, die gegevens slechts mag onderzoeken en gebruiken voor zover dat noodzakelijk is bij haar taakuitoefening, met inachtneming van regelgeving en afweging van belangen van derden.
De verdediging heeft een andere functie. Zij dient de belangen van één persoon, de verdachte. Als de verdediging, zoals zij stelt, ongebreideld en ongecontroleerd toegang zou moeten hebben tot alle informatie waarover ook de politie kan beschikken, zou dat een onaanvaardbare inbreuk opleveren op het recht op privacy van alle andere personen dan verdachte, van wie het gegevens betreft.
Het hof is – met de verdediging – van oordeel dat er inderdaad sprake is van enige systemische ongelijkheid. Naar het oordeel van het hof betekent dit echter, anders dan de raadsman stelt, niet dat de verdediging de onderzoeksresultaten in onvoldoende mate heeft kunnen onderzoeken en betwisten. Het hof overweegt hiertoe als volgt.
“Equality of arms” betekent in dit verband dat de verdediging in staat moet worden gesteld de rechtmatigheid en betrouwbaarheid van het gepresenteerde bewijsmateriaal te onderzoeken en zo nodig te betwisten en dat zij haar zienswijze voldoende naar voren kan brengen. Dat betekent niet dat de verdediging over dezelfde bevoegdheden en mogelijkheden dient te beschikken als de politie. In elk afzonderlijk geval zal moeten worden beoordeeld of sprake is van equality of arms. In het geval van [verdachte] stelt het hof het volgende vast.
De politie heeft in vier andere onderzoeken de beschikking gekregen over data van de Ennetcom-server. Daarop bevinden zich miljoenen berichten van ongeveer 19.000 accounts. Nog los van het feit dat ook de politie niet zonder reden van die berichten mag kennisnemen en dat het kennisnemen van die berichten zonder gerichte zoekstrategieën praktisch onmogelijk is, zijn er geen aanwijzingen dat de politie in het kader van deze strafzaak informatie uit de Ennetcomdata heeft gebruikt die zonder toestemming vooraf van een rechter-commissaris verkregen is. In de aanvragen voor het doorzoeken van de Ennetcomgegevens is telkens aangegeven op grond van welke feiten en omstandigheden men tot bepaalde zoektermen gekomen is. Dit is voor de verdediging transparant en controleerbaar. De verdediging heeft ook niet concreet onderbouwd dat de politie informatie zou hebben verkregen door onbevoegd raadplegen van de Ennetcomdata. Uitsluitend de op grond van goedgekeurde – en controleerbare – zoektermen verkregen datasets waren in de onderhavige zaak voor de politie raadpleegbaar. De verdediging is zowel in eerste aanleg als in hoger beroep in de gelegenheid gesteld om de in het onderzoek tegen [verdachte] door de politie gebruikte datasets te doorzoeken. Die datasets zijn door de politie verkregen op grond van door de rechter goedgekeurde zoektermen in alle Ennetcomdata.
De verdediging heeft in hoger beroep verzocht om onbeperkt alle Ennetcomdata te kunnen doorzoeken, zonder de beperking dat van tevoren een toets zou plaatsvinden van de door de verdediging gebruikte zoektermen. Het hof acht een voorafgaande toets echter gerechtvaardigd en noodzakelijk met het oog op de bescherming van belangen van de vele duizenden gebruikers van Ennetcom en die van opsporing van andere strafbare feiten. Die toets dient naar het oordeel van het hof een rechterlijke toets te zijn. De stelling van de verdediging dat dit een ongeoorloofde inperking is van haar rechten is niet alleen onjuist, maar een onbeperkte toegang zou er ook toe leiden dat de verdediging een ruimere toegang tot de Ennetcomdata zou hebben dan de politie. Dat laatste kan, op grond van wat hiervoor al is besproken, in onderling verband en samenhang bezien, niet aan de orde zijn.
De verdediging heeft nog aangevoerd dat zij bij het zoeken in de in dit onderzoek gebruikte datasets op praktische moeilijkheden stuitte, zoals het feit dat inzage van de data slechts bij het NFI of op een politiebureau mogelijk was en veel tijd kostte. Dat dit wellicht het geval was, vindt het hof te betreuren, maar dat brengt nog niet mee dat hierdoor geen sprake is geweest van een eerlijk proces. Dat het doorzoeken van een grote hoeveelheid data – zelfs met zoektermen en zoekmachines – een tijdrovende bezigheid is, valt niet te voorkomen. De behandeling van de strafzaak heeft echter gedurende een aantal jaren plaatsgevonden en aan de verdediging is in die periode voldoende mogelijkheid geboden de Ennetcomdata te onderzoeken. Dat inzage aanvankelijk plaats diende te vinden op het NFI of op een politiebureau in verband met de aanwezigheid van een beveiligde verbinding, was gerechtvaardigd. Dat het in een later stadium gelukt is om (een groot deel van) de datasets op een voor de verdediging gemakkelijker manier toegankelijk te maken, maakt dat niet anders. De verdediging heeft dus naar het oordeel van het hof voldoende gelegenheid gehad (de selectie van) de bewijsmiddelen te controleren en haar zienswijze toe te lichten. Voor dat laatste is gelegenheid geweest op meerdere (pro forma-)zittingen.
In de zaak van verdachte geldt daarnaast het volgende. Op verzoek van de verdediging heeft het hof beslist dat het openbaar ministerie de verdediging in de gelegenheid zou stellen om een groot deel van de datasets op PDF-formaat in te zien en vrij te doorzoeken met de bijgeleverde zoekfunctie. Daartoe zijn aan de raadsman datasets verstrekt op gegevensdragers en is aan verdachte in de inrichting een beveiligde computer met deze datasets beschikbaar gesteld. Het betrof het uit de Ennetcomdata verkregen berichtenverkeer uit de door de politie verkregen datasets. Daarmee heeft de verdediging een extra mogelijkheid gekregen om een groot deel van de door de politie verkregen datasets zonder beperkingen in tijdstippen in haar eigen omgeving te doorzoeken. Het bleek technisch niet mogelijk op korte termijn ook de opgeslagen notities uit de datasets te filteren en te verschaffen op PDF-formaat. Over deze notities beschikte de verdediging wel in excellijsten, terwijl deze eerder ook al beschikbaar waren voor de verdediging toen zij op het NFI konden doorzoeken. Dat het hof de gegevens daarnaast nog op PDF-formaat heeft laten verstrekken, was niet omdat het hof van oordeel was dat de verdediging voordien onvoldoende mogelijkheden had gehad om onderzoek te verrichten, maar omdat er geen reden was om de verdediging niet ter wille te zijn toen er aanvullende, voor de verdediging makkelijkere, alternatieven voor onderzoek naar de datasets beschikbaar kwamen. Dat die mogelijkheden er, gelet op de technische ontwikkelingen, in die vorm waren, bleek pas op de zitting van het hof op 1 juli 2021. Dat verdachte en verdediging eerst in september 2021 de beschikking kregen over gegevens in PDF-formaat is te betreuren, maar geen reden tot aanhouding. Nog steeds geldt dat er voor 1 juli 2021 voldoende gelegenheid was de gegevens te onderzoeken en daarnaast heeft het hof verdachte en de verdediging nog een aantal weken extra de tijd gegeven om de in PDF-formaat verstrekte gegevens.
Het hof overweegt nog(maals) dat de verdediging zowel in eerste aanleg als in hoger beroep de mogelijkheid heeft gehad om bij het NFI of op een politiebureau via het speciaal daarvoor ontwikkelde zoekprogramma Hansken de Ennetcomdata te onderzoeken. Deze geboden mogelijkheid betreft de complete dataset waarover het openbaar ministerie/de politie beschikt, dus niet alleen de data die zien op het onderhavige onderzoek. Daarnaast is aan de verdediging de volledige subdataset digitaal verstrekt. De verdediging heeft naar het oordeel van het hof dan ook voldoende mogelijkheden gehad om de data, inclusief de notities, te onderzoeken, te controleren en te betwisten. Er is dan ook niet gebleken van enige schending van het recht van verdachte op een eerlijk proces.
Het hof verwerpt het verweer van de verdediging dat geen sprake zou zijn van equality of arms en/of dat geen sprake zou zijn van een eerlijk proces. De Ennetcomdata noch
– subsidiair – de notities zullen dan ook van het bewijs worden uitgesloten.
De voorwaardelijke verzoeken
De verdediging heeft om aanhouding van de zaak verzocht als het hof de notities die in de Ennetcomdata zijn aangetroffen in de onderzoeken Bosnië en IJshamer tot het bewijs wil gebruiken. In dat geval wenst de verdediging extra tijd om deze notities nader te kunnen onderzoeken.
Omdat het hof de bedoelde notities niet uitsluit van het bewijs – zoals hiervoor is geconcludeerd – en tot het bewijs zal gebruiken – zoals hierna zal worden weergegeven – komt het hof toe aan de beoordeling van dit voorwaardelijke verzoek.
Het hof wijst het verzoek af en overweegt als volgt. Het hof is – zoals ook al is overwogen bij de afwijzing van het aanhoudingsverzoek van de raadsman ter zitting van 29 november 2021 – van oordeel dat het niet alleen onmogelijk, maar ook onnodig is om duizenden pagina’s aan berichten, waaronder de bedoelde notities, integraal te bekijken. Alle berichten die in september 2021 zijn aangeleverd waren voor die tijd voor de verdediging al raadpleegbaar en doorzoekbaar, zij het op andere wijze. Dat geldt ook voor de notities. Gericht zoeken was dus al gedurende een lange periode mogelijk en de extra termijn die het hof de verdediging heeft gegeven door de behandeling van deze zaak uit te stellen tot 29 november 2021 heeft de verdediging een extra mogelijkheid gegeven om de verstrekte datasets, waaronder de notities, ook in PDF-formaat te kunnen doorzoeken. Het hof merkt bovendien op dat de verdediging op geen enkele wijze concreet heeft kunnen maken welke van de voor [verdachte] belastende notities niet door hem zouden zijn aangemaakt dan wel verzonden en ook niet wie hiervoor verantwoordelijk zou kunnen zijn. Gelet op dit alles wijst het hof het voorwaardelijke verzoek van de verdediging om de zaak opnieuw aan te houden af.
Aan het voorwaardelijke verzoek van de advocaten-generaal komt het hof niet toe, omdat niet is voldaan aan de bij dat verzoek gestelde voorwaarde dat het hof van oordeel moet zijn dat de verdediging te weinig tijd heeft gehad om de verstrekte datasets te kunnen bestuderen. Het hof is juist van oordeel dat de verdediging wel genoeg tijd heeft gehad om de datasets te kunnen bestuderen en sluit deze datasets niet uit van het bewijs.
Betrouwbaarheid en authenticiteit
Met de raadsman en de advocaten-generaal stelt het hof vast dat de theoretische mogelijkheid bestaat - net als bij elk ICT-systeem dat is aangesloten op het internet - om Ennetcom te hacken of de data op andere wijze door technische omstandigheden of menselijk ingrijpen te beïnvloeden. Een dergelijke algemene vaststelling is echter onvoldoende om aan te nemen dat de Ennetcomdata onbetrouwbaar zijn, te meer nu uit de stukken blijkt dat er aan een groot aantal voorwaarden voldaan moet worden om deze data te kunnen manipuleren.
Ennetcom B.V. heeft de communicatie met PGP-telefoons ontwikkeld om anonieme en versleutelde communicatie tussen de gebruikers mogelijk te maken. Ongeveer 19.000 gebruikers maakten gedurende een lange periode naar volle tevredenheid gebruik van de service van Ennetcom. Uit het dossier - onder andere uit de verhoren van [betrokkene 2] , de overgelegde incidentenlijst en het onderzoek van de politie naar de betrouwbaarheid van Ennetcom - blijkt naar het oordeel van het hof dat Ennetcom ook daadwerkelijk deed wat het beloofde en dat er in al die jaren betrekkelijk weinig klachten/incidenten zijn geweest. Als deze er wel waren dan werden deze snel en adequaat opgelost. Bovendien is gebleken dat het retentiebeleid van Ennetcom – namelijk dat berichten, die niet handmatig door gebruikers werden verplaatst, automatisch verwijderd werden – goed werkte.
Het hof overweegt ook dat uit de zich in het dossier bevindende berichten blijkt dat de berichtenuitwisseling van de niet verwijderde berichten tussen verschillende gebruikers van de PGP-telefoons adequaat verloopt. Uit de bewaarde data valt te concluderen dat de gebruikers telkens weten met wie ze berichten uitwisselen en dat (een deel van) de aangetroffen berichten op elkaar aansluit(en).
Het hof acht het op voorhand onaannemelijk dat, zoals de verdediging suggereert, derden Ennetcomdata zouden hebben gemanipuleerd om verdachte in verband te brengen met strafbare feiten waarmee hij niets te maken heeft. Allereerst kende het Ennetcom duizenden gebruikers en werden berichten versleuteld. Het systeem werd gedurende de tijd dat het gebruikt werd als onkraakbaar door politie en justitie beschouwd. Voor manipulatie was kennis van de systemen en de sleutels nodig, alsmede kennis en software om berichtenverkeer en data te manipuleren en kennis omtrent de delicten waarmee men [verdachte] in verband wilde brengen. Die berichten zouden dan ook (in ieder geval grotendeels) bewaard moeten blijven. Ten slotte zou degene die manipuleerde er vanuit moeten zijn gegaan dat politie en justitie toegang tot de data zouden krijgen en die zouden kunnen ontsleutelen. Niettemin hebben rechtbank en hof de verdediging in de gelegenheid gesteld om getuigen te horen omtrent de betrouwbaarheid van de verkregen Ennetcomdata. Uit die verhoren blijkt dat er weliswaar op onderdelen problemen waren bij Ennetcom, zoals, als gezegd, overigens bij elk IT systeem van enige omvang, maar er zijn geen aanwijzingen gevonden die maken dat aan de authenticiteit van de Ennetcomdata getwijfeld hoeft te worden.
Verdachte is geconfronteerd met de PGP-gesprekken die het openbaar ministerie belastend heeft uitgelegd en hij heeft dus de mogelijkheid gehad om op deze informatie te reageren en/of de inhoud daarvan te betwisten. Hij heeft dit niet gedaan.
Zijn raadsman heeft wel aangevoerd dat uit onder andere de verhoren van [betrokkene 2] en [betrokkene 3] blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om data zo te manipuleren dat een account van een derde vol zit met belastende berichten en notities, terwijl deze derde die berichten niet vanuit dat account heeft gestuurd en de notities niet heeft opgeslagen. De raadsman heeft daarnaast aangevoerd dat het mogelijk is dat bepaalde spelers in het criminele milieu in een vroeg stadium invloed hadden bij Ennetcom.
Naar het oordeel van het hof is de gegrondheid van de verweren van de verdediging over de betrouwbaarheid van de Ennetcomdata echter niet aannemelijk geworden. Dat medewerkers of mogelijke stille vennoten van Ennetcom toegang hadden tot de keyservers en de kennis hadden om (metadata van) de Ennetcom-berichten en notities aan te passen, is evenmin aannemelijk geworden. De enkele theoretische mogelijkheid dat één of meer personen, al dan niet uit het criminele circuit, over deze toegang en/of kennis beschikten, betekent niet dat aannemelijk is dat een dergelijke aanpassing daadwerkelijk is gedaan. Ook niet aannemelijk is geworden dat anderen dan medewerkers van Ennetcom toegang hadden tot de keyservers en de kennis hadden om data aan te passen. Er zijn aanwijzingen dat men bij [bedrijf 1] beschikte over het wachtwoord van slechts één van de twee aanwezige keyservers namelijk het algemene PGP gedeelte, maar het door het openbaar ministerie verkregen materiaal betreft juist voornamelijk berichten die zijn versleuteld met keys die waren opgeslagen op de keyserver van het S/MIME gedeelte. Er zijn geen aanwijzingen dat medewerkers van [bedrijf 1] de kennis of enig motief hadden om berichten, laat staan Nederlandstalige berichten, aan te passen.
Het hof deelt de conclusie dat uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er wel eens fouten zijn gemaakt binnen Ennetcom, maar dat wel eens sprake was van fouten is onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat het gehele Ennetcom-systeem onbetrouwbaar is en dat (daarom) de data uit het systeem geen bewijswaarde hebben. Als er al sprake zou zijn van manipulatie van het systeem of van de berichten dan is het hof van oordeel dat uit de onderbouwing van de verdediging - en ook anderszins niet - op geen enkele wijze aannemelijk is geworden dat dit ook gebeurd is met de berichten/accounts die worden toegeschreven aan [verdachte] . Sterker nog: gelet op het geheel aan bewijsmiddelen, ook uit andere bron, en de mate van gedetailleerdheid van de berichten acht het hof dat volstrekt onwaarschijnlijk.
Uit het voorgaande volgt dat het hof als uitgangspunt neemt dat de Ennetcom-berichten en de notities die zijn aangetroffen in het account van een gebruiker, afkomstig zijn van deze gebruiker of aan hem zijn verzonden en dat deze berichten of notities niet zijn aangetast of vervalst.
Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat de inhoud van de PGP-berichten op een groot aantal onderdelen overeenkomt met de inhoud van andere bewijsmiddelen, zoals hierna zal worden weergegeven. De inhoud van die berichten vindt aldus bevestiging in andere bewijsmiddelen. Uit de stukken blijkt op welke wijze de politie de identiteit van de personen achter de Ennetcom-accounts - waaronder [verdachte] - heeft vastgesteld.
Gelet op het voorgaande oordeelt het hof dat de Ennetcomdata betrouwbaar zijn en voor het bewijs in deze zaak kunnen worden gebruikt. Nu het hof tot het oordeel komt dat de data betrouwbaar zijn en – zoals in het navolgende dus wordt gemotiveerd – steun vindt in ander bewijs wordt het beroep van de verdediging op artikel 344 lid 1 sub 5 verworpen. Ten overvloede overweegt het hof in dit kader nog dat het – met de rechtbank – van oordeel is dat er geen sprake is van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een anoniem persoon in de zin van artikel 344a lid 3 wanneer er sprake is van emailverkeer tussen twee of meer gebruikers van PGP-telefoons. Het gaat immers om te tekst van een e-mailwisseling, niet om de verklaring van één anonieme getuige. De unus-testisjurisprudentie is hier dan ook niet van toepassing.
Bewijsoverwegingen
Onderzoek Bosnië
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaten-generaal hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de tenlastegelegde feiten in dit onderzoek.
In de eerste plaats heeft hij daartoe aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat [verdachte] de gebruiker was van de Ennetcom-accounts 4w12 en 08rh. In dit verband heeft de raadsman
- onder meer - gewezen op de omstandigheid dat de bijnaam “ [bijnaam Su.] ” een veel voorkomende is, dat het account 08rh ook door een Spaanstalig persoon is gebruikt en dat de inhoud van de berichten van de 08rh op verschillende momenten niet past bij de verblijfplaats van [verdachte] . Als al bewezen zou kunnen worden dat [verdachte] op enig moment de gebruiker was van de 4w12 of de 08rh, betekent dit niet dat hij de enige gebruiker van deze accounts was. De raadsman heeft gewezen op verschillende berichten waaruit blijkt dat Ennetcom-accounts door meerdere personen zijn gebruikt. Ook het account 4w12, dat aan [verdachte] wordt toegeschreven, lijkt door verschillende personen te zijn gebruikt. De raadsman heeft in het bijzonder een bericht van 4w12 van 14 augustus 2015 aangehaald, waarin de 4w12 zich voorstelt als “ [bijnaam Dr.] ”. Deze “ [bijnaam Dr.] ” zou iemand anders zijn dan “ [bijnaam Su.] ”, waarvan gezegd wordt dat het [verdachte] is.
Verder heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden dat [verdachte] zich als medepleger heeft schuldig gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Vast staat dat hij niet fysiek aanwezig was bij de uitvoering van die feiten. Daarnaast zijn er geen Ennetcom-berichten in het dossier te vinden die zien op de aanloop naar of de voorbereiding van de liquidatie in Kerkdriel . Alle in het onderzoek Bosnië ingebrachte communicatie is van ná de liquidatie. De rol van [verdachte] is dus van onvoldoende gewicht om hem als medepleger te kunnen aanmerken.
Ook uitlokking, wat steeds subsidiair ten laste is gelegd, kan niet worden bewezen. Voor uitlokking is vereist dat door middel van de aanwending van de in artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht genoemde uitlokkingsmiddelen bij de pleger het wilsbesluit wordt gewekt het tenlastegelegde strafbare feit te begaan. Op het ontstaan van dat wilsbesluit en de daartoe aangewende uitlokkingsmiddelen is in deze zaak nauwelijks of geen zicht gekomen, zodat vrijspraak van de subsidiair tenlastegelegde feiten moet volgen.
Tot slot heeft de raadsman betoogd dat ook voor de onder 1 en 2 meer subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid te weinig bewijs is.
Oordeel van het hof
De door de verdediging gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van de tenlastegelegde feiten worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof het volgende.
De feiten
Op 31 december 2015 zijn [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] in Kerkdriel , bij de [plaats delict] , rijdend in een auto, door twee schutters beschoten. [slachtoffer 1] is als gevolg van deze schietpartij overleden. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn allebei gewond geraakt.
Er zijn camerabeelden beschikbaar van de schietpartij. Op deze beelden is te zien dat er om 17.35 uur een donkere auto, een stationwagen, met dimlicht over de [straat 2] kwam aanrijden en parkeerde op de parkeerplaats van de [plaats delict] . Op het moment dat de auto waarin de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] en [slachtoffer 3] zaten - een witte Mercedes - het campingterrein verliet, rende de eerste schutter de donkere auto uit. Deze schutter droeg een capuchon met een bontkraag. Hij schoot gericht op de bestuurder van de witte Mercedes. Rechtsachter deze schutter bevond zich de tweede schutter. Ook deze heeft op de Mercedes geschoten. Beide schutters hebben in totaal meer dan tien keer geschoten.
Op het parkeerterrein bij de [plaats delict] zijn hulzen aangetroffen.
Op 31 december 2015 omstreeks 18.24 uur is een autobrand gemeld in Zaltbommel . Het kenteken van deze auto was [kenteken 1] . Het betrof een BMW. Rondom de auto zijn hulzen en kogels gevonden. Uit onderzoek is gebleken dat deze auto gestolen was en dat voornoemd kenteken niet het originele kenteken van deze auto was. In de auto werden verbrande resten van twee wapens aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat het om twee automatische wapens van het merk CZ (kaliber 7,62mm) ging.
Vervolgens is onderzoek gedaan naar een mogelijk verband tussen de schietpartij en deze uitgebrande BMW. Daarbij is gekeken naar uiterlijke overeenkomsten van deze auto met de donkere auto die op de camerabeelden van de [plaats delict] is te zien. Bij deze vergelijking zijn meerdere overeenkomsten aangetroffen.
Verder zijn de twee (verbrande) automatische wapens vergeleken met de aangetroffen hulzen op de camping. Uit het door het NFI verrichte onderzoek leidt het hof af dat deze hulzen zijn verschoten met de twee automatische vuurwapens in de uitgebrande BMW. Er zijn ook delen van kogels aangetroffen in het lichaam van [slachtoffer 1] . Uit het onderzoek van het NFI leidt het hof af dat deze kogelmanteldelen zijn afgevuurd uit de loop van één van de twee in de BMW aangetroffen automatische vuurwapens.
Gelet op het voorgaande gaat het hof ervan uit dat de twee automatische wapens die in de in Zaltbommel aangetroffen BMW zijn gevonden, door de twee schutters zijn gebruikt bij de schietpartij bij de camping in Kerkdriel . Na de schietpartij zijn de schutters er in deze BMW vandoor gegaan.
De voorbereiding
De broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] verbleven sinds enkele weken voor 31 december 2015 in chalet 218 op de [plaats delict] in Kerkdriel . Dit chalet was moeilijk te vinden.
De getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij één of twee dagen voor de schietpartij rond 19.00 uur de camping op reed en toen werd aangesproken door twee Marokkaanse jongens. Eén van deze jongens vroeg waar chalet 201 was. Chalet 201 bevindt zich net voor het pad dat leidt naar chalet 218.
Uit de camerabeelden van de [plaats delict] in de periode van 28 december tot 31 december 2015 blijkt dat twee onbekende mannen op vijf verschillende momenten een bezoek hebben gebracht aan deze camping. Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat deze mannen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waren en ook dat zij tijdens enkele van deze bezoeken automatische vuurwapens bij zich hadden. Dat staat in deze zaak ook niet ter discussie.
Is [verdachte] de gebruiker van de Ennetcom-accounts 4w12 en 08rh?
De ontsleutelde Ennetcomberichten spelen in deze zaak een belangrijke rol. In het Onderzoek Bosnië zijn de Ennetcom-accounts h249, 9b16, o95w, 8g90, 08rh en 4w12 van belang. Het hof stelt vast dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van de o95w en de 8g90 en [medeverdachte 1] van de h249. Dat staat in deze zaak ook niet ter discussie. In relatie tot deze Ennetcom-accounts zijn in dit onderzoek ook de accounts 4w12 en 08rh in beeld gekomen.
De vraag die het hof in deze zaak zal moeten beantwoorden, is of [verdachte] geïdentificeerd kan worden als de gebruiker van de accounts 4w12 en 08rh. In dit verband acht het hof de volgende feiten en omstandigheden, die volgen uit de bewijsmiddelen, van belang.
De gebruiker van de accounts 4w12 en 08rh heeft gebruik gemaakt van twee verschillende telefoons (de IMEI-nummers verschillen), maar van dezelfde SIM-kaart.
Bij beide accounts:
- -
zijn 61 unieke e-mailaccounts opgeslagen als contact door zowel de 4w12 als de 08rh;
- -
zijn er van deze 61 unieke e-mailaccounts 53 e-mailaccounts onder een identieke contactnaam opgeslagen door zowel de 4w12 als de 08rh.
Bovendien is gebleken dat:
- -
de gebruikers van 39 unieke e-mailaccounts zowel de 4w12 als de 08rh hebben opgeslagen;
- -
er van deze 39 unieke e-mailaccounts 10 e-mailaccounts zijn waarvan de gebruikers een identieke contactnaam hebben gegeven aan zowel account 4w12 als 08rh;
- -
er van deze 39 unieke e-mailaccounts 14 e-mailaccounts zijn waarvan de gebruikers een zeer gelijkende contactnaam hebben gegeven aan zowel account 4w12 als 08rh.
Het hof concludeert op grond hiervan dat door de 4w12 en de 08rh dezelfde e-mailaccounts grotendeels zijn opgeslagen onder een identieke dan wel gelijkende contactnaam. Bovendien zijn de 4w12 en de 08rh ook door 39 andere e-mailaccounts onder identieke dan wel zeer gelijkende contactnamen opgeslagen. Het hof stelt dan ook vast dat de gebruikers 4w12 en 08rh bekend zijn met veelal dezelfde contacten.
In de contactenlijst van de 4w12 is op 15 november 2015 het account 08rh opgeslagen onder de accountnaam ‘nieuwe’. De laatste opgeslagen verzonden berichten van de 4w12 zijn van 17 november 2015.
Op 1 januari 2016 vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen [medeverdachte 1] en de 2229:
Zender | Bericht |
[medeverdachte 1] | Die andere zegt dat hij niks van mij ontvangt heb hem 6x gemald maar er komt niks aan bij hem ben die gozer net tel bij je heeft gehaald |
2229 | Ooo wacht. Ik heb je denk ik die oude mail van hem gegeven. Zie onderaan |
2229 | [e-mailadres 4] [e-mailadres 2] Ik denk dat je de bovenste moet hebben. Probeer ze allebei maar. Ik mail hem altijd met die tweede |
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, concludeert het hof dat de e-mailaccounts 4w12 en 08rh dezelfde gebruiker hadden. Het hof gaat er ook van uit dat deze gebruiker de vaste gebruiker was van deze accounts. Op dit punt zal het hof verderop in dit arrest nader ingaan.
Het hof ziet zich eerst voor de vraag gesteld wie de gebruiker van de accounts 4w12 en 08rh was. In dit verband acht het hof het volgende van belang.
Naar aanleiding van de liquidatie van [slachtoffer 4] (Onderzoek Brandberg ) is er op [publicatiedatum] een bericht verschenen op de website van de krant ‘Het Parool’. In dit artikel worden de volgende namen genoemd:
- -
[verdachte] ;
- -
[slachtoffer 4] , vermoord op [sterfdatum] ;
- -
[betrokkene 4] , vermoord op [sterfdatum] ;
- -
[betrokkene 5] , vermoord op [sterfdatum] ;
- -
[betrokkene 6] , vermoord op [sterfdatum] ;
- -
[betrokkene 7] , vermoord op [sterfdatum] ;
- -
[betrokkene 8] , vermoord op [sterfdatum] ;
- -
[betrokkene 9] .
Op 8 november 2015 vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen de 4w12 en de 08z9:
Zender | Bericht |
08z9 | Je naam staat kk heet op parol wtf |
4w12 | Hahahahaha ja man die denken natuurlijk dat ik erachter zit |
4w12 | Ja lekker belangrijk ahahah. Praten mensen op straat?? |
08z9 | Nee parol praat madefackers |
[betrokkene 9] is naar aanleiding van de moord op [betrokkene 7] veroordeeld en zat ten tijde van de liquidatie van [slachtoffer 4] gedetineerd. Gelet op de door middel van de historische verkeersgegevens verkregen locatiebepalingen van de 4w12 in relatie tot de detentie van [betrokkene 9] kan deze [betrokkene 9] niet de gebruiker zijn van de 4w12. De PGP-telefoon voorzien van het IMEI-nummer 5676, waarmee de berichten van de 4w12 zijn verstuurd, heeft in de periode na 2 november 2015 immers geen verbindingen afgewikkeld in het Nederlands radionetwerk. Indien er met deze telefoon in de periode van 6 tot en met 11 november 2015 gecommuniceerd zou zijn vanuit de penitentiaire inrichting zou dit in de historische verkeersgegevens zichtbaar zijn geweest.
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat alleen [verdachte] en [betrokkene 9] nog in leven zijn van de personen die zijn genoemd in het artikel in Het Parool. De opmerking van de 08z9 “je naam staat kk heet op parol wtf” moet dus op één van deze personen betrekking hebben. Gelet op zijn detentie kan [betrokkene 9] niet degene zijn geweest die heeft gecommuniceerd met behulp van het account 4w12. Dit wijst er dan ook op dat [verdachte] de gebruiker was van dit account.
Verder is het volgende nog van belang bij de identificatie van de accounts 4w12 en 08rh.
Op 24 september 2015 is op het account 4w12 het volgende bericht opgeslagen: ‘ [bijnaam Mi.] [telefoonnummer 1] ’. Tevens is een op 23 januari 2016 aangemaakte opmerking aangetroffen op het account 08rh. Ook daar werd het telefoonnummer [telefoonnummer 1] genoemd. Daarnaast werd het telefoonnummer [telefoonnummer 2] genoemd. Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] stond op 14 juni 2017 op naam van [betrokkene 10] , met als aansluitingsadres [adres 2] in Amsterdam . In de Gemeentelijke Basis Administratie stond [betrokkene 10] destijds op dit adres ingeschreven. Zij is een zus van [verdachte] . [verdachte] heeft hierover verklaard dat hij zijn zus [betrokkene 10] opslaat als ‘ [bijnaam Mi.] ’, ‘Zus’ of ‘zusje’. Geen van zijn broers heeft een PGP. De ouders van [verdachte] wonen aan de [straat 3] . Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] stond op 14 juni 2017 op naam van [betrokkene 11] , wonende aan de [adres 3] in Zaandam . [betrokkene 11] is de broer van [verdachte] .
Het hof stelt op grond hiervan vast dat in de accounts 4w12 en 08rh telefoonnummers van een broer en een zus van [verdachte] zijn opgeslagen. Deze telefoonnummers staan ook geregistreerd op adressen van deze broer en de ouders van [verdachte] .
Door de Marokkaanse autoriteiten is een overzicht verstrekt van de in- en uitreisgegevens van [verdachte] over de periode van 9 augustus 2007 tot en met 22 juni 2017. Ook zijn de historische gegevens van IMEI-nummer 5676 (de telefoon van de 4w12) verstrekt over de periode van 23 september 2015 tot en met 2 november 2015. Uit deze gegevens blijkt dat [verdachte] exact op dezelfde momenten in Marokko was als de gebruiker van de 4w12 en de 08rh. Bovendien volgt uit voornoemde gegevens - in onderling verband en samenhang bezien - dat de gebruiker van de 4w12 op exact dezelfde dagen als [verdachte] van en naar Marokko is gereisd. Dat blijkt uit het feit dat de 4w12 telkens zendmasten heeft aangestraald op en rondom de luchthaven Schiphol op het moment dat [verdachte] een reisbeweging heeft gemaakt naar of vanuit Marokko. Ten slotte volgt uit de berichten van de 4w12 en de 08rh ook dat de gebruiker van deze e-mailadressen in Marokko verbleef. Dit geldt ook voor het verblijf van [verdachte] in Thailand, nu de berichten dat de gebruiker ‘ver is’ en dat het daar ‘warm is’ passen bij een verblijf in Thailand. Naar het oordeel van het hof duidt dit er dan ook op dat [verdachte] de gebruiker van zowel de 4w12 als de 08rh is.
Gelet op al het voorgaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat het hof ervan uit dat [verdachte] de vaste gebruiker was van de Ennetcom-accounts 4w12 en 08rh. De verdediging heeft in dit verband aangevoerd dat de gebruiker van een bepaalde telefoon niet steeds dezelfde hoeft te zijn en dat [verdachte] zijn telefoon ook af en toe heeft uitgeleend. Het hof stelt echter voorop dat er in beginsel van uit kan worden gegaan dat de gebruiker van een bepaalde telefoon de vaste gebruiker is van dat toestel, tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel. Die aanwijzingen heeft het hof niet gevonden voor wat betreft de Ennetcom-accounts 4w12 en 08rh als het gaat om de periode die relevant is voor de in deze zaak tenlastegelegde feiten. De verdediging heeft ook zelf niet gewezen op dergelijke aanwijzingen die zien op deze relevante periode.
De verdediging heeft wel gesteld dat uit een bericht van de 4w12 van 14 augustus 2015 blijkt dat ene “ [bijnaam Dr.] ” toen gebruik zou hebben gemaakt van dit Ennetcom-account. Het hof wil wel aannemen dat [verdachte] zijn PGP-telefoon op dat moment mogelijk had uitgeleend aan een persoon met de bijnaam “ [bijnaam Dr.] ”, maar merkt hierbij op dat de datum 14 augustus 2015 niet in de voor het tenlastegelegde relevante periode valt. De omstandigheid dat [verdachte] zijn telefoon op deze datum mogelijk heeft uitgeleend, kan dus niet tot de conclusie leiden dat ook iemand anders dan hij gebruik heeft gemaakt van het Ennetcom-account 4w12 op de tijdstippen die wel relevant zijn voor de tenlastegelegde feiten. In dit verband overweegt het hof dat [verdachte] niet heeft aangegeven aan wie en wanneer hij zijn telefoon in deze periode zou hebben uitgeleend. Hij heeft ook niet laten weten welke berichten niet door hem verstuurd zouden zijn. Vragen van het hof hierover heeft [verdachte] niet beantwoord.
Zoals hiervoor al is overwogen, gaat het hof er dus van uit dat de accounts 4w12 en 08rh dezelfde gebruiker hadden en dat deze gebruiker ook de vaste gebruiker van deze accounts was. In dit verband merkt het hof nog op dat uit de gesprekken die in de voor het tenlastegelegde relevante periode via de PGP-telefoons zijn gevoerd, blijkt dat het voor de gebruikers van die toestellen steeds duidelijk is met wie zij spreken. Ook dat duidt er niet op dat er in deze periode (steeds) andere gebruikers achter deze toestellen hebben gezeten. In het hiervoor al aangehaalde bericht van de 4w12 van 14 augustus 2015, toen ene “ [bijnaam Dr.] ” het PGP-toestel van de 4w12 mogelijk even in gebruik had, liet deze gebruiker bovendien degene aan de andere kant van de lijn onmiddellijk weten dat deze met “ [bijnaam Dr.] ” van doen had (“Yoo bro met [bijnaam Dr.] ”). Daaruit leidt het hof af dat áls een telefoon al werd uitgeleend, dit meteen duidelijk werd gemaakt door degene die het toestel tijdelijk in gebruik had.
Het hof concludeert dus dat [verdachte] de vaste gebruiker was van de 4w12 en de 08rh en het schrijft alle in dit arrest weergegeven e-mailberichten afkomstig van deze accounts aan hem toe(tenzij anders vermeld). Hierna zal het hof de gebruiker van deze accounts aanduiden als [verdachte] .
De inhoud van de Ennetcomberichten
Hierna zal het hof de inhoud van de relevante Ennetcomberichten en -notities weergeven voor wat betreft de tenlastegelegde feiten in het Onderzoek Bosnië .
In het account van [verdachte] is de volgende op 28 augustus 2015 aangemaakte notitie aangetroffen (deze notitie is voor het laatst gewijzigd op 17 september 2015):
“Lifelounge shisha amersfoort. Zusjes
Bnws2790 zusjes golf
7125 HSF mercedes ML.. Van 2007 die model..
Ik ben hun gevolgd… Dat is auto van die [slachtoffer 2] .
Ja van foto ze zijn weg… Dat is plaat. Spaanse platen”.
Hieruit leidt het hof af dat [verdachte] in augustus/september 2015 al bezig was met het vergaren van informatie over de verblijfplaatsen/auto’s van de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] , die ook wel de ‘zusjes’ werden genoemd.
Ook [medeverdachte 1] hield zich hier al mee bezig voorafgaande aan de uiteindelijke schietpartij in Kerkdriel op 31 december 2015. Op 25 september 2015 heeft hij namelijk het adres [adres 1] , een adres waar de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] vaak kwamen, toegevoegd aan de contactenlijst behorende bij zijn Ennetcom-account 9b16. Op dit adres in Utrecht is horecagelegenheid [restaurant] (verder: [restaurant] ) gevestigd.
Op 10 oktober 2015 vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen de 2f8b ( [medeverdachte 4] ) en [verdachte] :
Zender | Bericht |
[verdachte] | Ik sprak met hem, hij zei dat ik je naar een actie kon sturen. |
2f8b | Je zou wat voor me klaar leggen, ik zou er eventueel morgen om kunnen rijden |
2f8b | Ik kan vrij praten toch? Je weet wat ik jou heb uitgelegd binnen, ik heb nu nog even een project, die moet ik nog afhandelen, daarna kan ik jou klus aannemen broer, maar ik had we’ll ff dat gene nodig waar ik je om vroeg, 2 kleine 1 grote alvast, en ik heb ff een nummer nodig van ogen, je weet wie ik bedoel toch |
[verdachte] | Je kan vrij praten. Ik ben broertje van die [bijnaam La.] vriend trouwens dat je dat weet. Ben op de hoogte van alles. Ik heb 2kleine voor je maar helaas geen patronen. Van grote heb ik alles compleet |
[verdachte] | Ok ben zelf in het buitenland. Die jongen die het jou gaat geven die geeft je alle info. |
Op 11 oktober 2015 vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen de 2f8b ( [medeverdachte 4] ) en [verdachte] :
Zender | Bericht |
[verdachte] | Dit is die jongen die je die spullen gaat geven. Klik op die mailadres dan kan je hem een bericht sturen [e-mailadres 1] |
2f8b | Ok top! |
Op 11 oktober 2015 heeft [medeverdachte 1] het volgende bericht gestuurd naar de 2f8b ( [medeverdachte 4] ): “ [adres 1] . Die rechter en op die andere foto is die ander”.
Op de door [medeverdachte 1] meegezonden foto’s heeft de verbalisant [verbalisant] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] herkend.
Op 11 oktober 2015 vond ook de volgende berichtenwisseling plaats tussen de 2f8b ( [medeverdachte 4] ) en [verdachte] :
Zender | Bericht |
[verdachte] | Oke adres heb je toch? Het zijn 2 broers waarvan we 1 belangrijker vinden dan de ander. Met baard moeten we hebben. Mochten ze met zn 2 zijn dan moeten allebei weg, maar met baard is ons doel. Ik stuur je hun foto. Als je vragen hebt moet je die stellen. |
[verdachte] | Dit is onze hoofddoel! Is 1 en dezelfde persoon. |
2f8b | Alles is goed broeder, de project gaat van start |
[verdachte] | Dit is zn broertje op die 1ste foto zie je hem zitten met verband om zn pols |
[verdachte] | Ja voor ons is belangrijk dat die met baard weggaat. Maar als zn broertje daar is, is mooi meegenomen. |
2f8b | Ik heb alles, alleen ik had begrepen, dat het om 1 persoon ging. Vandaag werd het met pas duidelijk dat het er 2 waren. |
2f8b | Top! Ik had er niet aan getwijfel. Jullie horen vanzelf wanneer ze met pensioen zijn |
Op de door [verdachte] meegezonden foto’s heeft de verbalisant [verbalisant] [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] herkend. Het hof gaat ervan uit dat met de persoon “met baard” [slachtoffer 2] wordt bedoeld.
Op 18 november 2015 om 00.13 uur stuurde [verdachte] het volgende bericht naar de 2f8b ( [medeverdachte 4] ): “Hee bro! Hij is binnen”, waarmee hij informatie over de verblijfplaats heeft doorgespeeld.
Hierop heeft de gebruiker van de 2f8b ( [medeverdachte 4] ) als volgt gereageerd:
“Ja shit man! Ik hoor net dat die klojo van een neef van me niks heeft georganiseert gisteren avond, ben echt fucking boos op die gozer! (…) Mochten ze er dit weekend niet zijn, blijf ik weg van de open kamp om dit op te lossen, want ik word momenteel ook aangesproken voor de klus die ik voor de jouwe had aangenomen. Ik heb de hele situatie met open kamp gewoon verkeerd in geschat. Ik heb nog nooit gefaald! En iedereen die mij kent weet dit! Dus ik peins er niet over om hier in te falen. Blijf vertrouwen in me hebben bro!”
[slachtoffer 2] heeft op 31 december 2015 verklaard dat ze hem en zijn broer een aantal weken geleden op de [straat 1] in Utrecht met Kalasjnikovs wilden beschieten, maar dat dit door een oplettende caféhouder is voorkomen. Het hof begrijpt dat het hier gaat om de voorbereiding van de moorden op de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] , waarnaar onderzoek is gedaan in het Onderzoek Maan (en welk feit is tenlastegelegd aan de verdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] ). Het incident waar [slachtoffer 2] over spreekt, vond plaats op 21 november 2015 bij [restaurant] in Utrecht . De broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] kwamen hier regelmatig. In de buurt van deze horecagelegenheid zijn op 21 november 2015 automatische vuurwapens gevonden.
Uit het voorgaande volgt dat [verdachte] , [medeverdachte 4] (de gebruiker van de 2f8b) naar een actie heeft gestuurd, waarna hij [medeverdachte 1] als tussenpersoon liet optreden om [medeverdachte 4] van de nodige informatie en spullen te voorzien. [verdachte] heeft vuurwapens laten leveren aan [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] heeft vervolgens het adres aan de [adres 1]
- welk adres hij eerder al in zijn account had opgeslagen - doorgegeven aan [medeverdachte 4] . Daarbij heeft [medeverdachte 1] ook foto’s gestuurd van de broers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . Uit de hiervoor aangehaalde berichten blijkt dat de broer met de baard belangrijker is. Het hof begrijpt dat [slachtoffer 2] de broer met de baard is. [medeverdachte 4] heeft nog aangegeven dat “het project van start gaat” en ze “vanzelf horen wanneer ze met pensioen zijn”. Vervolgens is op 21 november 2015 een liquidatie voorkomen bij [restaurant] .
Het hof concludeert uit dit alles dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een (liquidatie)doelwit van [verdachte] vormden en dat hij en [medeverdachte 1] zich al langer bezig hielden met het verkrijgen dan wel leveren van inlichtingen/middelen om dit doel te bewerkstelligen.
Verder zijn de volgende berichten nog van belang.
In het account van [verdachte] is de volgende, op 22 november 2015 om 20.09 uur - de dag na deze mislukte aanslag in Utrecht – aangemaakte notitie aangetroffen (die op 23 januari 2016 voor het laatst is gewijzigd):
“Volvo v60 zwart blauwe kleur met creme interieur dus die lange volvo
Die flikker [slachtoffer 2] woont als goed is in rotje . Weet nog niet adress maar ben mee bezig hij woont in zuid rijd een zwarte bmw. coupe hij chilt veel in utrecht alleen woont rot zuid . En hij gaat met een chik [betrokkene 12] . Bungelow met jetsky voor ht strand [adres 4] Maasdriel Kenteken is [kenteken 2] ”.
Zoals al is overwogen, verbleven de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] sinds enkele weken voor 31 december 2015 in chalet nr. 218 op de [plaats delict] . Deze camping is gelegen aan de [adres 4] te Kerkdriel . De eigenaar van dit chalet had een jetski en de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] reden in een Mercedes met het kenteken [kenteken 2] . [slachtoffer 2] heeft ook gebruik gemaakt van een Volvo.
Op 1 januari 2016, een dag na de schietpartij, vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] :
Zender | Bericht |
[verdachte] | Hoe is ie dan soldaat |
[medeverdachte 1] | Hahahah rustiggg broo met jouu |
[verdachte] | Hahahahaha heel goed ewa faka dan, heb je gisteren gespaced wella? |
[medeverdachte 1] | Hahah kleinbeetje je weetzelf hahahah e hoor dan ahahah vandaag ik word wakker me moeder zegt tegen me [slachtoffer 2] is overledenn ik zeg hoe weet je dat ze zegt tegen me ja je tante ze vriendin is der neef hahahahaha toen ik ging naar boven ik was kkk blij hahahahahahaha |
[medeverdachte 1] | Hahahahah die andere brada was bijna ook loesoe ze kk moer we hebben leip op ze gelostt |
[verdachte] | Ahahahahahahahahaha helemaal lijp |
[verdachte] | Ja ik heb gehoord man pffff heel marokko praat erover. Ze zeggen die gasten zijn lijp. Iedereen is hier toch met nieuwjaar |
[medeverdachte 1] | Hahahahah bro je weet van mij geen grappen alles gaat geweldadig |
[verdachte] | Oke wat moet ik je betalen? |
[medeverdachte 1] | Bro zeg jij maar hoeveel staat op hun hoofd ze waren we’ll wat waard he hahah |
[medeverdachte 1] | Meer dan die aap he of niet |
[verdachte] | Hahahahah ik ga goed met je doen |
Daarnaast vond op 1 januari 2016 de volgende berichtenwisseling plaats tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] :
Zender | Bericht |
[medeverdachte 2] | Happy new yearrrr bro |
[medeverdachte 1] | Hahahhahaha jo brother |
[medeverdachte 2] | Hahaha hij is weg haahahha |
[medeverdachte 1] | Ja broo die andere is gewond |
[medeverdachte 2] | We hebben het toch goed gedaan gangster shit hopelijk gaat ie daar diddie (het hof begrijpt: dood) |
[medeverdachte 1] | Pff diekalew is weg en die andere hoop ik snel ook |
[medeverdachte 2] | Ja toch bro ik hoop het |
[medeverdachte 1] | Ja man. |
In deze berichten is op de dag na de liquidatie expliciet gesproken over het overlijden van [slachtoffer 2] , waar [medeverdachte 1] “kkk blij” mee is (hof: in werkelijkheid is [slachtoffer 1] overleden). De andere “brada” was ook bijna “loesoe”, aldus [medeverdachte 1] . Dit past bij [slachtoffer 2] , bij wie een kogel net langs zijn hoofd is gegaan. Vervolgens geeft [medeverdachte 1] aan dat ze “leip op ze hebben gelost”. In samenhang bezien met de eerder genoemde reisbewegingen en de camerabeelden duidt dit er naar het oordeel van het hof op dat [medeverdachte 1] één van de schutters is geweest bij de liquidatie van [slachtoffer 1] en de poging tot liquidatie van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Uit het hiervoor weergegeven gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt - in samenhang bezien met alle overige bewijsmiddelen - dat [medeverdachte 2] de tweede schutter was.
Uit voornoemde berichten blijkt ook dat [verdachte] aan [medeverdachte 1] heeft gevraagd wat hij hem moet betalen. [medeverdachte 1] heeft daarop geantwoord dat [verdachte] maar moet zeggen hoeveel er op hun hoofd staat. Vervolgens is er op 1 januari 2016 vanaf 19.47 uur nog onderhandeld over de prijs/beloning tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] . Hierover vond de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender | Bericht |
[medeverdachte 1] | Bro wat gaat er betaald worden voor die flikkers dan |
[medeverdachte 1] | Bro met die wakkie weggrijden van mij als vluchtauto is ook fuckingg heet he gaan we nooit meer doen man beter huren en op iemand andere naam gooien ofso |
[verdachte] | Ja ik weet man, we gaan zelf apparaat kopen dan nakken we die waggies zelf. Hoeveel wil je? Je moet niet te duur worden he ahahahaha |
[medeverdachte 1] | Bro je weet deze man was veel waard volgens mij he en 1 loesoe en die andere is gewond is we’ll iets ik dacht aan 85 zo maar jij moet het zeggen bro. |
[verdachte] | Broer je beseft wel dat dat echt heel veel is he, de vorige x had ik je 60 gegeven omdat ik vond dat je het meeste had gedaan. Echt wollah normaal gaven we hitters 40 a 50 max Maar bij jou betaal ik omdat ik weet dat jij nog voor andere mensen zorgt. |
[medeverdachte 1] | Ewa aan wat denk jij bro 70 is dat goed bro? |
[verdachte] | Ben je daar tevreden mee?? |
[medeverdachte 1] | Kijk ik heb vorige x veel opgemaakt maar kijk als je 75kan missen ben ik er blij mee ik wil een snuif tel halen voor shie 25k30k loop ik hem afentoe en laat ik hem iemand lopen snapje. |
[verdachte] | Hahahahaha heel slim. Safi isgoed. Ik geef je nu 70 en geef je later 5 akkoord?? |
[medeverdachte 1] | Hahah ja isgoed bro je weet anders gaat het heel snel op he maar ik zeg je strax waneer ik het kan ophalen |
[verdachte] | Oke als [bijnaam Ro.] je vraagt hoeveel zeg je bankoe goed? |
[medeverdachte 1] | Top broo love youu bro echt alleen aan wat ik nu denk bro is me wakkie ze kunnen niks doen toch is geen bewijs dat ik daar ben geweest met me wak neetoch |
[verdachte] | Nee sowieso niet man. Zorg dat je die kleren weggooit die je aan had klaar. Voor de rest geen bewijs bro. Had je je waggie wel beetje sneaky gezet? Uit zicht van cammies |
[medeverdachte 1] | Ja bro |
[verdachte] | Dan is dat niets en ook al komen ze. Is geen bewijs. |
[verdachte] | Maak je niet teveel druk bro |
In deze berichten is verder onderhandeld over de beloning voor de liquidatie. Bij deze onderhandeling gaf [verdachte] aan dat hitters ‘normaal’ 40 tot 50 krijgen, maar dat [medeverdachte 1] de vorige keer 60 heeft gekregen omdat hij het meeste heeft gedaan. Deze opmerking en het eerdere bericht van [medeverdachte 1] dat ‘ze’ (hof: [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]) wel ‘meer dan die aap’ waard zijn, duiden naar het oordeel van het hof op de betrokkenheid van [verdachte] en [medeverdachte 1] bij de eerdere liquidatie van [slachtoffer 4] op 7 november 2015. Deze liquidatie zal hierna door het hof nog worden besproken (bij het Onderzoek Brandberg ). In voornoemd bericht is bovendien gemaild over eventueel achtergelaten bewijs. [verdachte] heeft in dit verband meegedacht met [medeverdachte 1] en hij heeft hem geïnstrueerd om zijn kleding weg te gooien. Voor wat betreft het resultaat van de onderhandeling heeft [verdachte] tot slot aangegeven dat [medeverdachte 1] moet zeggen dat hij ‘bankoe’ heeft gekregen als ‘ [bijnaam Ro.] ’ (hof: [medeverdachte 2]) het vraagt.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande - in onderling verband en samenhang bezien - stelt het hof vast dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 31 december 2015 de schutters zijn geweest die de broers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] allebei meerdere keren hebben beschoten. De betrokkenheid van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij deze schietpartij staat in deze zaak niet ter discussie.
Voor wat betreft de betrokkenheid van [verdachte] en de juridische duiding van deze betrokkenheid heeft het hof met name gelet op de volgende feiten en omstandigheden, die uit voornoemde bewijsmiddelen kunnen worden afgeleid:
- -
[verdachte] is in augustus/september 2015 al begonnen met het verzamelen van informatie over de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] , ofwel de ‘zusjes’;
- -
in oktober 2015 heeft [verdachte] de gebruiker van het PGP-account 2f8b ( [medeverdachte 4] ) naar een actie gestuurd gericht op de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] , waarbij hij heeft aangegeven dat ze allebei ‘weg moeten’ maar dat de broer met de baard - [slachtoffer 2] - het hoofddoel is;
- -
[verdachte] heeft [medeverdachte 1] als tussenpersoon laten optreden, waarna ook contacten tussen [medeverdachte 1] en de opdrachtnemer hebben plaatsgevonden over onder meer het adres waar de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] vaak kwamen;
- -
[verdachte] hield zelf een vinger aan de pols bij de gebruiker van de 2f8b ( [medeverdachte 4] ) en hij heeft hem geïnformeerd over de verblijfplaats van de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] ;
- -
op 21 november 2015 is een aanslag op de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] mislukt;
- -
[verdachte] heeft zich direct daarna bezig gehouden met het verkrijgen van de meest actuele informatie over de verblijfplaats(en) en voertuigen van de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] .
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van het hof dat de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] in augustus/september 2015 al een doelwit waren van [verdachte] en dat zij dit tot en met de liquidatie op 31 december 2015 zijn gebleven.
Uit de inhoud van de hiervoor weergegeven Ennetcomberichten wordt verder het volgende afgeleid over de betrokkenheid van [verdachte] :
- -
in de voorbereiding liet [verdachte] een ander als tussenpersoon optreden om de (eerste) opdrachtnemer/hitter van de nodige informatie en (onder meer) wapens te voorzien;
- -
[verdachte] hield in de voorbereiding een vinger aan de pols en bleef informatie aan de bedoelde schutter doorspelen;
- -
[verdachte] bepaalde en betaalde de beloning voor de uiteindelijke liquidatie en hij stelde de schutters deze beloning in het vooruitzicht;
- -
[verdachte] stuurde [medeverdachte 1] aan voor wat betreft het bedrag dat hij tegenover de andere schutter moest noemen en hij gaf [medeverdachte 1] de instructie om zijn kleding weg te gooien;
Gelet op alles wat hiervoor is overwogen - in onderling verband en samenhang bezien - acht het hof bewezen dat [verdachte] deze (pogingen tot) liquidatie(s) heeft uitgelokt, zoals ten laste is gelegd onder 1 subsidiair en 2 subsidiair.
In dit verband overweegt het hof allereerst dat uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat [verdachte] al in augustus/september 2015 is begonnen met het verzamelen van informatie over de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] . Deze informatie heeft hij doorgespeeld aan [medeverdachte 4] . In het account van verdachte is een op 22 november 2015, een dag na de mislukte aanslag bij [restaurant] in Utrecht (onderzoek Maan ), aangemaakte notitie aangetroffen met informatie over de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] . Deze notitie bevat niet alleen informatie over de auto’s waarin deze broers reden (zoals het kenteken van één van deze auto’s), maar ook over een bungalow waar - zo begrijpt het hof - de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] destijds verbleven. Deze bungalow is, gelet op het in de notitie genoemde adres, gelegen op de [plaats delict] in Kerkdriel , waar uiteindelijk de liquidatie op 31 december 2015 heeft plaatsgevonden. Uit de bewijsmiddelen volgt ook dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (de schutters) in de periode voorafgaande aan 31 december 2015 verschillende bezoeken aan deze camping hebben gebracht. Daarnaast is gebleken dat [verdachte] de schutters een aanzienlijk geldbedrag in het vooruitzicht heeft gesteld en dat hij hen (mede) daarmee heeft bewogen tot de liquidatie. Een dag na de liquidatie, op 1 januari 2016, hebben [verdachte] en [medeverdachte 1] al een gesprek over de hoogte van het door [verdachte] te betalen “salaris”. In dit verband wijst het hof in het bijzonder op de berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] op 1 januari 2016. Op deze dag stuurde [verdachte] aan [medeverdachte 1] : “Oke wat moet ik je betalen?” [medeverdachte 1] antwoordde daarop: “Bro zeg jij maar hoeveel staat op hun hoofd ze waren we’ll wat waard he hahah”. Diezelfde dag stuurde [verdachte] ook het volgende bericht aan [medeverdachte 1] : “Broer je beseft wel dat dat echt heel veel is he, de vorige x had ik je 60 gegeven omdat ik vond dat je het meeste had gedaan. Echt wollah normaal gaven we hitters 40 a 50 max”. Uit de bewijsmiddelen blijkt ook dat [medeverdachte 2] betaald zou worden voor de liquidatie, zij het minder dan [medeverdachte 1] . Het hof leidt uit voornoemde berichten af dat [verdachte] degene was die betaalde voor de liquidatie en dat hij, zoals gezegd, ook de uiteindelijke prijs bepaalde. Naar het oordeel van het hof volgt uit de berichten ook dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] door de beloning die hen door [verdachte] in het vooruitzicht was gesteld, zijn bewogen om de liquidatie te plegen. Een dag na de liquidatie wordt immers al gesproken over de prijs die door [verdachte] betaald zou worden. Tot slot wijst het hof erop dat uit de hiervoor weergegeven berichten blijkt dat [verdachte] [medeverdachte 1] al eerder betaald heeft (“de vorige x had ik je 60 gegeven omdat ik vond dat je het meeste had gedaan”) en dat [verdachte] vaker schutters heeft betaald om een liquidatie te plegen (“Echt wollah normaal gaven we hitters 40 a 50 max”).
Uit dit alles kan naar het oordeel van het hof worden afgeleid dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 31 december 2015 hebben gehandeld na daartoe te zijn uitgelokt door [verdachte] .
De raadsman heeft nog aangevoerd dat het niet kan worden uitgesloten dat iemand anders dan [verdachte] een opdracht tot de aanslag op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 31 december 2015 aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gegeven. Hij heeft gewezen op het gebrek aan belastende communicatie afkomstig van de 4w12 in de tenlastegelegde periode in het onderzoek Bosnië . Het hof is van oordeel dat het feit dat er geen belastende communicatie van [verdachte] is uit de nacht van de (pogingen tot) liquidatie(s) niet afdoet aan zijn betrokkenheid zoals die hiervoor is vastgesteld. Voor betrokkenheid van anderen als opdrachtgever zoals de raadsman heeft gesuggereerd is er daarentegen geen enkele aanwijzing.
Concluderend acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] de moord op [slachtoffer 1] heeft uitgelokt (feit 1 subsidiair) en dat hij zich als uitlokker heeft schuldig gemaakt aan de poging tot moord op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (feit 2 subsidiair), die beiden ook in de auto zaten waarop geschoten werd. Van het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde medeplegen van die feiten zal [verdachte] worden vrijgesproken.
Onderzoek Brandberg
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaten-generaal hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van het in dit onderzoek onder primair tenlastegelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het in dit onderzoek onder primair en subsidiair tenlastegelegde. In dit verband heeft hij aangevoerd dat de rol van de 4w12 – als het hof er al van uit gaat dat [verdachte] de gebruiker van dit account was – alleen bestond uit het doorsturen van informatie over [slachtoffer 4] ten behoeve van de uitvoering van de moord. De rol van 4w12 was dus ondersteunend. Daarom kan slechts de meer subsidiair tenlastegelegde medeplichtigheid worden bewezen. Voor medeplegen en uitlokking van de moord op [slachtoffer 4] is onvoldoende bewijs, aldus de raadsman.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de door de verdediging gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van de tenlastegelegde feiten worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
In het bijzonder overweegt het hof het volgende.
De feiten
Op 7 november 2015 is [slachtoffer 4] in Krommenie doodgeschoten. Dit gebeurde omstreeks 01.49 uur in de nacht. [slachtoffer 4] droeg op dat moment een kogelwerend vest. In zijn jas was een gat zichtbaar.
Die nacht zijn op straat schoten gehoord. De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij een zestal schoten hoorde. Daarna zag hij een zwarte Golf met hoge snelheid wegrijden.
Op de plaats delict zijn hulzen veilig gesteld.
Omstreeks 01.59 uur diezelfde nacht werd bij de politie melding gedaan van een autobrand op de [straat 4] in Amsterdam . De auto was van oorsprong zwart van kleur en betrof een Volkswagen Golf, met het kenteken [kenteken 3] . In de uitgebrande auto werden een machinegeweer en een vuistvuurwapen aangetroffen. Uit het door het NFI verrichte onderzoek leidt het hof af dat de hulzen die op de plaats delict zijn gevonden, zijn verschoten met dit machinegeweer (een Ceska Zbrojovka). Bovendien leidt het hof uit het onderzoek van het NFI af dat het gat in de jas van [slachtoffer 4] is veroorzaakt door het verschieten van munitie van het kaliber 7.62x39mm (Ceska Zbrojovka).
In de nacht van 6 op 7 november 2015 stonden vier vrienden onder het viaduct op de [straat 4] in Amsterdam te chillen. Er kwam toen een auto aan gescheurd met piepende banden, een zwarte Volkswagen Golf. Die auto werd geparkeerd en er stapten twee jongens uit. Eén van hen riep dat de jongens onder het viaduct weg moesten gaan. Deze jongen had een vuurwapen in zijn hand. Verder heeft één van de jongens onder het viaduct gezien dat er een zilverkleurige of grijze auto met hoge snelheid langsreed toen hij met de andere jongens vertrok.
Voor de Volkswagen Golf met het kenteken [kenteken 3] - die is uitgebrand - is een blokbevraging gedaan voor de periode van 11 oktober 2015 tot 7 november 2015 om zicht te krijgen op min of meer gelijktijdig met dit voertuig meereizende andere voertuigen.
Op 23 oktober 2015 om 21.48 uur en om 22.31 uur is het kenteken [kenteken 4] op hetzelfde moment geregistreerd als het kenteken [kenteken 3] op respectievelijk de [straat 5] en de [straat 6] . Op 1 november 2015 zijn beide kentekens geregistreerd op de [straat 7] om respectievelijk 01.24 uur (de [kenteken 3] ) en om 01.27 uur (de [kenteken 4] ). Het voertuig met het kenteken [kenteken 4] , een grijze personenauto van het merk Skoda, type Fabia, stond tussen 6 augustus 2015 en 11 november 2015 op naam van [betrokkene 13] .
[betrokkene 13] heeft verklaard dat iemand anders de zilverkleurige Skoda Fabia heeft opgehaald en dat hij de auto kreeg met papieren en sleutels. Hij reed zelf af en toe in de auto. Hij heeft de auto een paar keer aan [medeverdachte 1] uitgeleend. Op respectievelijk 5 en 28 september 2015 is de Skoda Fabia gecontroleerd door de politie. De bestuurder van de auto was telkens [medeverdachte 1] . Op 11 november 2015 is de auto weggedaan, maar niet door [betrokkene 13] .
Op 8 november 2015 tussen 21.44 en 22.07 uur vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen de Ennetcom-accounts 08z9 ( [betrokkene 1] ) en 9b16 ( [medeverdachte 1] ):
Zender | Bericht |
08z9 | Ja tog e samsa dat autootje van je al naar de sloop? |
9b16 | Nee man kijk shie koper |
08z9 | Fik ze kk moer |
9b16 | Dan maak je die honde wakker |
De Ennetcomberichten
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de volgende Ennetcom-accounts relevant zijn voor deze zaak (Onderzoek Brandberg ):
- -
[e-mailadres 1] (hierna: 9b16);
- -
[e-mailadres 2] (hierna: 4w12);
- -
[e-mailadres 5] (hierna: 5534);
- -
[e-mailadres 6] (hierna: 08z9);
- -
[e-mailadres 7] (hierna: 2573).
Het hof heeft hiervoor - bij de bespreking van het Onderzoek Bosnië - al vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker was van de 4w12. [medeverdachte 1] was de gebruiker van de 9b16, [medeverdachte 3] van de 5534, [betrokkene 1] van de 08z9 en [betrokkene 14] van de 2573. De identificatie van de gebruikers van laatstgenoemde Ennetcom-accounts staat (voor zover al van belang voor het vaststellen van de rol van [verdachte] ) in deze zaak ook niet ter discussie.
Hiervoor heeft het hof ook al overwogen dat er in beginsel van uit kan worden gegaan dat de gebruiker van een bepaalde PGP-telefoon de vaste gebruiker is van dat toestel, tenzij er aanwijzingen zijn voor het tegendeel. Dat geldt dus ook voor de gebruiker van het Ennetcom-account 4w12. In de door de 4w12 verzonden berichten heeft het hof geen aanwijzingen gevonden dat er andere personen dan [verdachte] gebruik hebben gemaakt van dit Ennetcom-account in de periode die relevant is voor het tenlastegelegde in het onderzoek Brandberg . [verdachte] heeft op geen enkele wijze concreet gemaakt aan wie en wanneer hij zijn telefoon zou hebben uitgeleend in de tenlastegelegde periode en welke Ennetcomberichten niet door hem verstuurd zouden zijn. Vragen van het hof hierover heeft hij niet willen beantwoorden. Uit de gesprekken die via de PGP-telefoons zijn gevoerd, leidt het hof - zoals hiervoor ook al is overwogen - af dat het voor de gebruikers van die toestellen telkens duidelijk is met wie zij spreken. Gelet op de inhoud van de hiervoor weergegeven berichten die door de 4w12 zijn verstuurd, is het hof van oordeel dat geconcludeerd kan worden dat [verdachte] de vaste gebruiker van dit Ennetcom-account is geweest.
Hierna zal het hof de inhoud van de relevante Ennetcomberichten weergeven voor wat betreft het tenlastegelegde feit in deze zaak.
Op 6 november 2015 vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen [medeverdachte 3] en de f336:
Zender | Bericht |
f336 | Ik ga nu die hitters mailen ook. |
[medeverdachte 3] | Ok, hun zijn wel Ready. Dat weet ik wel |
f336 | Ja bro ik ga mailen nu. Ga je die teringlijer straks zien bro? |
[medeverdachte 3] | Ja vanavond, als ie maar niet afzegt |
[medeverdachte 3] | Ik zet hem op de trein, en die leeuwen wachten hem op bij station krommenie |
f336 | Ja bro is goed je weet niet hoe laat? |
Op 6 november 2015 vond verder de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender en ontvanger(s) | Bericht |
[verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 14] en [betrokkene 1] | We staan klaar voor vanavond. Gaan die Krommenie geven |
[medeverdachte 3] aan f336 | Nee, weet nie precies, ieder geval voor twaalf |
f336 aan [medeverdachte 3] | Voor 12 uur ga je hem zien.? Of ga je hem af zetten bij station |
[medeverdachte 3] aan f336 | Zeg maar wat zuipen en zo rond 7 en voor twaalf pakt die altijd de trein…. Maar dat hoor wel van me. |
f336 aan [medeverdachte 3] | Ok broer is goed we staan klaar mail mij gewoon. |
[verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 14] en [betrokkene 1] | Dit is wat mn gabber zegt: Ja bro dat is bedoeling hij ziet hem rond 19.00 uur. En dan gaat die wat zuipen met hem en daarna op trein afzetten. dus ze moeten klaar staan 20.00 of 21.00 22.00 00.00 of later snap je weer geen exacte tijd wanneer die teruggaat snap je. Maar hij gaat mailen van tevoren maar moeten klaar staan aub?? |
Op 6 november 2015 heeft de gebruiker van het Ennetcom-account h620 het volgende bericht gestuurd naar [medeverdachte 3] : “Ja broer. Je gaat me zeker zien broeder. Heb doekoe voor je”.
Op 6 november 2015 vond verder de volgende berichtenwisseling plaats tussen [betrokkene 1] , [medeverdachte 1] en [betrokkene 14] :
Zender en ontvanger | Bericht |
[betrokkene 14] aan [betrokkene 1] | Gaan we alvast het ene en ander klaarzetten |
[betrokkene 1] aan [medeverdachte 1] | Ja gaan w het een en ander klaarzetten? |
[betrokkene 14] aan [betrokkene 1] | Zoals wat dan bro |
[medeverdachte 1] aan [betrokkene 1] | Ja bro gaa me wakkie daar zetten op die plek dan komt kleine me halen |
[betrokkene 1] aan [betrokkene 14] | Die ganies en zo |
[betrokkene 1] aan [medeverdachte 1] | Oke en dan die ganies in die wagie |
[betrokkene 14] aan [betrokkene 1] | Ja die zijn in de box. Wil je ze alvast in de waggi zette |
[medeverdachte 1] aan [betrokkene 1] | Ja dan vertrekken we gelijk. Van witte als we die mail krijgen |
Op 6 november 2015 vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen het Ennetcom-account 7588 en [medeverdachte 3] :
Zender | Bericht |
[medeverdachte 3] (om 18.19 uur) | De bitch ga nu uit de deur |
7588 | Ok nu gaayt die naar jou komen? |
[medeverdachte 3] | Hij gaat nu komen naar Amsterdam, naar mij |
Op 6 november 2015 om 18.20 uur heeft [slachtoffer 4] het volgende sms-bericht gestuurd naar de privételefoon van [medeverdachte 3] : “Ben thuis zou net de deur uit gaan je tel stond uit”.
Diezelfde dag vond tussen ongeveer 18.30 en 20.00 uur de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender en ontvanger(s) | Bericht |
7558 aan [medeverdachte 3] | Ok bro laat hem zuipen zodat ze bloed dun word door alcohol dan bloed die kankerrat sneller dood ze kanker moer |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Jazeker!!! Ga wodka voor z’n moeder halen. Uurtje ongeveer is ie bij me |
7558 aan [medeverdachte 3] | Bro waar is die ouwe telefoon van je? Heb je die kapotgemaakt? |
7558 aan [medeverdachte 3] | Ok bro kijk als dit lukt moet je eerst verkeerde codes doen tot hij blokkeerd snap je. en dan doe je in pan met kokend water zonder de batterij dat al de chips binnen smelten. Laat 20 minuten in kokend water. |
7558 aan [medeverdachte 3] | en in stukken en weggooien in sloot ergens bro. Of gewoon breken en in sloot gooien als geen tijd is maar wel verkeerde codes doen tot die alles heb gewist. en als we nieuwe telefoon nemen niet over deze actie praten snap je. Als je wat hoord ofzo kan je gewoon zeggen natuurlijk wat je hoord. Maar niet dat we dit gedaan hebben snap je bro. |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Zijn trein heeft vertraging, hij is wel onderweg. |
[verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 15] en [bijnaam La.] | Die man is buiten. Zorg dat jullie samen zijn |
Op 6 november 2015 heeft [slachtoffer 4] om 19.51.22 uur het volgende sms-bericht gestuurd naar de privételefoon van [medeverdachte 3] : “Vertraging en shit ben in de trein zie je zo? toch”.
Vervolgens vond er op 6 november 2015 tussen 20.28 en 21.28 uur de volgende berichtenwisseling plaats tussen [medeverdachte 3] en de 7558:
Zender | Bericht |
7558 | We staan klaar bro |
7588 | Stuur me wat hij aan heb aub kleur schoenen broek jas aub?? |
[medeverdachte 3] | Helemaal in zwart en hij heeft zn vest aan. |
[medeverdachte 3] | Hij is met zn gab. Ik zeg hem zo kom we gaan naar Zeedijk hoeren neuken. En voor twaalf uur pak hij de trein |
Diezelfde dag om 21.33 uur heeft [medeverdachte 3] het volgende bericht gestuurd naar de 7558: “Laat ze alvast staan bij de station in de buurt van krom. Ik kan zo niet smsn… Je hoort zo van me??”
Tussen 22.41 en 23.12 uur vond op 6 november 2015 de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender en ontvanger(s) | Bericht |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Ben met hem. Laat me zo afzetten bij. Amsterdam CS |
[verdachte] aan [betrokkene 14] , [betrokkene 1] en [medeverdachte 1] | Hij gaat de trein in!!! Ga alvast daar staan |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Staan klaar in Krom |
7558 aan [medeverdachte 3] | Ja bro is hij alleen? Is die al op station centraal? |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Nee, ik laat je zo weten als ie in de trein zit. |
Tussen 23.11 en 23.12 uur vond die dag de volgende berichtenwisseling plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 1] :
Zender | Bericht |
[verdachte] | Yoo al daar? |
[betrokkene 1] | Ja in de bosjes |
[verdachte] | Top |
Op 6 november 2015 tussen 23.14 uur en 7 november 2015 00.04 uur vond de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender en ontvanger(s) | Bericht |
[verdachte] aan [betrokkene 1] | Hij is er pas met 20min |
[verdachte] aan [betrokkene 1] | Trein komt pas 23.40 aan |
[verdachte] aan [betrokkene 1] | Hij is niet op krommenie gestopt. Ga maar in de waggie zitten tot ik je tekst |
[verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 14] en [betrokkene 1] | Eerst volgende trein komt pas 10 over 1 uit adam. Dat is onze kans |
[verdachte] aan [betrokkene 1] | Ik heb iemand op station staan |
[betrokkene 1] aan [betrokkene 14] | Rij die. Wagie naar die paqrkeerplaats waar we net stonden |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Hij gaat zo de trein pakken |
Daarna vond op 7 november 2015 tussen 00.09 en 00.28 uur de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender en ontvanger(s) | Bericht |
[verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 14] en [betrokkene 1] | Krijg net door dat ie nu pas trein gaat pakken |
[verdachte] aan [betrokkene 1] | Zorg dat jullie 00.55 daar staan weer |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Hij zit in de trein, dus… |
[verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 14] en [betrokkene 1] | Hij zit nu echt in de trein!!!! |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Hij is onderweg daar naar toe… Krom |
7558 aan [medeverdachte 3] | Wis alle berichten bro. Ze staan in bosjes te wachten hij gaat ze vangen die kankkerrat?? |
[verdachte] aan [betrokkene 1] | 00.50 is ie daar |
Om 00.23 uur stuurde [verdachte] het volgende bericht aan [betrokkene 1] : “Van: [bijnaam Lar.] . Aan: Eigen/own. Onderwerp: Verzonden: 6 Nov 2015 23:26 Hij is alleen broo aub zeg ze helemaal leeg magazijnen en door hoofd ballen nek armen benen tenen nagels zelfs als kan. Alles bloed en hij heb vest!”.
Tussen 00.29 en 00.55 uur vond op 7 november 2015 de volgende berichtenwisseling plaats tussen [medeverdachte 3] en de 7558:
Zender | Bericht |
[medeverdachte 3] | Hij is er zo…. Nu is de kans |
7558 | Ja bro ik laat je zo weten zitten uren in bosjes en heb iemand op het station ook bro die gaat hem zoiezo zien die ziet exact hoe die loopt. |
[medeverdachte 3] | Hij is nog in Amsterdam |
7558 | Maar zit hij in trein of is uitgestapt of niet ingestapt snap niet? |
Tussen 00.51 en 01.08 uur vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 1] en [betrokkene 14] :
Zender en ontvangers | Bericht |
[verdachte] aan [betrokkene 1] en [betrokkene 14] | Die hond moest overstappen op sloterdijk, hij wacht daar nu op de trein |
[verdachte] aan [betrokkene 1] en [betrokkene 14] | Die gast was bij sloterdijk uistgestapt om op zn vriendin te wachten. Hij komt met half uur |
Om 00.52.35 uur heeft [slachtoffer 4] naar [medeverdachte 3] gebeld (naar [medeverdachte 3] privételefoon). Het telefoongesprek duurde 56 seconden.
Om 01.13 uur stuurde [betrokkene 1] het volgende bericht aan [verdachte] : “Met Ze chika?”
[verdachte] antwoordde daarop: “Denkt wel, maar pop zn kk moer. Deze kans krijg ik niet meer”.
Om 01.20 uur stuurde [verdachte] aan [betrokkene 1] : “ [bijnaam La.] en [bijnaam Fu.] geen genade aub!!!”.
Tussen 00.32 en 00.40 uur vond de volgende berichtenwisseling plaats:
Zender en ontvanger(s) | Bericht |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Hij zit in de trein …. |
[betrokkene 1] aan [betrokkene 14] | Ja dat is die snel trein die echte trein komt over 5min |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Ja… ik ga hem zo bellen weer |
7558 aan [medeverdachte 3] | Niet te opvallend doen bro teveel bellen of bel je hem altijd veel? |
[verdachte] aan [betrokkene 14] en [betrokkene 1] | 5min |
[medeverdachte 3] aan 7558 | Waar ben je? Hij is er bijna |
7558 aan [medeverdachte 3] | Ja bro paar minuten vertraging trein we zien alles. We staan klaar! |
Om 01.44 uur stuurde [slachtoffer 4] het volgende sms-bericht naar de privételefoon van [medeverdachte 3] : “Ben bijna thuis”.
Om 01.46 uur stuurde de 7558 het volgende bericht naar [medeverdachte 3] (naar zijn Ennetcom-account): “Hij is uitgestapt!!! Je hoord zo”.
Op 7 november 2015 tussen 01.58 en 02.06 uur - na het overlijden van [slachtoffer 4] - vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 1] :
Zender | Bericht |
[betrokkene 1] | Gefixt |
[verdachte] | Is ie dood? |
[betrokkene 1] | Broer ik heb me 9 op hemm geleegd [bijnaam Fu.] rende achter me aan met kalash |
[betrokkene 1] | We rende wel een hele stuk achter em aan bro laaste shot was ie gevallen |
[verdachte] | Door zn hoofd gegeven?? |
[betrokkene 1] | Die man is overhoop |
[verdachte] | Is ie dood? |
[betrokkene 1] | Niet hoofd kunnen raken broer whoellaa hij rende weg en schreeuwend |
[betrokkene 1] | Hij lag op de grond in een tuin van mensen |
[verdachte] | Maar wat denk je zelf?? |
[betrokkene 1] | Ik denk dat ie fucking doood is broer kalash heeft em geraakt |
[verdachte] | Waar heb je m geraakt? |
[betrokkene 1] | Boven lichaam hele glock op em geleegd |
[verdachte] | Hij draagt vest bro |
[betrokkene 1] | Broer hij is zoiezo geraakt in ze boven lichaam met kalash |
[verdachte] | Oke bro zijn jullie veilig |
[betrokkene 1] | Ja die wagie is gefruteerd eeh kijk at |
Om 03.38 uur stuurde [verdachte] het volgende bericht aan [betrokkene 1] , [betrokkene 14] en [medeverdachte 1] : “Op internet staat ook dat er maar 1 schot is gelost. En ze hebben die waggie gevonden. Helemaal uitgebrand bij [straat 4] ”.
Tussen 03.43 en 03.55 uur vond de volgende berichtenwisseling plaats tussen [verdachte] en [betrokkene 1] :
Zender | Bericht |
[betrokkene 1] | 1 shot broer ben je dom me hele glock was leeg |
[betrokkene 1] | Jij moet gwn wachten tot morgen ik praat niet veel staat er al of ie dood is |
[betrokkene 1] | Ja dat gaat moeilijk als iemand met een ak ook op hem shiet halloooooo ik wil niet dood gap |
[verdachte] | Wat denk je, heeft [bijnaam Fu.] m goed geraakt? |
[betrokkene 1] | Die man weet het zelf niet is ze eerste keer of zo weet ik veel ik had die kanker kalash moeten pakken |
Vervolgens vond er op 7 november 2015 tussen 06.09 en 06.14 uur de volgende berichtenwisseling plaats tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte 1] :
Zender | Bericht |
[medeverdachte 1] | Bro kijk nu.nl hij is doooddddd gappppp |
[medeverdachte 1] | Wolllahhhhh kan je foto accepteren |
[betrokkene 1] | Ja |
[betrokkene 1] | Wis alle kanker berichten van je pgp af zo snel mogelijk als je dit leest! |
[medeverdachte 1] | Heb gestuurd is laden hij is net eropp gegooiddd half5 |
Op 7 november 2015 om 04.23 uur werd er een artikel op nu.nl gepubliceerd over een dodelijk slachtoffer bij een vermoedelijke schietpartij in Krommenie .
Om 06.15 uur heeft [betrokkene 1] nog het volgende bericht gestuurd aan [medeverdachte 1] : “Jaaaa man ik heb gelezen kanker gruwelijk bro! We hebben naam gemaakt bij die fucking orga het gaat goed komen [bijnaam Fu.] we gaan kapot maken ee wis die gesprken alles alles oke”.
Conclusie
Uit alle hiervoor genoemde bewijsmiddelen - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert het hof dat [medeverdachte 1] en de (inmiddels overleden) [betrokkene 1] de schutters waren van de moordaanslag op [slachtoffer 4] . Dat het gaat om moord, staat niet ter discussie. Over de betrokkenheid van [verdachte] stelt het hof vast dat [verdachte] een aansturende rol had, ten eerste in die zin dat hij [betrokkene 1] , [medeverdachte 1] en [betrokkene 14] op de hoogte hield van de reisbewegingen van [slachtoffer 4] . [verdachte] bepaalde ook wanneer de schutters in actie moesten komen. [medeverdachte 3] verzorgde de informatie, waardoor de anderen via het contact van [medeverdachte 3] met [slachtoffer 4] op de hoogte waren van [slachtoffer 4] reisbewegingen. De nauwe en bewuste samenwerking tussen alle betrokkenen was gericht op de dood van [slachtoffer 4] en heeft uiteindelijk geresulteerd in zijn liquidatie.
Het hof is van oordeel dat [verdachte] als medepleger aan de liquidatie van [slachtoffer 4] dient te worden aangemerkt. Uit de inhoud van de hiervoor weergegeven Ennetcomberichten blijkt dat [verdachte] direct contact had met [medeverdachte 1] , [betrokkene 1] en [betrokkene 14] , respectievelijk de schutters en de chauffeur van de vluchtwagen, ook ten tijde van de liquidatie van [slachtoffer 4] . [verdachte] hield hen nauwgezet op de hoogte van de bewegingen van [slachtoffer 4] met het oog op diens aanstaande liquidatie. Daarbij gaf [verdachte] aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 1] en [betrokkene 14] ook instructies door, zoals dat ze klaar moesten gaan staan en waar ze moesten gaan staan. Daarnaast blijkt uit de hiervoor aangehaalde Ennetcomberichten dat [verdachte] er alles aan gelegen was dat [slachtoffer 4] zou sterven. In dit verband wijst het hof in het bijzonder op het bericht dat [verdachte] op 7 november om 00.23 uur aan [betrokkene 1] heeft doorgestuurd, inhoudende: “Hij is alleen broo aub zeg ze helemaal leeg magazijnen en door hoofd ballen nek armen benen tenen nagels zelfs als kan. Alles bloed en hij heb vest!” en op het bericht dat [verdachte] diezelfde dag om 01.19 uur aan [betrokkene 14] en [betrokkene 1] heeft gestuurd, inhoudende: “Denkt wel, maar pop zn kk moer. Deze kans krijg ik niet meer”. Tot slot wijst het hof in dit verband nog op het bericht dat [verdachte] om 01.20 uur stuurde aan [betrokkene 1] . Dit bericht hield in: “ [bijnaam La.] en [bijnaam Fu.] geen genade geen genade aub!!!”.
Gelet op al het voorgaande - in onderling verband en samenhang bezien - acht het hof bewezen dat [verdachte] zich aan het primair tenlastegelegde feit in het onderzoek Brandberg heeft schuldig gemaakt.
Onderzoek IJshamer
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaten-generaal hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van het in dit onderzoek onder primair tenlastegelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde in dit onderzoek. Hij heeft daartoe - kort gezegd - betoogd dat het Ennetcom-account 08rh in de periode waarin de poging tot liquidatie op [slachtoffer 5] plaatsvond niet door [verdachte] kan zijn gebruikt. [verdachte] was in deze periode immers in Marokko, terwijl de gebruiker van de 08rh in Nederland was, gelet op de inhoud van de verzonden berichten.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de door de verdediging gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van de tenlastegelegde feiten worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen. Het door [verdachte] aangevoerde wordt door de inhoud van deze bewijsmiddelen weerlegd.
In het bijzonder overweegt het hof het volgende.
De feiten
Op zondag 3 april 2016 vond er een schietincident plaats op de [straat 8] / [straat 9] in Amsterdam . Omstreeks 22.40 uur die avond stapte het beoogde slachtoffer – zoals later uit onderzoek is gebleken [slachtoffer 5] – over vanuit een Opel Corsa naar een donkerkleurige vierdeurs Mercedes-Benz. Op dat moment kwam er een witte scooter aangereden met daarop twee personen. Eén van deze personen schoot met een vuurwapen/geweer op de Mercedes. Meerdere getuigen hebben gezien dat de schutter richtte op de Mercedes. Er zijn meerdere knallen gehoord.
De Opel Corsa betrof - volgens een getuigenverklaring - een blauwe Opel Corsa met kenteken [kenteken 5] , bouwjaar 2010. Op de plaats delict trof de politie voorts een zwarte Suzuki Grand Vitara aan met kogelinslagen en een Volkswagen met een beschadiging op het dak, die door de politie wordt herkend als een schotbeschadiging.
Op de plaats delict is er nabij een wasserette een kogelhuls aangetroffen. In de groenstrook is een patroon aangetroffen. Onder het linker achterwiel van de eerder genoemde Suzuki Grand Vitara zijn kogelfragmenten aangetroffen. Uit het onderzoek is gebleken dat er vanaf het wegdek/de groenstrook van zuidwestelijke in noordoostelijke richting is geschoten.
De hulzen, patronen en manteldelen zijn door het NFI onderzocht. Er zijn aanwijzingen gevonden dat de gevonden manteldelen zijn afgevuurd vanuit één loop. De hulzen zijn waarschijnlijk verschoten met een aanvalsgeweer van het kaliber 7,62x33 mm, type Kalasjnikov (AK47 of afgeleide hiervan). De afvuursporen in de manteldelen passen eveneens bij dit type vuurwapen.
Op de sierlijst van de handgreep van het linker voorportier van de Opel Corsa is een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit spoor is geïndividualiseerd op [slachtoffer 5] , geboren op 8 maart 1976 in [geboorteplaats] . [slachtoffer 5] heeft als bijnaam ‘ [bijnaam Hi.] ’. [slachtoffer 5] is al eerder (in december 2015) in voornoemde Opel Corsa gesignaleerd en hij stond tot 25 januari 2016 ingeschreven op het adres [adres 5] in Amsterdam . Op 3 april 2016 stond de moeder van zijn kinderen nog op dit adres ingeschreven. De [adres 5] is gelegen op korte afstand van de plaats delict.
Op zondag 3 april 2016 om 21:33 en 21:34 uur maakt het telefoonnummer [telefoonnummer 3] gebruik van een KPN-zendmast aan de [straat 10] in Amsterdam (westkant van het centrum van Amsterdam). Het betreffen twee inkomende en één uitgaand SMS-bericht(en) van en naar het telefoonnummer van de moeder van [medeverdachte 1] . Uit een PGP mailbericht van 21:31 uur blijkt dat de gebruiker van account h249 ( [medeverdachte 1] ) en de gebruiker van account 0B5c ( [bijnaam So.] ) op dat moment van Amsterdam Centrum naar Amsterdam West rijden. Op zondag 3 april 2016 om 22:19 en 22:20 uur maakt hetzelfde telefoonnummer gebruik van een KPN-zendmast aan de [adres 6] in Amsterdam. De locatie van de beide zendmasten is hemelsbreed ongeveer 2,75 km ten noordoosten van de plaats delict aan de [straat 9] .
Van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] zijn binnen onderzoek Bosnië historische gegevens beschikbaar uit de periode van 15 maart 2016 tot en met 18 april 2016. [medeverdachte 1] heeft dit telefoonnummer gebruikt toen hij op 18 april 2016 een politieambtenaar in Amsterdam belde. Binnen het onderzoek Bosnië zijn van 18 april 2016 tot en met 20 april 2016 de gesprekken van dit nummer opgenomen en uitgeluisterd. Op 19 april 2016 noemt de gebruiker van het telefoonnummer zich [medeverdachte 1] .
Al eerder heeft het hof vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker was van 08rh.
Op 3 april 2016 is er vanaf 20:51:37 uur de volgende e-mailwisseling tussen [medeverdachte 1] (h249), [verdachte] (08rh), [medeverdachte 2] (8g90) en gebruiker 085c:
Zender | Ontvanger | Bericht |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Jo bro ben met [bijnaam So.] die man is [straat 11] we gaan hem proberen eraf tehalen dan die andere zijn ossa stanby |
[medeverdachte 2] | 085c | Yo bro faka is gelukt |
[medeverdachte 2] | 085c | Yo faka dan bros hoe dan |
085c | [verdachte] | Nee bro nog niet. Die kk flikker rijdt van centerum naaar west bro we komen aan in centerum en hij is in west die gprs reageert traag bro we rijden nu naar west hij staat daar nu bro |
[medeverdachte 1] gaat dus met [bijnaam So.] naar de [straat 11] (Amsterdam Centrum) om ‘hem’ eraf te halen. Om 21.31 uur stuurt de gebruiker van account 085c dat ze op dat moment van Amsterdam Centrum naar Amsterdam West rijden. Dit e-mailbericht is 2 en 3 minuten voordat het telefoonnummer eindigend op 0781 gebruik maakt van KPN-zendmast aan de [straat 10] in Amsterdam verzonden. Deze zendmast is gelegen aan de westzijde van het centrum van Amsterdam.
Om 22.15.17 stuurt [medeverdachte 1] aan [verdachte] : “Bro hij is eraf heb hem eraf gehaald hij was 100m van de cafe waar hij chillt hij is in cafe in west bij [straat 12] ”.
Het hof begrijpt dat met [straat 12] de [straat 12] in Amsterdam wordt bedoeld. Uit het PGP-mailbericht van 22:15 uur blijkt dus dat de gebruiker van Ennetcom-account h249 in de omgeving van een café aan de [straat 12] vermoedelijk een baken onder de Mercedes van het beoogde slachtoffer [slachtoffer 5] heeft gehaald. De [straat 12] ligt in de zendrichting van de door het telefoonnummer [telefoonnummer 3] om 22:19 en 22:20 uur gebruikte zendmast aan de [straat 13] in Amsterdam. De afstand van de [straat 12] tot de plaats delict varieert (hemelsbreed) van 410 tot 590 meter.
De Ennetcomberichten
Zoals hiervoor al is overwogen, is het hof van oordeel dat [verdachte] de gebruiker is van
het account 08rh. [medeverdachte 2] is de gebruiker van de 8g90 en [medeverdachte 1] van de h249.
Anders dan door de verdediging is betoogd, is het hof van oordeel dat uit de berichten
die door de gebruiker van de 08rh in de eerste week van april 2016 zijn verstuurd niet
ondubbelzinnig kan worden afgeleid dat de gebruiker van de 08rh zich op dat moment in
Nederland bevond. In geen enkel bericht wordt dit expliciet benoemd. Uit de berichten van
de gebruiker van de 08rh dat hij bezig is met een huis in Eindhoven, de zin 'hier nvina spanje wrina wat is dit man' en het maken van een afspraak in Marokko met de gebruiker van de 085c kan niet worden geconcludeerd wat zijn verblijfplaats op dat moment is. Ook uit berichten die aan de gebruiker 08rh zijn verstuurd, kan zijn verblijfplaats niet worden
afgeleid. Het betreffen berichten die aan meerdere gebruikers zijn verstuurd en het kan dan ook niet worden uitgesloten dat die berichten slechts ter informatie aan de gebruiker van de
08rh zijn gestuurd, om hem op de hoogte te houden.
Op 19 mei 2015 wordt door de gebruiker van het account 4w12 ( [verdachte] ) de volgende informatie opgeslagen:
Hit
Bro wat info.
[bijnaam Fl.] met wie [bijnaam Hi.] was opgepakt is al op vrije voeten. Men zegt dat ie nog vast zit. Er is een bodygard van hem genaamd [bijnaam At.] met een duitse herder.
Woont in de straf van bambi(jongen van ons).
Rijdt in een zwarte ds3.
Tweeling broertjes van [bijnaam Hi.] lopen nu ook voor em zij wonen in geuzenveld.
Waar precies is nog niet duidelijk ong bij kogschip.
[bijnaam Hi.] heeft ook een gezin. Kleine van hem speelt hij Ajax. Dus hij moet denk ik we’ll regelmatig in NL zijn. Sinds ie geklemd was is ie ook niet meer gezien. Nieuwe cafetje in spaarndammerbuurt die is van [bedrijf 2] . Zij schijnen nu wat werk te doen voor [bijnaam Hi.] . Benni rijdt op dit moment een volvo gepanserd. Is op dit moment gwn thuis bij zijn ouders. Lange lange baard gelaten. Vreemd dat hij hier in NL is
[slachtoffer 5] heeft als gezegd de bijnaam ‘ [bijnaam Hi.] ’ en hij heeft vastgezeten in deze periode. Hij heeft tweelingbroertjes en een gezin.
Op 17 december 2015 om 21.16.03 uur wordt door de gebruiker van het account 08rh ( [verdachte] ) het volgende als opmerking opgeslagen:
Hit
Bro heb heel veel info [bijnaam Hi.] !! [straat 14] woond ze vrouw hij heb 2 kinderen achternaam van ze vrouw is: [betrokkene 16] . Voornaam [betrokkene 16]
Dit is in Geuzenveld. [bijnaam Hi.] heet [slachtoffer 5]
Broertje woond: [straat 15] slotermeer
Moeder: [straat 16]
Ik weet geen huisnrs. Ik ga proberen te regelen!
De broertje van die cobra rijd zwarte audi A3. Kenteken ga ik zo snel voor je halen bro. En de lijfwacht van die cobra rijd zwarte citroen DS3 hij is ook de gene met die hond met
tetanium tanden als woon locatie van hem relevant is kan ik je die aanwijzen neffo. Dit is dit adres [straat 17] bro en staat vaak bij zaanhof vogelpark
Jo neef hoe is het die [bijnaam Hi.] is gewoon in de buurt man. Ik ben met me gabber [bijnaam Zo.] hij heeft hem gister gezien eergister gewoon in de buurt met ze lijfwacht ze rijden nu een donker grijze opel corsa ogneveer bouwjaar 2013. Hij was bij die oso waar we je zeiden. En gister
was is bp gewoon sigaretje aan het roken rustig
De gegevens die in deze opmerking worden beschreven, komen overeen met de al eerder genoemde persoonlijke gegevens van [slachtoffer 5] .
Op 27 maart 2016 is er een berichtenwisseling tussen de gebruiker van de 4gb3 en [verdachte] vanaf 16.02.59 uur
Zender | Bericht |
4gb3 | Br k zag net di [bijnaam Hi.] op de snelweg polo blue motion [kenteken 6] |
[verdachte] | Serieus? Oke thnx bro |
4gb3 | Ja. Bro echt toevallig |
[verdachte] | Ik ga laten checken |
4gb3 | Oke bro laat me wete |
Op 27 maart 2016 om 17.33.34 uur wordt door de gebruiker van het account 08rh ( [verdachte] ) vervolgens het volgende bericht als opmerking opgeslagen:
[bijnaam Hi.]
Pro blue motion [kenteken 6]
Op 28 maart 2016 is er vanaf 15.56.49 uur is er een berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 2]
Zender | Bericht |
[verdachte] | Oke we hebben een actie. Gister heeft [bijnaam Fr.] iemand gezien die we moeten hebben. Een kale mocro genaamd [bijnaam Hi.] . Heb iemand naar adres van zn vrouw gestuurd. Die waggie stonder er |
[medeverdachte 2] | Ai ja toch is cool bro Hoe moeten we doen bro |
[verdachte] | Check eerst die buurt van zn vrouw. Dat is daar bij die boys in de buurt. [adres 5] . [bijnaam Da.] kent het. Die gast is gezien in een polo blue motion [kenteken 6] [bijnaam Fr.] kent die auto. Hebben we nog die gps?? |
[medeverdachte 2] | Ja toch alles is bij me osso van ouders en die audi apparaat ook |
[verdachte] | Doe pxj |
[verdachte] | Geef aub aan [bijnaam So.] en [bijnaam Fr.] |
[medeverdachte 2] | Ja klopt zwarte polo |
[medeverdachte 2] | Oh ik heb het osso ik pak gelijk vandaag voor hun |
[medeverdachte 2] | Ja die straat van hem is doodlopend hij eindigt met een ronde kleine parkeerplaats |
[verdachte] | Ja snachts want zn vrouw woont daat met zn kinderen |
Volgens het RDW behoort het kenteken [kenteken 6] sinds 7 mei 2015 toe aan [betrokkene 16] , wonende aan de [adres 5] in Amsterdam. Het kenteken hoort bij een zwarte Volkswagen Polo.
Op 28 maart 2016 en 29 maart 2016 is er een berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] vanaf 22.09.01 uur op 28 maart 2016
Zender | Bericht |
[verdachte] | Yoo rustig met jou? |
[medeverdachte 2] | Ja relax man bro Ik wou je zeggen bro ik ben bezig met een auto als we er een hebben bro en we moeten nog timeren moeten we alvast die [bijnaam Hi.] pakken Wollah die is goed man die plek |
[verdachte] | Jaj bro die [bijnaam Hi.] moet!!!! Ik zoek hem al jaren |
[medeverdachte 2] | Wollah bro die is goed man moeten we die gprs zetten bij hem en dan waggie daar parkeren en als we zien hij komt slaan we toe |
[verdachte] | Hij is wel scherp dus doe voorzichter. Die man is verloren glorie. Geen doekoe meer |
[medeverdachte 2] | Ja toch zoiezo en verloren glorie snap je niet man bro |
[verdachte] | Die man was vroeger aan en zat bij een groep die wel doekoe had. Maar die groep is kapot. Die gsten die vastzitten popay en kinker hoorde bij hun. |
[medeverdachte 2] | Oh ok ja toch bro is cool dan pakken we hem hoofd zei me al binnen zeker die daltons of niet bro |
[verdachte] | Nee die daltons horen ook bij hun. Maar deze flikker heeft die staatslieden georganiseerd |
[verdachte] | Ja man bro en deze moet snel. Kijk of daar bosjes zijn en of die waggie van m er vannacht staat. Laat me weten wat jullie nodig hebben dan gaan we er werk van maken. |
[medeverdachte 2] | Ai is cool ja toch bro heb daar gecheckt maar we’ll een park is daar |
[verdachte] | Bro wrm willen jullie gps op die man zetten? |
[medeverdachte 2] | Bij welke man bro |
[verdachte] | Die [bijnaam Hi.] |
[medeverdachte 2] | Nee man bro die man is een kwestie van timeren voor ze deur en geven |
[verdachte] | Ha drm en hij is net weer gezien bro |
[verdachte] | Hahahahah neem man, ik ga ook ff op intern kijken voor motro |
[medeverdachte 2] | Hahahah ai ja toch is cool bro want je hebt wehd bankje naast ze osso kan je gewoon zitten |
[verdachte] | Nooo hij moet jullie niet zien anders weet ie gelijk |
Op 30 maart 2016 stuurt [verdachte] een bericht aan [medeverdachte 2] vanaf 02.13.56 uur
Ja ken ali. Oke oke die gaan we goed plannen. We gaan ff snel die [bijnaam Hi.] pakker dan pakken we die negers.
Op 31 maart 2016 s er een berichtenwisseling tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] vanaf 15.39.05 uur
Zender | Bericht |
[medeverdachte 2] | Bro faka kom zo richting [bijnaam Da.] heb die gps bij me ja en kijk uit waar je parkeert was boete binnen hahaaha |
[medeverdachte 2] | Ok ok haahaha waar is [bijnaam So.] hij reageert niet man of ben jij al in west bro |
[medeverdachte 1] | Ik ben thuis bro [bijnaam So.] was om half9 ochyend al aan het timeren bij die flikker voor de deur tot 2uur had ik hem gebracht naar huis kan datie slaapt bro |
[medeverdachte 2] | Oh ok ja toch ik rij alvast die kant maar ik parkeer me waggie ga ik liever rondjes lopen hahaha is heet daa |
[medeverdachte 1] | Wacht ik ga [bijnaam Fr.] mailen kijken of hij thuis is |
Op 31 maart 2016 en 1 april 2016 is er een berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] vanaf 23.55.56 uur
Zender | Bericht |
[verdachte] | Hmdl met jou? |
[medeverdachte 2] | Ja relax man bro Ben hier in damsco bij de boys we gaan daar checken zo en als we die motro hebben dan plakken we die gprs en dan doen we onze ding |
[verdachte] | Ja doen jullie wat nodig is, maar denk je dat die zender goed is? Ben bang dat ie m gaat vinden man |
[verdachte] | We kunnen die zender zetten, morgen gaat ie moskee misschien. Dan kunnen jullie gelijk zn kop zien. Maar hij mag er niet te lang onder blijven |
[medeverdachte 2] | Zeg maar bro als je het te riskant vind dan gaan we gewoon loeren want je hebt gelijk als tie em vind is actie we’ll verpest |
Op 1 april stuurt [medeverdachte 2] een bericht naar [verdachte] om 11.39.52 uur:
Bro hoe we kwamen checken het is hij want hij had ze vrouw afgezet wij stappen uit liepen ergens heen kwamen terug kwamen we ze vrouw weer tegen zij stapte in een die polo
Hij bro rijd die oude e klasse hoe we daar kwamen ik wist hij was het hij heeft zo een [bijnaam Hi.] hoofd en we hebben die plakka van die e klasse niet kunnen pakken
Op 2 april 2016 is er een berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] en tevens tussen [medeverdachte 2] en 085c en [medeverdachte 1]
Zender | Ontvanger | Bericht |
[medeverdachte 2] | [medeverdachte 1] /085c | Yo bro ik vertrek nu van rotje ben er binnen 45 min |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Ja relax man bro We hebben gisteren die ding geplakt op die e klasse stond bij die osso en we hebben die motro als alles goed loopt vegen we die man vanavond |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Die gps moet er wel af he bro, we gaan geen sporen achter laten |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Ja toch zoiezo hoe we geven pakken we die gprs zoiezo anders kan tie gelinkt worden aan [bijnaam Da.] |
Op 2 april 2016 is er een berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] en tevens tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en 085c
Zender | Ontvanger | Bericht |
085c | [medeverdachte 2] | Yo bro we zijn effe hier in west die flikker timeren tot ie er uit komt je hebt navi tog dan stuur ik. Het adres kom je na hier is niet ver van ons osso is richting de shopa kant. |
085c | [medeverdachte 2] | Nee niet bij die osso bro we Zijn met die golf effe timeren Bevestiging krijgen dat het hem is want [bijnaam Fr.] heeft met en vastgezeten hij kent hem goed bro drm |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Oke beter man, met zn 3 valt op. Maar wat gaan jullie met die zender doen. Die moet moet er acht af |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Bro ik veeg hem [bijnaam Da.] trekt em eraf of niet en weet je wat het is als we met ze 3en die kant rijden op die ding kunnen we hoofdpijnkrijgen |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Ja man zorg alleen dat jullie die man pas geven als ie stilstaat want als zn motor nog aan is dan kan ie wegrijden en dan ben je die zender helemaal kwijt. |
[medeverdachte 1] | [medeverdachte 2] | Bro die gps moet eraf van barca die ding is aan geweest in die osso bro |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Bro als ik die teken krijg dat ie er aankomt via [bijnaam Fr.] dan verstop ik tussen autos als tie uitstapt is tie weg |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Oke dan. Laat [bijnaam Da.] zich richten op die zender |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Yes bro |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Bro we hebben net die vluchtroute gechelkt [bijnaam Da.] en [bijnaam So.] gaan die gps nu eraf halen en houden die man in de gaten tot ie wegrijdt ik ga em doen met [bijnaam Fr.] |
Op 3 april 2016 zijn er diverse berichtenwisselingen tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , 4gb3, 085c en [verdachte] over het volgen en in de gaten houden van ‘hij’.
Vervolgens vinden de volgende berichtenwisselingen plaats op 3 april 2016.
Vanaf 20.51.37 uur tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] :
Zender | Ontvanger | Bericht |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Jo bro ben met [bijnaam So.] die man is [straat 11] we gaan hem proberen eraf tehalen dan die andere zijn osse standby |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Oke bro |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Bro hij is eraf heb hem eraf gehaald hij was 100m van de cafe waar hij chillt hij is in cafe in west bij [straat 12] |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Ee bro we kunne hem kk goed neukenn bu we rijdennu naar die andere we gaan ze laten zien die plek dan rijd ik met [bijnaam So.] weg hij aan het eten bro |
Vanaf 22.22.41 uur tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , 085c en [verdachte] :
Zender | Ontvanger | Bericht |
[medeverdachte 1] | [medeverdachte 2] | Ee kom na huiss snelllll |
[medeverdachte 1] | [medeverdachte 2] | Bro kommmmmmmm |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Pffff gruwelijk. Laat ze het doen dan |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Jaa maar ze z-jn niet osso in west sta nu hierr wacht |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Jaa bro luister ik loop nu naar daar [bijnaam So.] laat ze zien als ze daar die wakkie daar nog staat mail ik hun zeg ik ze hij staat er dan ren ik naar mijn wakkie heb die andere 2gesproken |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Oke bro |
[medeverdachte 1] | 085c | Bro hij is er nog maar volgens mij is hij liep hij net naar de wa’kie hij is 2mans met nig iemnad je kan heb niet missen hij kaa |
085c | [medeverdachte 1] | Kom op weg bro |
Vanaf 22.46.49 uur tussen de gebruiker van de 4bg3 en [verdachte] :
Zender | Ontvanger | Bericht |
4gb3 | [verdachte] | Yo bro met [bijnaam Ro.] we hebben die man te pakken gehad wolla bro die ak is troep hij gaat niet af ik sta tegenover hem bro ik geef hem 3 stuks verder blijft ie haken wollah hij doet het niet |
4gb3 | [verdachte] | Ik heb 3 opze waggie gemikt ik heb mij best gedaan Wollah echt maar die k kak doet niet man bro |
[verdachte] | 4gb3 | Kk he man, ewa dan heeft ie geluk gehad |
4gb3 | [verdachte] | Bro wolla we komen daar hij rijd weg eindstand we hebben hem gevolgd alles wollah liveshow voor ik weet niet hoeveel man |
[verdachte] | 4gb3 | Oke bro afwachten dan of is sowieso mislukt? Bro maak jezelf niet para je hebt je best gedaan |
4gb3 | [verdachte] | Ai ja bro is cool die [bijnaam Fr.] is ook soldaat wollah en toen tie wegblaazde reden we achter hem en bleven geven maar hij wil niet |
[verdachte] | 4gb3 | Maar is hij geraakt of denk je niet?? |
4gb3 | [verdachte] | Ik weet niet man bro ik heb hem eentje zoiezo gegeven voor ze neus en daarna nog 3 tijdens achtervolging en daarna liep tie vast moest steeds laden opnieuw |
[verdachte] | 4gb3 | Oke achtwachten dan. Herkende [bijnaam Fr.] hem ahaha |
49b3 | [verdachte] | Hahaha ja toch ik ook en ik had schijt ze waren 2 mans zou ze alle 2 geven maar was zo druk daar bro wollah maar geen streess motro is weg geparkeerd [bijnaam Fr.] is met mij in de waggie richting rotje |
Vanaf 22.46.44 uur van [medeverdachte 1] naar [verdachte] :
Bro [bijnaam So.] hoorde 3schoten hij rent naar mij naar de wakkie hoe hoe we weg rijden we zien die wakkie die meri op de [straat 18] rijdennn ik weet niet wat die gasten hebben gedaan daar
Vanaf 22.47.07 uur van de gebruiker 4gb3 aan 085c en [medeverdachte 1] :
Zender | Ontvanger | Bericht |
4gb3 | 085c/ [medeverdachte 1] | Kon naar osso snel |
4gb3 | [medeverdachte 1] | Is mislukt die k kak loopt vast bro wat is dat kom naar die pompstation op snelweg richting rotje bij schiphol kom praten we daar snel ayb |
Het tijdstip van de poging liquidatie was omstreeks 22.40 uur.
Op 4 april 2016 vinden er diverse (onderlinge) berichtenwisselingen plaats tussen [medeverdachte 2] , [verdachte] , 4gb3 en [medeverdachte 1] vanaf 00.01.04 uur:
Zender | Ontvanger | Bericht |
4gb3 | [verdachte] | Yo bro sorry dat die man niet loezo is he zit me dwars man afz [bijnaam Ro.] mij bb (Hof: Blackberry) is bij [bijnaam Da.] |
[verdachte] | 3gb3 | Oke bro maak je niet druk |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Ai ja toch is geen stress bro wollah heb zoiezo schijt deins voor geen een achteruit hij heeft geluk gehad maar geluk raakt op en dit was die ak die in die van [medeverdachte 4] was hoor ik net pas. |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Maar bro deze is niet gegaan hoe tie moet gaan is geen stress shit happens Maar who is next hahaha |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Hahahaha tfoe die kk don is echt ongeluk man kk hond |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Maak werk van die negers |
[medeverdachte 2] | [verdachte] | Ai ja toch is cool bro zeke |
Vanaf 02.09.42 uur:
Zender | Ontvanger | Bericht |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Bro wat moet ik jullie geven |
[verdachte] | [medeverdachte 2] | Voor die actie bro |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Bro we praten morgen verder, is mislukt jammer maar ga jullie kleinigheidsje geven voor dit. Sorry voor deze actie. |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | E bro jij zorry wollah weet je hoe ik me voel dat ik daar niet wass jij kan daar niks aan doen broe |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Bro ik tekst morgen met je ja. Dan geef ik je wat doekoe. Jammer dat het mislukt is, maar fuck it. Voor mij ben je soldaat wollah |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Nee man fuck it bro. Zeg ook tegen [bijnaam So.] aub |
4gb3 | [verdachte] | Nee bro woelah fuck die doekoe bro echt jaa zeker jammer die ding haakte te lijp man lijpe reed k achter em aan maar die ding ging maar niet aff ze kk moerr !! |
4gb3 | [verdachte] | Ja tog bro mucho lovee broo !! Die kk lijer gaat ie nu vluchten denk je |
[verdachte] | 4gb3 | Much love bro. Ja sowieso, maar zijn genoeg andere prooien ahaha fuck hem vergeet hem |
Op 4 april 2016 zijn er diverse (onderlinge) berichtenwisselingen tussen de gebruikers van de 085c, 4gb3, [verdachte] en [medeverdachte 1] vanaf 03.36.07 uur:
Zender | Ontvanger | Bericht |
[verdachte] | 4gb3 | Is die motor veilig? |
4gb3 | [verdachte] | Hy staat voro de deur weer met zeil had em ergens anders eerst gezet ben net gegaan stond ie er nog heb k em gepakt en voor de deur met zeil gezet goed |
085c | [verdachte] | Yo bro had vraag je kan ik die motro gebruiken voor die lounge? |
[verdachte] | 4gb3 | Julie moeten m ergens anders zetten of fikken bro weg ermee |
[verdachte] | 085c | Nee fuck die lounge bro, Die motro moet weg bro |
085c | [verdachte] | Jo Bro die ding staat in west moet ik hem nu fikken dan wordt het meschien gelinkt aan vandaag als je wilt doen we het nu bro? |
[verdachte] | 085c | Bro ik ben banger dat ze m gaan vinden man. Dat is faja |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Bro kan die ding ook in het water gegooid worden wella |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Ja toch beter man. Gooi m in t water |
Vanaf 22.09.33 uur:
Zender | Ontvanger | Bericht |
[verdachte] | [medeverdachte 1] | Ja man. Is die motro trouwens weg |
[medeverdachte 1] | [verdachte] | Ha bro heb hem gister in de water gegooid die ak is ook ergens anders indewater |
Op 4 april 2016 is er een berichtenwisseling tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] vanaf 11.24.16 uur.
Zender | Bericht |
[medeverdachte 1] | Jo brroo |
[medeverdachte 2] | Jo faka ben net pas opgestaan ik ga nu douchen ga ik datregelen waggie gebeuren |
[medeverdachte 1] | Kan je hem niet alvast bellen die gozer van die golf die ik heb dan geef me adres kom ik naar je toe |
[medeverdachte 1] | Neee trouwens heb je gelzen |
[medeverdachte 1] | Ze weten meri. Praten zo |
[medeverdachte 1] | Bro ik rij gewoon bij we gaan het bij roffa dan deze waki is heet hier beter niet gezien erin worden in damsco ben snelweg rigt rof |
Op 4 april 2016 is er een berichtenwisseling tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] vanaf 14.36.22 uur.
Zender | Bericht |
[verdachte] | Hmdl met jou |
[medeverdachte 2] | Ja man relax man Op internet stat van andere waggie geraakt ik weet niet wie die geraakt heeft ik niet man waren er 2 acties gisteren |
[verdachte] | Nee check at5 |
[verdachte] | Drm bro |
Op 3 april 2016 staat het volgende bericht op de nieuwssite at5:
Er is vanavond rond 23.00 uur geschoten op een auto op de [straat 9] in Nieuw-West. De kogels kwamen uiteindelijk terecht in een andere geparkeerde auto.
Op 5 april 2016 is er tot slot nog de volgende berichtenwisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] .
Zender | Bericht |
[verdachte] | Ja man, bro ik ga je 10kop geven goed |
[medeverdachte 2] | Ai ja toch is cool bro je weet toch ik zei al wat jij geeft is boen |
[verdachte] | Ja man ik betaal van mezelf voor deze actie. Jammer dat zo is gelopen maar vind fucked up om niet te geven |
Conclusie
Op grond van het aangetroffen dactyloscopisch spoor in de Opel Corsa en de inhoud van deze PGP-berichten is het hof van oordeel dat op 3 april 2016 is geprobeerd om [slachtoffer 5] te liquideren.
Op basis van de hiervoor besproken bewijsmiddelen stelt het hof vast dat [verdachte] al in mei 2015 voor het eerst informatie heeft opgeslagen over [bijnaam Hi.] (de bijnaam van [slachtoffer 5]). Vanaf 28 maart 2016 wordt de actie om [slachtoffer 5] te liquideren gestart naar aanleiding van een tip van [bijnaam Fr.] dat [slachtoffer 5] gezien is. Vanaf dat moment wordt er naar meer informatie over [slachtoffer 5] gezocht. [medeverdachte 1] meldt op 20 maart 2016 aan [medeverdachte 2] dat [bijnaam So.] van half negen tot twee uur ‘aan het timeren was bij die flikker’, wat betekent dat de man in de gaten werd gehouden.
In de dagen daarna vinden er tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] berichtenwisselingen plaats over het (al dan niet) plaatsen van een gps-tracer op een auto. Uiteindelijk wordt de gps-tracer geplaatst. Uit de berichten blijkt dat de tracer gelinkt kan worden aan de woning van [bijnaam Da.] (verdachte [medeverdachte 1] ) en dat deze daarom verwijderd moet worden voordat er geschoten wordt. Afgesproken wordt dat [medeverdachte 1] en [bijnaam So.] hiervoor zorgen terwijl [medeverdachte 2] en [bijnaam Fr.] ‘de man zullen doen’. Op 3 april 2016 wordt [verdachte] door [medeverdachte 1] op de hoogte gehouden van de pogingen van [bijnaam So.] en hem om de tracer te verwijderen, wat uiteindelijk lukt. [verdachte] vervult hierin een actieve aansturende rol. Diezelfde dag stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] vanaf 22.22.41 uur ‘Ee kom na huiss snellll’ en ‘Bro kommmmmm’. Ondertussen stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 1] ‘Pff gruwelijk. Laat ze het doen dan’. [medeverdachte 1] antwoordt dat ze niet in ‘osso’ (straattaal voor huis,) west zijn, maar dat hij op wacht staat en zegt dat hij hem zal mailen als ‘hij’ er staat.
Het hof concludeert hieruit dat [medeverdachte 1] aan de schutters zal melden wanneer [slachtoffer 5] er is. [medeverdachte 1] stuurt dan ook naar de 085c dat hij er nog is en ‘je kan hem niet missen’. Even later stuurt de 085c aan [medeverdachte 1] ‘Kom op de weg bro’. De poging tot liquidatie vindt rond 22.40 uur plaats. Daarna neemt [medeverdachte 2] via de telefoon van 4gb3 contact op met [verdachte] om te melden dat ze de man te pakken hebben gehad, maar dat het wapen weigerde. Hij zegt de man er in ieder geval één voor zijn neus te hebben gegeven en daarna nog drie tijdens de achtervolging. [medeverdachte 1] stuurt om 22.46.44 uur nog het bericht naar [verdachte] dat [bijnaam So.] drie schoten hoorde en naar zijn wakkie (straattaal voor auto) rende en dat ze zijn weggereden. Aan [verdachte] wordt derhalve uitgebreid verslag gedaan over de manier waarop de aanslag is verlopen. [medeverdachte 1] heeft naderhand in overleg met [verdachte] de scooter in het water gegooid. [verdachte] wil, ook al is de liquidatie mislukt, aan [medeverdachte 2] toch uit eigen zak 10 kop (straattaal voor tienduizend euro) geven voor deze actie.
Uit het voorgaande concludeert het hof dat [verdachte] de opdrachtgever is van de moordaanslag op [slachtoffer 5] . [medeverdachte 1] is degene die in de dagen voor de aanslag een gps-tracer op de auto van [slachtoffer 5] heeft geplaatst en vlak voor de aanslag weer heeft verwijderd. Daarna heeft hij [slachtoffer 5] gevolgd en stuurt hij de schutter naar de verblijfplaats van [slachtoffer 5] . Tijdens de aanslag is hij in de buurt en nadien gooit hij de scooter in het water. [medeverdachte 2] is de schutter. Alle stappen van de aanslag gebeuren in nauw overleg met [verdachte] . Hij wordt constant op de hoogte gehouden en geeft aanwijzingen/opdrachten.
Dat er sprake is van voorbedachte raad en dus van een poging tot moord volgt uit de bewijsmiddelen. Daaruit blijkt namelijk dat sprake is van een langdurige voorbereiding, die uiteindelijk heeft geleid tot het schieten op [slachtoffer 5] met een automatisch vuurwapen.
Gelet op de rol van [verdachte] en die van zijn medeverdachten en de intensieve onderlinge samenwerking tijdens de uitvoering is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat [verdachte] deze poging tot moord in nauwe en bewuste samenwerking met anderen heeft gepleegd, zodat sprake is van medeplegen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 primair en 2 primair, het in de zaak met parketnummer 05-780093-17 primair en in de zaak met parketnummer 05-780085-17 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 05-780056-17 (Onderzoek Bosnië ):
1. subsidiair:[medeverdachte 1] en/ [medeverdachte 2] /of een of meer andere personen
op of omstreeks 31 december 2015 te Kerkdriel , gemeente Maasdriel , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
[slachtoffer 1] (geboren [geboortedag] 1988 )
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, van het leven hebben/heeft beroofd,
door met een of meer - automatische - vuurwapens
een of meer kogels in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Amsterdam , Kerkdriel en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) de opdracht aanwijzingen en/of instructies heeft gegeven om die [slachtoffer 1] te liquideren en/of een beloning in het vooruitzicht heeft gesteld en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) een of meer foto’s van [slachtoffer 1] heeft verstrekt en/of informatie heeft verschaft over [slachtoffer 1] en/of diens verblijfplaats;
2. subsidiair:[medeverdachte 1] en/ [medeverdachte 2] /of een of meer andere personenopof omstreeks31december2015teKerkdriel , gemeenteMaasdriel ,althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of verdachte en/of hun/zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] (geboren [geboortedag] 1985 ) en/of [slachtoffer 3]
opzettelijk en met voorbedachten rade, althans opzettelijk,
van het leven te beroven, met een of meer - automatische - vuurwapens op/in de richting van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] hebben/heeft geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Amsterdam , Kerkdriel en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging of misleiding en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen,
hierin bestaande dat verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) de opdracht aanwijzingen en/of instructies heeft gegeven om die [slachtoffer 2] en/of (eventueel) personen in zijn directe nabijheid te liquideren en/of een beloning in het vooruitzicht heeft gesteld en/of aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die andere perso(o)n(en) een of meer foto’s van [slachtoffer 2] heeft verstrekt en/of informatie heeft verschaft over [slachtoffer 2] en/of diens verblijfplaats.
Zaak met parketnummer 05-780093-17 (Onderzoek Brandberg ):
primair: hij op of omstreeks 7 november 2015 te Krommenie , gemeente Zaanstad , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd,
door tezamen met zijn mededader(s), althans alleen,
(meerdere malen) met twee, in elk geval één, (automatisch(e)) vuurwapen(s),
te weten een automatisch geweer (merk Ceska Zbrojovka, kaliber 7,62x39mm) en/of een pistool (merk Glock, kaliber 9 mm Parabellum),
een of meerdere kogel(s) op die [slachtoffer 4] af te vuren,
waardoor die [slachtoffer 4] in zijn borstkas en/of zijn borst, althans in zijn lichaam, werd geraakt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 4] is overleden.
Zaak met parketnummer 05-780085-17 (Onderzoek IJshamer ):
primair: hij en/of zijn mededader(s) op of omstreeks 3 april 2016 te Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of verdachtes mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] en/of een onbekend gebleven persoon opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
met een of meer (automatische) vuurwapens een of meer kogels hebben/heeft afgeschoten op/in de richting van die [slachtoffer 5] en/of die onbekend gebleven persoon,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
uitlokking van medeplegen van moord.
Het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 2 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
uitlokking van medeplegen van poging tot moord, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 05-780093-17 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van moord.
Het in de zaak met parketnummer 05-780085-17 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot moord.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft verdachte, conform de eis van het openbaar ministerie, voor alle tenlastegelegde feiten veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.
De advocaten-generaal hebben geëist dat verdachte voor alle tenlastegelegde feiten wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.
De raadsman heeft het hof verzocht om geen levenslange gevangenisstraf aan verdachte op te leggen. Verder heeft de raadsman aangevoerd dat het geconstateerde vormverzuim - de inbeslagname van de Ennetcomdata zonder voorafgaande rechterlijke machtiging - dient te leiden tot strafvermindering. Tot slot is gewezen op de Wet Straffen en Beschermen, die met zich brengt dat de nieuwe v.i.-regeling in deze zaak van toepassing is. Dat zou bij oplegging van een tijdelijke gevangenisstraf in het nadeel van verdachte uitpakken. Daarom heeft de raadsman het hof verzocht om de gevangenisstraf te maximeren op 22 jaar.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het uitlokken van een moord en twee pogingen tot moord. Daarnaast heeft hij zich als medepleger schuldig gemaakt aan een moord en op een ander moment aan een poging daartoe.
Op 31 december 2015 zijn de broers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] door twee schutters met automatische wapens onder vuur genomen bij een camping in Kerkdriel . [slachtoffer 1] heeft de aanslag niet overleefd. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zijn allebei gewond geraakt. Verdachte heeft deze aanslag uitgelokt. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waren de twee schutters. Er zijn in totaal meer dan 20 kogels afgevuurd. Op verschillende plekken zijn kogelgaten gevonden. Het is dan ook niet aan de verdachten te danken dat er niet meer (dodelijke) slachtoffers zijn gevallen. De moordaanslag was gericht op [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , maar de mogelijke dood van [slachtoffer 3] - die op 31 december 2015 bij de broers in de auto zat - is op de koop toegenomen. Er was al eerder geprobeerd om de broers [achternaam slachtoffers 1 en 2] om het leven te brengen. Aan de uiteindelijke liquidatie op 31 december 2015 is een zorgvuldige voorbereiding vooraf gegaan. Gebleken is dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verschillende keren een bezoek hebben gebracht aan de camping in Kerkdriel waar de broers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in die periode verbleven. Ook bij die eerdere bezoeken hadden zij wapens bij zich. Achteraf bepaalde [verdachte] het ‘salaris’ dat voor deze liquidatie zou worden betaald.
Op 7 november 2015 is [slachtoffer 4] in de nacht doodgeschoten in een woonwijk in Krommenie . Er is tenminste 29 keer geschoten: 17 keer met een automatisch geweer en 12 keer met een pistool. Veel omwonenden hebben de schietpartij gehoord. Uit de PGP-berichten kan worden afgeleid dat de aanslag op [slachtoffer 4] al sinds 31 oktober 2015 werd voorbereid. In verband met een mogelijke aanslag op zijn leven, droeg [slachtoffer 4] een kogelwerend vest. Dat vest bleek uiteindelijk niet bestand te zijn tegen de schoten die op
7 november 2015 op hem werden afgevuurd. Eén van de schutters was [medeverdachte 1] . [verdachte] berichtte hem om [slachtoffer 4] op te wachten bij het station van Krommenie en geen genade te tonen. Verdachte, op zijn beurt, kreeg informatie over de reisbewegingen van [slachtoffer 4] door via [medeverdachte 3] , die zich als ‘vriend’ van [slachtoffer 4] voordeed. Verdachte had direct contact met [medeverdachte 1] , [betrokkene 1] en [betrokkene 14] , respectievelijk de schutters en de chauffeur van de vluchtauto. Hij hield hen ook nauwgezet op de hoogte van de bewegingen van [slachtoffer 4] met het oog op diens aanstaande liquidatie. Daarbij gaf verdachte aan [medeverdachte 1] , [betrokkene 1] en [betrokkene 14] instructies voor het uitvoeren van de liquidatie, zoals dat ze klaar moesten staan. Bovendien heeft verdachte de schutter(s) betaald.
Op 3 april 2016 vond er een schietincident plaats op de [straat 9] in Amsterdam . Het doelwit van de aanslag was [slachtoffer 5] . Dat hij het doelwit van de aanslag was, blijkt uit een aangetroffen dactyloscopisch spoor in de auto en uit verschillende PGP-berichten. Uit deze berichten blijkt dat al vanaf 19 mei 2015 is geprobeerd om de verblijfplaats van [slachtoffer 5] te achterhalen. Verdachte was de opdrachtgever van deze aanslag en hij was nauw betrokken bij de uitvoering. Hij heeft onder meer [medeverdachte 2] het volgende bericht gestuurd: “We gaan ff snel die [bijnaam Hi.] pakker dan pakken we die negers”. Dat [slachtoffer 5] en/of omstanders niet zijn gedood of gewond zijn geraakt bij de aanslag, lijkt enkel te danken aan een technisch mankement van het automatische geweer waarmee werd geschoten en niet aan de wil van de verdachten.
Verdachte is als medepleger dan wel als uitlokker betrokken in drie zaken waarbij liquidaties, c.q. pogingen daartoe, hebben plaatsgevonden. Samen met anderen is hij verantwoordelijk voor het op gruwelijke wijze vermoorden van twee mensen en de moordpogingen op drie anderen. Als verdachte al berouw heeft, dan heeft hij dat niet getoond. Hij lijkt daardoor gewetenloos. Naast het onnoemelijke leed en verdriet bij de nabestaanden en de slachtoffers, ontstaat er door dergelijk handelen grote onrust in de samenleving. Er is in het wilde weg geschoten met automatische vuurwapens. Het gaat om een zeer extreme vorm van geweld. Ook het gevaar dat hierdoor is ontstaan voor omstanders moet tot uiting komen in de op te leggen straf.
Over zijn persoonlijke omstandigheden heeft verdachte niet veel verklaard. Hij heeft geen enkele opening gegeven over zijn motief om over te gaan tot de gruwelijke strafbare feiten die door het hof bewezen zijn verklaard. Er zijn het hof geen omstandigheden gebleken waarmee in strafverminderende zin rekening kan worden gehouden.
Verdachte heeft zich aan uitzonderlijk zware misdrijven schuldig gemaakt. Hoewel hij zelf niet geschoten heeft, heeft hij anderen ertoe aangezet buitensporig geweld te gebruiken. Eén liquidatie heeft hij uitgelokt en op twee andere momenten is hij zo nauw betrokken geweest bij de (pogingen tot) liquidatie dat hij daarvan medepleger is. Daarmee heeft hij minachting getoond voor mensenlevens. De bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze feiten zijn gepleegd, zijn zó ernstig, dat uitsluitend een levenslange gevangenisstraf passend en geboden is. Het opleggen van een tijdelijke gevangenisstraf, zelfs als dit een zeer langdurige zou zijn, zou geen recht doen aan de aard, de ernst en het aantal van de zeer ernstige bewezenverklaarde feiten.
Het hof hecht er in het bijzonder aan het volgende op te merken. De afgelopen jaren lijken jonge jongens steeds sneller en makkelijker over te gaan tot het plegen van liquidaties. Deze ontwikkeling acht het hof uitermate zorgelijk. Ook daarom acht het hof het van belang om [verdachte] en de samenleving duidelijk te maken dat in dit geval de maximaal mogelijke tijdelijke gevangenisstraf van 30 jaar in onvoldoende mate recht doet aan de ernst van de door het hof bewezenverklaarde feiten en dat oplegging van een levenslange gevangenisstraf als enige straf passend en geboden is.
Het hof heeft hiervoor al vastgesteld dat ten aanzien van het vastgestelde vormverzuim bij de inbeslagname van de Ennetcomdata kan worden volstaan met de constatering daarvan. Voor strafvermindering in verband hiermee ziet het hof dus geen aanleiding.
Het hof stelt voorts ambtshalve het volgende aan de orde. De strafzaak tegen [verdachte] maakt deel uit van een zeer groot onderzoek naar liquidaties met meerdere verdachten. De zaken tegen die verdachten hangen onmiskenbaar met elkaar samen en ook het gebruik van Ennetcom-data speelt in alle zaken. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn er in deze zaak (al dan niet ambtshalve) onderzoekshandelingen verricht. Daarbij zijn geen perioden van inactiviteit geconstateerd door het hof. Zo is het kabinet van de raadsheer-commissaris voortdurend in de weer geweest om contact te krijgen met getuigen waarvan de verblijfplaats niet bekend was en is het pas in juni 2021 gelukt om één van de voor de verdediging belangrijkste getuigen te horen over de gang van zaken bij Ennetcom. Het uitgangspunt dat de behandeling van een strafzaak tegen een verdachte die zich in preventieve hechtenis bevindt, in elke instantie binnen zestien maanden dient plaats te vinden is daarom niet toepasbaar op deze zaak. Aan het eind van de procedure in hoger beroep is onverwacht een geringe vertraging van enkele weken ontstaan door verwikkelingen in een zaak van een medeverdachte. Gelet op al deze omstandigheden en de aan verdachte op te leggen straf zal het hof volstaan met de enkele constatering van de overschrijding van de redelijke termijn in zowel de fase van eerste als in tweede aanleg.
Van andere (vorm)verzuimen of omstandigheden die zouden kunnen leiden tot strafvermindering – in die zin dat wellicht de maximale tijdelijke gevangenisstraf in plaats van een levenslange gevangenisstraf zou kunnen worden opgelegd – is niet gebleken.
Concluderend komt het hof dan ook tot het oordeel dat in deze zaak uitsluitend het opleggen van een levenslange gevangenisstraf aan de orde kan zijn. Het hof zal deze dan ook opleggen.
Beslag
Het hof zal de teruggave aan verdachte gelasten van de hierna te noemen in beslag genomen voorwerpen. Zij behoren [verdachte] toe. Het belang van de strafvordering verzet zich niet tegen de teruggave.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.911,67. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De advocaten-generaal hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] geheel dient te worden toegewezen.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde handelen van [verdachte] rechtstreeks schade heeft geleden. Naar het oordeel van het hof is de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] voldoende onderbouwd. [verdachte] is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering geheel en hoofdelijk zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 253.449,33. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep deels afgewezen en voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep is de vordering gehandhaafd, zodat deze opnieuw aan de orde is.
De advocaten-generaal hebben zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toegewezen dient te worden tot een bedrag van € 10.000,-, bestaande uit immateriële schade. Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te worden verklaard, aldus de advocaten-generaal.
De raadsman heeft aangevoerd dat de rechtbank op juiste wijze heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] . De raadsman heeft de verschillende materiële schadeposten gemotiveerd betwist. Ten aanzien van de gevorderde vergoeding aan immateriële schade heeft hij zich op het standpunt gesteld dat deze schadepost onvoldoende is onderbouwd.
Het hof overweegt dat de vordering tot vergoeding van de materiële schade voor wat betreft de schadeposten “autoverhuurbedrijf” en “inkomstenderving” omvangrijk en complex is en vele vragen oproept. Ook de schadepost “kleding” is niet zonder meer toewijsbaar. Over de immateriële schade overweegt het hof dat nader onderzoek nodig zou zijn om vast te kunnen stellen of de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden, hoe hoog de eventuele immateriële schade dan zou zijn en of de benadeelde partij deze heeft beoogd te vorderen.
Een beoordeling van de vordering van de benadeelde partij levert onder deze omstandigheden een onevenredige belasting van het strafproces op. Daarom kan de benadeelde partij thans in de vordering niet worden ontvangen. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst af het verzoek van de verdediging om de behandeling van de zaak aan te houden.
Verklaart niet bewezen het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 subsidiair en 2 subsidiair, het in de zaak met parketnummer 05-780093-17 primair en het in de zaak met parketnummer 05-780085-17 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 subsidiair en 2 subsidiair, het in de zaak met parketnummer 05-780093-17 primair en het in de zaak met parketnummer 05-780085-17 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een levenslange gevangenisstraf.
Gelast de teruggave aan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een zwarte iPhone
- een simkaart.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van € 3.911,67 (drieduizend negenhonderdelf euro en zevenenzestig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 1] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 05-780056-17 onder 1 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.911,67 (drieduizend negenhonderdelf euro en zevenenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.411,67 vanaf 4 januari 2016 en over een bedrag van € 2.500,- vanaf 7 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de benadeelde partij in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R.H. Koning en mr. A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Jansen en mr. S.H. Diepeveen, griffiers,
en op 23 december 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 23 december 2021.
Tegenwoordig:
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R.H. Koning en mr. A.J. Smit, raadsheren,
mr. F. Posthumus, advocaat-generaal,
mr. S.H. Diepeveen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter sluit het onderzoek en spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Uitspraak 12‑03‑2020
Inhoudsindicatie
Tussenarrest in onderzoek Bosnië.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003606-19
Uitspraak d.d.: 12 maart 2020
TEGENSPRAAK
Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Badhoevedorp,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 26 juni 2019 met parketnummer 05-780056-17, 05-780093-17 en 05-780085-17 (gevoegd ter terechtzitting) in de strafzaak tegen
[detentie] ,
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1990,
thans verblijvende in [detentie] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit tussenarrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 december 2019 en 18 februari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van wat door verdachte en zijn raadsman,
mr. S.L.J. Janssen, naar voren is gebracht.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van wat door de advocaten-generaal naar voren is gebracht.
Getuigenverzoeken
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bij appelschriftuur van 19 juli 2019 verzocht om de volgende personen als getuigen te horen:
[getuige 1] ;
[getuige 2] ;
[getuige 3] ;
[getuige 4] ;
[getuige 5] ;
[getuige 6] (medeverdachte);
[getuige 7] (medeverdachte);
[getuige 8] (medeverdachte);
[getuige 9] .
Ter zitting van 17 december 2019 heeft de raadsman aangegeven dat hij het verzoek om [getuige 9] als getuige te horen niet handhaaft. Op dit verzoek hoeft dus niet meer te worden beslist. De raadsman heeft de overige getuigenverzoeken (genummerd 1 tot en met 8) gehandhaafd en ter zitting nader toegelicht.
Ter onderbouwing van de verzoeken met de nummers 1 tot en met 4 heeft de raadsman aangevoerd dat deze personen nauw betrokken zijn geweest bij het bedrijf [bedrijf] , dat zij wetenschap hebben van de inrichting en de beveiliging van de ICT-structuur van [bedrijf] en van de mogelijkheden dat deze gecompromitteerd is geraakt en de wijze waarop dat gebeurd zou kunnen zijn. Ten aanzien van de getuige [getuige 4] heeft de raadsman in het bijzonder aangevoerd dat hij onder de naam “ [naam] ” nauw betrokken is geweest bij het technisch onderhoud van de [bedrijfsdata] en dat hij bij uitstek de persoon is om nadere informatie te geven over de beveiliging van die data, wie er toegang tot die data had en over - onder meer - het retentiebeleid en de manipuleerbaarheid van die data.
Ter onderbouwing van de verzoeken met de nummers 5 tot en met 8 heeft de raadsman naar voren gebracht dat deze medeverdachten een verklaring af zouden kunnen leggen over de gang van zaken bij de tenlastegelegde feiten in het algemeen en over de betrokkenheid of identiteit van de persoon met de naam “ [alias 1] ” in het bijzonder. Verdachte heeft ontkend dat hij “ [alias 2] ” of “ [alias 1] ” is en ook dat hij gebruik heeft gemaakt van de [bedrijf] -accounts met de e-mailadressen die beginnen met […] en […] (de e-mailadressen die door de rechtbank aan verdachte zijn toegeschreven). De genoemde medeverdachten zouden kunnen verklaren over het gebruik van PGP-telefoons en [bedrijf] -accounts, meer in het bijzonder dat verdachte daar geen gebruik van heeft gemaakt. Ook zouden de medeverdachten kunnen verklaren wie er daadwerkelijk schuilgaat achter de naam “ [alias 1] ” en de accounts die beginnen met […] en […] .
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaten-generaal hebben zich op het standpunt gesteld dat de verzoeken tot het horen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] moeten worden afgewezen. Met betrekking tot de verzoeken om [getuige 1] en [getuige 2] als getuigen te horen, hebben zij opgemerkt dat er wel een belang is voor de verdediging om hen te horen, maar dat niet valt te verwachten dat deze getuigen binnen een aanvaardbare termijn kunnen worden gehoord omdat hun verblijfplaats niet bekend is. Ten aanzien van [getuige 3] is door het openbaar ministerie aangevoerd dat de verdediging geen belang heeft bij het horen van deze getuige.
Het openbaar ministerie heeft zich niet verzet tegen toewijzing van de verzoeken tot het horen van [getuige 4] , [getuige 5] , [getuige 6] , [getuige 7] en [getuige 8] als getuigen.
Oordeel van het hof
Het hof stelt allereerst vast dat alle hiervoor genoemde getuigenverzoeken beoordeeld moeten worden aan de hand van het verdedigingsbelang. Het hof is van oordeel dat het in het belang van de verdediging is om de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 4] , [getuige 5] , [getuige 6] , [getuige 7] en [getuige 8] te horen. Deze getuigenverzoeken zullen daarom worden toegewezen.
Met betrekking tot de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] overweegt het hof dat in eerste aanleg al is geprobeerd om deze getuigen te horen, maar dat dit toen niet is gelukt omdat zij onvindbaar bleken te zijn. Omdat de verblijfplaats van deze getuigen, ondanks recent nieuw onderzoek, nog steeds niet bekend is, heeft het hof thans niet zonder meer de verwachting dat [getuige 1] en [getuige 2] tijdens de procedure in hoger beroep binnen een aanvaardbare termijn kunnen worden gehoord. Omdat deze getuigen in eerste aanleg zijn toegewezen, het openbaar ministerie op zich het belang van het horen van deze getuigen onderkent en omdat er in hoger beroep ook nog andere getuigen gehoord moeten worden waarmee de nodige tijd gemoeid zal zijn, zal het hof ook in deze zaak opdracht geven tot het laten horen van [getuige 1] en [getuige 2] als getuigen. Om onevenredige vertraging van de afdoening van de strafzaak te voorkomen, stelt het hof hierbij de voorwaarde dat de verhoren van deze getuigen bij de raadsheer-commissaris alleen doorgang zullen vinden als deze binnen een aanvaardbare termijn kunnen plaatsvinden. Het hof verwacht dat alle procespartijen zich zullen inspannen om de verblijfplaatsen van de genoemde getuigen te achterhalen en dat zij eventuele nadere informatie hierover zo spoedig mogelijk doorgeven aan het kabinet van de raadsheer-commissaris.
Over de getuige [getuige 4] merkt het hof op dat hij weliswaar ook in eerste aanleg als getuige is gehoord door de rechter-commissaris, maar dat hij zich destijds heeft beroepen op zijn verschoningsrecht. Het hof zal het verzoek om deze getuige te horen toewijzen en daartoe de zaak verwijzen naar de raadsheer-commissaris. Het hof geeft de raadsheer-commissaris in overweging voorafgaand aan de oproeping van deze getuige te onderzoeken, of contact op te nemen met de advocaat van deze getuige, om te vernemen of de getuige al dan niet opnieuw een beroep zal doen op zijn verschoningsrecht.
Daarnaast is het hof ambtshalve van oordeel dat de getuige [getuige 10] - die is toegewezen in de strafzaak tegen de medeverdachte [getuige 8] - ook in deze zaak moet worden gehoord bij de raadsheer-commissaris. De getuige [getuige 10] zal worden gehoord over het tenlastegelegde in het onderzoek [naam onderzoek 1] . Het tenlastegelegde in dit onderzoek is ook bij verdachte op de dagvaarding vermeld.
Voor wat betreft het verzoek om [getuige 3] als getuige te horen, overweegt het hof het volgende. Volgens de verdediging was [getuige 3] de beheerder van de serveromgeving van [bedrijf] in Canada en daarmee bij uitstek degene die onbeperkt toegang had tot de [bedrijfsdata] . In deze hoedanigheid zou [getuige 3] ook wetenschap hebben van de werkzaamheden aan die data, het beheer van die data alsmede de gang van zaken bij het in beslag nemen daarvan. Het hof stelt op grond van de inhoud van het strafdossier vast dat [getuige 3] uitsluitend de serveromgeving van [bedrijf] heeft verhuurd. Anders dan door de verdediging is aangevoerd, blijkt uit niets dat hij als verhuurder van deze serverruimte daadwerkelijk toegang heeft gehad tot de [bedrijfsdata] . Daarom is de verdediging niet in haar belangen geschaad als [getuige 3] niet als getuige wordt gehoord. Het hof wijst het verzoek om hem als getuige te horen af.
Verzoek tot volledige toegang tot de [bedrijfsdata]
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bij appelschriftuur - kort gezegd - verzocht om volledige toegang te krijgen tot de [bedrijfsdata] .
De raadsman heeft dit verzoek ter terechtzitting van 17 december 2019 gehandhaafd en nader toegelicht. Het verzoek en de toelichting daarop is hieronder kort en op kernpunten weergegeven.
De verdenking en de bewezenverklaring in het vonnis komen uitsluitend voort uit de analyse en de interpretatie van de [bedrijfsdata] . De verdediging zet echter vraagtekens bij de betrouwbaarheid en de integriteit van die informatie. Volgens de raadsman heeft de Amsterdamse recherche in de onderzoeken [naam onderzoek 3] en [naam onderzoek 4] jarenlang volledige en onbeperkte toegang gehad tot het geheel aan [bedrijfsdata] , in tegenstelling tot de verdediging, die slechts toegang had tot een zeer beperkt deel van die gegevens. Daarnaast acht de raadsman het moeilijk voorstelbaar dat relevante informatie uit deze data niet is gedeeld met collega’s die zich bezighielden met de onderzoeken Bosnië, [naam onderzoek 1] en [naam onderzoek 2] . Het uitgangspunt van de gelijkheid der wapenen (“equality of arms”) schrijft in dit geval voor dat de verdediging ook in de gehele [bedrijf] -dataset moet kunnen zoeken om de stellingen en aannames van politie en justitie te kunnen verifiëren of falsificeren. Tevens moet de verdediging - onder meer - kunnen zoeken naar (andere) concrete voorbeelden van manipulatie van die data en moet zij de mogelijkheid krijgen om een andere gang van zaken aan te tonen dan die door de rechtbank bewezen is verklaard. Ter onderbouwing van voornoemd verzoek heeft de raadsman verder gewezen op relevante Europeesrechtelijke jurisprudentie met betrekking tot het recht op een eerlijk proces, zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM.
Tot slot heeft de raadsman aangegeven dat het voorstel van het openbaar ministerie dat de verdediging zoektermen kan indienen die - na controle door het openbaar ministerie - in de databank mogen worden ingevoerd en daarna nog door het openbaar ministerie op relevantie worden beoordeeld, geen begaanbare weg is. Evenmin is op voorhand duidelijk waarom inzage bij het NFI onder toezicht van een rechter- of raadsheer-commissaris zou moeten plaatsvinden.
Standpunt van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie heeft expliciet betwist dat de onderzoeksteams in Bosnië en [naam onderzoek 1] onbeperkte toegang hebben gehad tot de volledige [bedrijfsdata] . In 2016 is een rechtshulpverzoek gedaan aan Canada om toegang te krijgen tot gegevens en dit verzoek is gehonoreerd voor vier onderzoeken, waaronder de onderzoeken [naam onderzoek 3] en [naam onderzoek 4] . In beginsel hadden de onderzoeksteams in die onderzoeken onbeperkte toegang tot de volledige [bedrijfsdata] , maar zij hebben die mogelijkheid nooit benut. Buiten de hiervoor genoemde vier onderzoeken is de toegang tot de [bedrijfsdata] beperkt en gebonden aan voorwaarden. Dat was dus ook het geval in de onderzoeken Bosnië en [naam onderzoek 1] , waarbij de rechter-commissaris heeft gefungeerd als “poortwachter” bij het indienen van verzoeken. Zoektermen zijn telkens eerst ter goedkeuring voorgelegd aan de rechter-commissaris. Alleen na een door de rechter-commissaris afgegeven machtiging mocht in de [bedrijfsdata] worden gezocht met deze goedgekeurde zoektermen. Concrete informatie uit bepaalde onderzoeken is nooit zomaar gedeeld met andere onderzoeksteams. Hooguit werd men attent gemaakt op het bestaan van bepaalde informatie waarna bij de rechter-commissaris een verzoek kon worden gedaan om daar toegang tot te krijgen. Het openbaar ministerie concludeert dat de verdediging dezelfde mogelijkheden heeft gekregen als de politie en dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor malversatie.
Het openbaar ministerie heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de raadsman wel in de [bedrijfsdata] mag zoeken, maar dat hij dan van tevoren zoektermen moet opgeven waarover het openbaar ministerie zich eerst moet kunnen uitlaten. Vervolgens moet een rechter - bijvoorbeeld een raadsheer-commissaris - beslissen of een zoekterm wordt goedgekeurd of niet. Het openbaar ministerie wil ook in staat worden gesteld om de zoekresultaten eerst te bekijken voordat deze aan de verdediging worden verstrekt. De tussenkomst van het openbaar ministerie is - onder meer - noodzakelijk om geheimhoudersgesprekken niet bij de verdediging terecht te laten komen. De raadsman mag, in aanwezigheid van het openbaar ministerie, bij het NFI nader onderzoek doen in de bestaande dataset. Het openbaar ministerie heeft verder de wens kenbaar gemaakt dat er een raadsheer-commissaris aanwezig is als dit onderzoek wordt gedaan.
Oordeel van het hof
Het hof stelt allereerst vast dat het verzoek van de verdediging om volledige toegang te krijgen tot de [bedrijfsdata] moet worden beoordeeld aan de hand van het noodzakelijkheidscriterium.
Aan het verzoek heeft de verdediging de stelling ten grondslag gelegd dat de politie in de onderzoeken [naam onderzoek 3] en [naam onderzoek 4] volledige en onbeperkte toegang heeft gehad tot alle [bedrijfsdata] en dat de opsporingsteams die zich bezighielden met deze onderzoeken vermoedelijk relevante informatie hebben gedeeld met de opsporingsteams in Bosnië, [naam onderzoek 1] en [naam onderzoek 2] . Het openbaar ministerie heeft expliciet betwist dat dit het geval is geweest. In het licht van deze uitgebreid gemotiveerde en met stukken onderbouwde betwisting - waarvan de inhoud hiervoor samengevat is weergegeven onder het standpunt van het openbaar ministerie - is het hof van oordeel dat voornoemde stelling van de verdediging onvoldoende aannemelijk is geworden. Met andere woorden: op geen enkele wijze is aannemelijk geworden dat de onderzoeksteams in de onderzoeken Bosnië, [naam onderzoek 1] en [naam onderzoek 2] - direct dan wel indirect - onbeperkte en volledige toegang hebben gehad tot de [bedrijfsdata] . Anders dan de verdediging stelt, is dus geen sprake van een schending van het beginsel van “equality of arms”.
Het hof stelt verder vast dat niet is gebleken dat de opsporingsteams informatie aan aanvragen van machtigingen bij de rechter-commissaris ten grondslag hebben gelegd die niet op rechtmatige wijze is verkregen via reguliere opsporingsmethodes. De herkomst van de gebruikte informatie is telkens te herleiden en er is alleen gezocht in de [bedrijfsdata] met goedgekeurde zoektermen na een door de rechter-commissaris afgegeven machtiging. De opsporingsteams in de onderzoeken Bosnië, [naam onderzoek 1] en [naam onderzoek 2] hebben zich dus gehouden aan de voorwaarden zoals deze zijn bepaald door de Canadese rechter.
Verder heeft het hof geconstateerd dat de verdediging in eerste aanleg al in de gelegenheid is gesteld om bij het NFI te zoeken in de [bedrijfsdata] . De verdediging heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. In hoger beroep heeft de raadsman desgevraagd geen concrete zoektermen - die verband houden met de tenlastegelegde feiten - opgegeven waarmee hij in de databank van [bedrijf] wil zoeken. Ook heeft hij niet gemotiveerd aangegeven waarom het onderzoek in de [bedrijfsdata] dat hij in eerste aanleg al heeft gedaan onvoldoende is geweest. Met andere woorden: de raadsman heeft niet concreet onderbouwd met het oog waarop en op welke wijze hij nog wil zoeken in de [bedrijfsdata] . Mede gelet op het voorgaande, is het hof van oordeel dat de door de raadsman voorgestelde zoekoperatie in de [bedrijfsdata] om misslagen aan het licht te brengen dan wel om aan te tonen dat sprake is van manipulatie van die data een “fishing expedition” betreft.
Gelet op al het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof niet gebleken van de noodzaak om het verzoek van de raadsman om volledige en onbeperkte toegang te krijgen tot de [bedrijfsdata] toe te wijzen. Het hof wijst dit verzoek daarom af.
BESLISSING
Het hof:
Wijst af het verzoek om [getuige 3] als getuige te horen.
Wijst af het verzoek om volledige toegang te krijgen tot de [bedrijfsdata] .
Verwijst de zaak naar de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
- -
de heer [getuige 1] (de directeur van [bedrijf] ), geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] , ingeschreven op het adres [adres] (postadres);
- -
de heer [getuige 2] , geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] (Marokko), ingeschreven op het adres [adres] ;
- -
de heer [getuige 4] , geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ;
- -
de heer [getuige 5] , geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] (Marokko), thans verblijvende in [detentie] ;
- -
de heer [getuige 6] , geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] , thans verblijvende in [detentie] ;
- -
de heer [getuige 7] , geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] (Indonesië), thans verblijvende in [detentie] ,
- -
de heer [getuige 8] , geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen), thans verblijvende in [detentie] ;
- -
de heer [getuige 10], geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Bepaalt dat alle procespartijen zich zullen inspannen om de verblijfplaatsen van [getuige 1] en [getuige 2] te achterhalen en dat zij eventuele nadere informatie hierover zo spoedig mogelijk doorgeven aan het kabinet van de raadsheer-commissaris.
Schorst het onderzoek ter terechtzitting voor bepaalde tijd tot 11 mei 2020 te 10.20 uur, welke schorsing in verband met de klemmende reden dat de onderzoekshandelingen naar verwachting niet binnen een maand zullen zijn voltooid, langer is dan één maand doch niet langer dan drie maanden.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen dat tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman en aan de benadeelde partijen.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R.H. Koning en mr. A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mrs. A.C. Jochems en R. Jansen, griffiers,
en op 12 maart 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 12 maart 2020.
Tegenwoordig:
mr. R.H. Koning, voorzitter,
mr. J. van Spanje, advocaat-generaal,
A. Dinzey, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het tussenarrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.