Bindend advies
Einde inhoudsopgave
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/5.4.4.1:5.4.4.1 Algemeen
Bindend advies (O&R nr. 74) 2012/5.4.4.1
5.4.4.1 Algemeen
Documentgegevens:
Pauline Elisabeth Ernste, datum 01-07-2012
- Datum
01-07-2012
- Auteur
Pauline Elisabeth Ernste
- JCDI
JCDI:ADS358303:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Ik beperk mij tot enkele algemene opmerkingen over het deskundigenbericht en -verhoor. Zie uitgebreid over het deskundigenbericht en -verhoor De Groot 2008.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uitgangspunt bij overheidsrechtspraak is dat deskundigen geen deel uitmaken van het rechterlijk college. Art. 116 lid 3 Gw staat op dit uitgangspunt wel uitzonderingen toe. Voorbeelden van rechtspraak door rechters en deskundigen in het civiele recht zijn de Pachtkamer, de Ondernemingskamer en de Kamer voor Kwekersrecht. De hoofdregel is dat wanneer de eigen kennis van de overheidsrechter ontoereikend is, deze zich door een deskundige kan laten adviseren. Op grond van art. 194 lid 1 Rv beschikt de overheidsrechter over de bevoegdheid om ambtshalve een deskundigenbericht of -verhoor te gelasten. Het deskundigenbericht of -verhoor dient dan ter voorlichting van de overheidsrechter. Partijen kunnen ook de overheidsrechter verzoeken een deskundige te benoemen (art. 194 lid 1 Rv) of een zogenaamde partij-deskundige te horen (art. 200 lid 1 Rv). Dit verzoek kan door een partij zijn gedaan omdat zij van mening is dat de overheidsrechter voorlichting behoeft of omdat zij door middel van het deskundigenbericht bewijs wil leveren. Partijen hebben geen wettelijke aanspraak op het leveren van bewijs door middel van deskundigen, zoals dat wel het geval is bij getuigenbewijs. De overheidsrechter heeft een discretionaire bevoegdheid wat betreft het inwinnen van informatie bij deskundigen. Art. 194 lid 1 Rv bepaalt immers dat de overheidsrechter op verzoek van een partij of ambtshalve een deskundigenbericht of -verhoor kan bevelen. Art. 200 lid 1 Rv bepaalt dat de overheidsrechter een partij op haar verzoek kan toestaan deskundigen te doen horen die niet door de overheidsrechter zijn benoemd. Een verzoek van een partij om een deskundige te benoemen, mag door de overheidsrechter worden geweigerd op grond van de verwachting dat het deskundigenbericht onvoldoende zou bijdragen aan de beslissing van een zaak.1 Een belangrijk kenmerk en voordeel van arbitrage en bindend advies ten opzichte van overheidsrechtspraak is dat een deskundige/niet-jurist als arbiter of bindend adviseur kan worden benoemd. In deze paragraaf staat de rol van het deskundigenbewijs in de bindend-advies-procedure centraal.