Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1225
Overschrijding redelijke termijn na terugwijzing door Hoge Raad. Oordeel van de feitenrechter inzake de redelijke termijn kan in cassatie slechts in beperkte mate worden getoetst. Oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
HR 22-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2657
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/03863
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2657, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2016
Essentie
Overschrijding redelijke termijn na terugwijzing door Hoge Raad. Oordeel van de feitenrechter inzake de redelijke termijn kan in cassatie slechts in beperkte mate worden getoetst. Oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 7 augustus 2015, nummer 21/002922-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene]. Adv.: mr. J. Michels, te Amersfoort.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (zittingsplaats Arnhem) heeft bij arrest van 7 augustus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.