Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1218
Profijtontneming. ’s Hofs oordeel dat sprake is van ‘gemeenschappelijk voordeel’ en dat daarom een hoofdelijke betalingsverplichting kan worden opgelegd, is ontoereikend gemotiveerd.
HR 22-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2648
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/05232
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2648, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1150, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2016
Essentie
Profijtontneming. ’s Hofs oordeel dat sprake is van ‘gemeenschappelijk voordeel’ en dat daarom een hoofdelijke betalingsverplichting kan worden opgelegd, is ontoereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 6 oktober 2014, nummer 22/004682-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof Den Haag heeft bij arrest van 6 oktober 2014 aan de betrokkene de verplichting opgelegd om een bedrag van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.