NJ 2014/92
Alleen verschoningsgerechtigde i.c. belanghebbende cfm art. 552a Sv.
HR 12-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4284, m.nt. F. Vellinga-Schootstra
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 februari 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
11/02525 B
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
F. Vellinga-Schootstra
- LJN
BX4284
- JCDI
JCDI:ADS127782:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BX4284, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX4284, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Nu het in beginsel aan de verschoningsgerechtigde (i.c. een arts) is te bepalen of een inbeslaggenomen voorwerp (i.c. een medisch dossier) gegevens bevat die onder zijn verschoningsrecht vallen en zijn standpunt daarover in beginsel door de betrokken functionarissen moet worden geëerbiedigd (vgl. HR NJ 2005/273), kan alleen de verschoningsgerechtigde in een beklagprocedure waarin het verschoningsrecht in het geding is, worden aangemerkt als belanghebbende cfm art. 552a Sv. De rechtbank had klager derhalve niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn beklag.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Dordrecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.