Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/134
Financieel recht. Verbintenissenrecht. Zorgplicht bank bij beleggingsadvies. Causaal verband tussen schending zorgplicht en schade. Verschil met Ponzi-arrest en Safe Haven-arrest.
HR 10-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:28
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02486
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:28, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:826, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Financieel recht. Verbintenissenrecht. Zorgplicht bank bij beleggingsadvies. Causaal verband tussen schending zorgplicht en schade. Verschil met Ponzi-arrest en Safe Haven-arrest.
Samenvatting
Voor aansprakelijkheid voor schade in een geval als het onderhavige is vereist dat causaal verband bestaat tussen de door het hof aangenomen schending van de zorgplicht en de schade. Het hof heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door mede op grond van gedragingen met betrekking waartoe het hof de Bank geen verwijten heeft gemaakt het condicio sine qua non-verband met de door verweerder geleden schade aan te nemen. Bij zijn beoordeling welke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.