Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 4.2 (eisen aan programma’s bij (dreigende) overschrijding van omgevingswaarde)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 292 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als aannemelijk is dat niet wordt voldaan aan de omgevingswaarden, bedoeld in de artikelen 2.3 tot en met 2.7, bevat een programma als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de wet de gegevens, bedoeld in bijlage XV, deel A, bij de richtlijn luchtkwaliteit.
2.
Als aannemelijk is dat niet wordt voldaan aan de omgevingswaarden, bedoeld in de artikelen 2.3, 2.4, 2.5, eerste lid, en tweede lid, onder a en b, en 2.6, bevat een programma passende maatregelen, zodat binnen een zo kort mogelijke periode aan de omgevingswaarde wordt voldaan.
3.
Een programma gericht op het voldoen aan de volgende omgevingswaarden bevat de daarbij bedoelde maatregelen:
- a.
als het gaat om de omgevingswaarde voor PM2,5, bedoeld in artikel 2.5, tweede lid, aanhef en onder c: alle nodige maatregelen die geen onevenredige kosten meebrengen;
- b.
als het gaat om de omgevingswaarden voor ozon:
- 1°
bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, aanhef en onder a en c: alle nodige maatregelen die geen onevenredige kosten meebrengen;
- 2°
bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, aanhef en onder b en d: kosteneffectieve maatregelen, als wel wordt voldaan aan de omgevingswaarden, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, aanhef en onder a respectievelijk c; en
- c.
als het gaat om de omgevingswaarden voor arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen, bedoeld in artikel 2.8, eerste lid: alle nodige maatregelen die geen onevenredige kosten meebrengen, met name gericht op de grootste emissiebronnen.