Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/1013
Ondertoezichtstelling; verzoek tot benoeming deskundige op voet art. 810a lid 2 Rv; maatstaf voor toewijzing verzoek; belang van het kind.
HR 05-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2632
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 september 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/06407
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2632, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑12‑2013
- Wetingang
Art. 810a Rv; art. 1:254 BW
Essentie
Ondertoezichtstelling; verzoek tot benoeming deskundige op voet art. 810a lid 2 Rv; maatstaf voor toewijzing verzoek; belang van het kind.
Art. 810a lid 2 Rv bepaalt dat de rechter in zaken betreffende de ondertoezichtstelling van minderjarigen, de ontheffing en ontzetting van het ouderlijk gezag, of de ontzetting van de voogdij, op verzoek van een ouder en na overleg met die ouder een deskundige benoemt, mits dat mede tot de beslissing van de zaak kan leiden en het belang van het kind zich daartegen niet verzet. Met deze bepaling is beoogd te bevorderen dat ouders van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.