Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/32
HR: art. 80a RO.
HR 03-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1576
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/00598
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1576, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1557, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2013
Essentie
HR: art. 80a RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 januari 2013, nummer 23/002686-10, in de strafzaak tegen: [verdachte], Adv. mr. R.J. Wortelboer, te Alkmaar.
Conclusie
Conclusie A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga:
1.
Het beroep in cassatie van verdachte heeft betrekking op een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam d.d. 29 januari 2013.
2.
Het middel berust op de stelling dat het bewijs van het bewezenverklaarde feit uitsluitend of in beslissende mate berust op de verklaringen van [betrokkene 1] en [betrokkene 2]. Gelet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.