Einde inhoudsopgave
Regeling kansspelen op afstand
Artikel 3.19 Het beheer en de afscheiding van speeltegoeden
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
21-01-2021, Stcrt. 2021, 4507 (uitgifte: 01-02-2021, regelingnummer: 3181155)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-01-2021, Stcrt. 2021, 4507 (uitgifte: 01-02-2021, regelingnummer: 3181155)
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De stichting die voor een of meerdere vergunninghouders werkzaam is ter zake van het tijdelijke beheer en de afscheiding van spelerstegoeden als bedoeld in artikel 31l, tweede lid, onder b, van de wet voldoet aan de volgende vereisten:
- a.
de stichting heeft een bestuur dat bestaat uit natuurlijke personen en een raad van toezicht die bestaat uit een oneven aantal natuurlijke personen van ten minste drie leden;
- b.
de betrouwbaarheid van de leden van het bestuur en van de leden van de raad van toezicht staat buiten twijfel;
- c.
de leden van het bestuur, de leden van de raad van toezicht en het personeel van de stichting werken niet onder de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder met wie de stichting een overeenkomst tot het tijdelijke beheer van spelerstegoeden heeft gesloten en voeren hun taken uit onafhankelijk van die vergunninghouder;
- d.
de stichting scheidt de door haar beheerde spelerstegoeden te allen tijde af van ander vermogen;
- e.
de stichting houdt de door haar beheerde spelerstegoeden aan op een of meer rekeningen die uitsluitend tot haar beschikking staan en uitsluitend door haar worden beheerd;
- f.
de stichting houdt op de rekening of rekeningen, bedoeld onder e, uitsluitend spelerstegoeden aan;
- g.
de stichting die werkzaam is voor meerdere vergunninghouders, houdt voor iedere vergunninghouder een andere of meerdere andere rekeningen aan;
- h.
de stichting wendt de saldi op de rekening of rekeningen uitsluitend aan voor het verrichten van betalingstransacties overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de wet;
- i.
de stichting treft passende maatregelen tegen onrechtmatige transacties met de saldi op de rekening of rekeningen;
- j.
de stichting treft passende maatregelen om de saldi op de rekening of rekeningen bij ontbinding van de stichting of bij beëindiging van de overeenkomst met de vergunninghouder uit te keren of uit te doen keren aan de rechthebbenden; en
- k.
de stichting verstrekt de raad van bestuur desgevraagd alle inlichtingen die deze voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft.
2.
De raad van toezicht is in ieder geval belast met:
- a.
het benoemen, schorsen en ontslaan van de leden van het bestuur;
- b.
het ontslaan van leden van de raad van toezicht en het benoemen van nieuwe leden;
- c.
het toezien op de rechtmatige uitvoering van werkzaamheden en de rechtmatige uitoefening van bevoegdheden door het bestuur;
- d.
het toezien op rechtmatig beheer en afscheiding van spelerstegoeden;
- e.
het toezien op de naleving van wettelijke verplichtingen door het bestuur.
3.
De raad van toezicht stelt een profielschets op voor de benoeming van nieuwe leden in het bestuur en een profielschets voor de benoeming van nieuwe leden in de raad van toezicht, en verstrekt deze onverwijld aan het bestuur. De raad van toezicht benoemt uitsluitend leden die voldoen aan die profielschets.
4.
De vergunninghouder die ter uitvoering van artikel 31l, tweede lid, onder b, van de wet gebruik maakt van een stichting als bedoeld in het eerste lid:
- a.
vergewist zich van de betrouwbaarheid van de leden van het bestuur en van de raad van toezicht van die stichting;
- b.
bedingt contractueel van de stichting dat die stichting bij de uitvoering van haar werkzaamheden de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften naleeft en haar werkzaamheden zodanig uitvoert dat het toezicht op de naleving van die voorschriften niet wordt belemmerd;
- c.
bedingt contractueel van de stichting dat die stichting aan de rechthebbende onverwijld de bedragen betaalt die de rechthebbende toekomen nadat het verzoek daartoe door die rechthebbende of namens die rechthebbende is gedaan;
- d.
bedingt contractueel van de stichting dat het bestuur van die stichting niet bevoegd is tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, noch tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt;
- e.
heeft te allen tijde jegens de stichting uitsluitend aanspraak op betaling van gelden die voor hem zijn bestemd;
- f.
draagt er zorg voor dat hij te allen tijde verantwoording kan afleggen over de wijze waarop de stichting de speelrekeningen van de bij hem ingeschreven spelers beheert en te allen tijde de actuele statuten van die stichting en de door hem met die stichting gesloten overeenkomst kan overleggen.