Leidraad meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies
2 Meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie
Geldend
Geldend vanaf 29-04-2023
- Bronpublicatie:
14-04-2023, Stcrt. 2023, 11790 (uitgifte: 28-04-2023, regelingnummer: 2023-6233)
- Inwerkingtreding
29-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2023, Stcrt. 2023, 11790 (uitgifte: 28-04-2023, regelingnummer: 2023-6233)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Vennootschapsbelasting / Algemeen
De meldingsplicht geldt voor ‘Nederlandse’ intermediairs of relevante belastingplichtigen1.: zij zijn gehouden over zogenoemde meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies2. gegevens en inlichtingen3. te verstrekken aan de Belastingdienst.
Constructie
Het begrip ‘constructie’ is neutraal bedoeld. Een constructie kan veelvormig zijn, te denken valt bijvoorbeeld aan een transactie, handeling, overeenkomst, lening, afspraak, of een combinatie daarvan. Een constructie betekent tevens een reeks van constructies en een constructie kan uit verscheidene stappen of onderdelen bestaan. Waar een constructie begint en eindigt kan afhangen van het soort constructie en het toepasselijke wezenskenmerk.
Een aanpassing in een bestaande constructie kan leiden tot een nieuwe meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin als gevolg van een handeling een wijziging optreedt in een of meer deelnemers aan de constructie, de rechtsvorm van een deelnemer, de fiscale woonplaats van een deelnemer of de vorm van financiering (die gevolgen heeft voor de fiscale kwalificatie). Als een ander wezenskenmerk van toepassing is op de constructie door de aanpassing, zal in ieder geval sprake zijn van een (nieuwe) meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie en ontstaat aldus een meldingsplicht. Maar ook als geen ander wezenskenmerk van toepassing is, kan sprake zijn van een (nieuwe) meldingsplichtige constructie.
Grensoverschrijdende constructie en haar deelnemers
Een ‘grensoverschrijdende constructie’ is een constructie die meer dan één lidstaat van de Europese Unie (EU-lidstaat) of een EU-lidstaat en een derde land betreft. Tevens moet zijn voldaan aan ten minste één van de volgende voorwaarden4.:
- a)
niet alle deelnemers aan de constructie hebben hun fiscale woonplaats in hetzelfde rechtsgebied;
- b)
één of meer van de deelnemers aan de constructie hebben hun fiscale woonplaats tegelijkertijd in meer dan één rechtsgebied;
- c)
één of meer van de deelnemers aan de constructie oefenen een bedrijf uit in een ander rechtsgebied via een in dat rechtsgebied gelegen vaste inrichting en de constructie behelst een deel of het geheel van het bedrijf van die vaste inrichting;
- d)
een of meer van de deelnemers aan de constructie oefenen een activiteit uit in een ander rechtsgebied zonder in dat rechtsgebied hun fiscale woonplaats te hebben of zonder in dat rechtsgebied een vaste inrichting te creëren;
- e)
een dergelijke constructie heeft mogelijk gevolgen voor de automatische uitwisseling van inlichtingen of de vaststelling van het uiteindelijk belang.
Over het begrip ‘grensoverschrijdend’ wordt opgemerkt dat dit een verscheidenheid van situaties kan betreffen. Zo valt hieronder bijvoorbeeld ook de situatie van een juridische fusie tussen twee Nederlandse zustervennootschappen van een in het buitenland gevestigde moedervennootschap. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat hiermee per definitie sprake is van een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (zie Meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie).
Het begrip ‘deelnemer’ is niet gedefinieerd. Het zal van de omstandigheden van het geval, waaronder de specifieke constructie en het toepasselijke wezenskenmerk of onderscheidenlijk de toepasselijke wezenskenmerken, afhangen welke (al dan niet fiscaal transparante) personen deelnemer zijn. Een persoon moet enige mate van betrokkenheid bij de constructie hebben om deelnemer te zijn. Deze betrokkenheid kan onder andere bestaan uit het nemen van een bestuursbesluit, het ondergaan van boekhoudkundige gevolgen of het ondergaan van fiscale gevolgen. Een voorbeeld van een fiscaal gevolg is het verwerken van een corresponderende aanpassing ten gevolge van een onzakelijke transactie binnen de groep. Ook kan er sprake zijn van een grensoverschrijdende constructie met één deelnemer, zoals een overdracht tussen een hoofdhuis en haar in het buitenland gelegen vaste inrichting.
Over het begrip ‘rechtsgebied’ en ‘derde land’ wordt opgemerkt dat het in Europa gelegen deel (verder: Nederland) en de niet in Europa gelegen delen (Aruba, de BES eilanden, Curaçao en Sint Maarten) van het Koninkrijk der Nederlanden in dit verband als afzonderlijke rechtsgebieden of landen moeten worden beschouwd. Dit betekent dat sprake is van een grensoverschrijdende constructie als de deelnemers aan de constructie bijvoorbeeld enkel in Nederland en één van de genoemde andere delen van het Koninkrijk wonen of zijn gevestigd.
Meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie
Als een grensoverschrijdende constructie ten minste één van de in bijlage IV bij Richtlijn 2011/16/EU5. opgenomen wezenskenmerken bezit – soms in combinatie met het voldoen aan de ‘main benefit test’ (zie verder paragraaf 4) – is sprake van een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie (zie verder paragraaf 6).
Voetnoten
In artikel 10h, eerste lid, onderscheidenlijk zesde lid, WIB staat omschreven welke intermediairs, onderscheidenlijk relevante belastingplichtigen, een meldingsplicht in Nederland hebben (in de leidraad aangeduid met ‘Nederlandse’ intermediairs en relevante belastingplichtigen).
Zie artikel 2d, eerste lid, onderdeel b, WIB.
Zie artikel 10h, tweede lid, WIB.
Zie ook artikel 2d, eerste lid, onderdeel a, WIB.
Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PbEU 2011, L 64). Deze richtlijn is laatstelijk gewijzigd door Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen (PbEU 2021, L 104).