TvA 2020/12
Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad: reikwijdte ambtshalve toetsing consumentenrecht bij verlof tenuitvoerlegging in consumentenzaak
HR 08-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1731
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh en F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01115
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1731, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:769, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2019
- Wetingang
(art. 6:233/236 BW)
Essentie
Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad: reikwijdte ambtshalve toetsing consumentenrecht bij verlof tenuitvoerlegging in consumentenzaak
Preliminary questions to Supreme Court: extent of ex officio application of consumer law in request for recognition and enforcement in consumer case
Partij(en)
In de zaak van
STICHTING INTERMARIS,
gevestigd te Hoorn,
VERZOEKSTER in eerste aanleg,
hierna: De Stichting,
niet verschenen in de prejudiciële procedure,
tegen
[gerekestreerde],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in eerste aanleg,
hierna: [gerekestreerde],
niet verschenen in de prejudiciële procedure.
[…]
Uitspraak
2.10
Samengevat betekent het voorgaande dat de voorzieningenrechter die een verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.