Rb. Amsterdam, 06-09-2016, nr. CV EXPL 16-6259
ECLI:NL:RBAMS:2016:6037
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
06-09-2016
- Zaaknummer
CV EXPL 16-6259
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2016:6037, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 06‑09‑2016; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
- Vindplaatsen
AR 2016/2781
AR-Updates.nl 2016-1062
VAAN-AR-Updates.nl 2016-1062
Uitspraak 06‑09‑2016
Inhoudsindicatie
Werknemer heeft in beginsel aanspraak op bonus op voorwaarde dat hij van zijn werkgever een voldoende beoordeling krijgt van het functiejaarplan. De werkgever stelt het functiejaarplan niet vast en geeft ook geen beoordeling. Naar het oordeel van de kantonrechter handelt de werkgever hiermee in strijd met goed werkgeverschap en verlangt de redelijkheid en billijkheid dat de voorwaarde als vervuld heeft te gelden nu de werkgever, die belang had bij niet–vervulling van de voorwaarde, die vervulling heeft belet (art. 6:23 BW). De werkgever moet bonus betalen gebaseerd op een voldoende beoordeling en ook over de periode van non-actiefstelling nu het niet werken in die periode een oorzaak betreft die voor risico van de werkgever komt.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 4837765 CV EXPL 16-6259
vonnis van: 6 september 2016
fno.: 656
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
[eiser]
wonende te [plaats]
eiser
nader te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. E.H. Deur
t e g e n
de besloten vennootschap Securitas Kantoorpersoneel B.V.
gevestigd te Badhoevedorp
gedaagde
nader te noemen: Securitas
gemachtigde: mr. S.A. Stokla
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- dagvaarding van 15 februari 2016 met producties;- antwoord met producties;- instructievonnis;- dagbepaling comparitie.
De comparitie heeft plaatsgevonden op 5 juli 2016. [eiser] is in persoon verschenen, vergezeld door zijn gemachtigde. Voor Securitas zijn verschenen [naam 1] , [functie] en [naam 2] , [functie] , vergezeld door de gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Mr. Deur heeft zijn pleitnotities overgelegd. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:
1.1.
[eiser] , geboren op [datum] , thans derhalve 50 jaar oud, is op 1 maart 2014 voor de duur van een jaar in dienst getreden bij Securitas in de functie van Manager Area Sales, tegen een salaris van € 5.500,00 bruto per 4 weken, exclusief 8% vakantietoeslag en emolumenten.
1.2.
[eiser] kwam op basis van zijn functie en functiegroepindeling (functiegroep 1) in aanmerking voor het Annual Incentive Plan 2014. In het AIP staat vermeld: “Uitgangspunt is dat de AIP alleen wordt toegekend indien er bij het Functiejaarplan (FJP) minimaal een voldoende gehaald is; anders komt een medewerker niet in aanmerking voor AIP”. )(…) “Opbouw van AIP voor 2014 kent twee elementen, die gewogen in totaal 100% van je bonusmaximum optellen”. De twee elementen betreffen het Operating Result en de DSO. Verder zijn als voorwaarden in de AIP opgenomen:
Geen AIP bij datum indiensttreding na 30 juni van het jaar
Bij indiensttreding tussen 1 januari en 1 juli wordt AIP naar rato van de periode van het dienstverband berekend
Op peildatum 31 december 2014 in dienst. geen AIP bij voortijdig vertrek
(…)
AIP naar rato bij aaneengesloten afwezigheid/ verlof langer dan een maand ((zwangerschap)verlof, ziekte enz.)
Na besluit directie
1.3.
Bij een onvoldoende of matig beoordeling volgt geen AIP. Bij een voldoende beoordeling volgt 85% van de berekende AIP en bij een beoordeling Goed en Uitstekend volgt 100% van de berekende AIP.
1.4.
Ten behoeve van de bonusregeling is het document “Annual Incentive Plan 2014 Loran [eiser] ” opgemaakt. De targets AIP van [eiser] zijn hier niet op ingevuld.
1.5.
Securitas heeft [eiser] per 23 oktober 2014 vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden.
1.6.
Securitas heeft aan de deelnemers van het AIP 2014 64% van de maximale AIP uitgekeerd.
1.7.
Securitas heeft, ondanks de sommatie van [eiser] d.d. 20 november 2015, aan [eiser] geen bonus uitgekeerd.
Vordering
2. [eiser] vordert, na vermindering van eis ter zitting, dat Securitas bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:a. € 21.120,00 aan bonus 2014;b. wettelijke verhoging van maximaal 50% ex art. 7:625 BW;c. wettelijke rente over de bedragen onder a. en b. vanaf 1 maart 2015, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum;d. € 1.105,00 aan buitengerechtelijke kosten;e. de proceskosten.
3. [eiser] stelt daartoe dat hij aanspraak heeft op de bonus ingevolge het AIP 2014. Over 2014 zijn de bedrijfsdoelstellingen gehaald (Operating Result en DSO). Om vervolgens in aanmerking te kunnen komen voor een bonus moet [eiser] ten minste een voldoende scoren op de beoordeling van zijn Functiejaarplan. Met [eiser] is echter geen Functiejaarplan overeengekomen waarin zijn persoonlijke targets en doelstellingen zijn geformuleerd. Deze zijn ook niet anderszins vastgelegd. [eiser] heeft hier vanaf het begin van zijn dienstverband voortdurend op aangedrongen, maar dit heeft niet tot een vastlegging geleid. Ook heeft een beoordeling achteraf niet plaatsgevonden. Dat Securitas dit heeft nagelaten kan niet aan [eiser] worden tegengeworpen, en kan niet tot het oordeel leiden dat aan [eiser] geen bonus toekomt. Overige uitzonderingen doen zich niet voor. De formulering “na besluit van de directie” kan niet zodanig worden uitgelegd dat dit aan de directie de bevoegdheid geeft om, alhoewel aan alle vereisten voor een bonusbetaling is voldaan, alsnog niet tot uitbetaling over te gaan. Zelfs als die discretionaire bevoegdheid er wel zou zijn, dan is onduidelijk op grond van welke criteria de directie besloten heeft geen bonus aan [eiser] uit te betalen en is dit overigens, op grond van de feiten en omstandigheden van dit dossier, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De maximale bonus op basis van het AIP bedraagt 7,2 loonperiodes x € 5.500,00 = € 39.600,00 x 10/12 x 64% = € 33.000,00 bruto.
Verweer
4. Securitas heeft aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat blijkens de AIP aan een uitkering van de bonus de volgende voorwaarden verbonden zijn:
- -
de bedrijfsdoelstellingen moeten zijn behaald (het Operationeel Resultaat en de DSO);
- -
de beoordeling van het functiejaarplan moet minimaal een voldoende zijn; en
- -
uitzonderingen genoemd in het AIP moeten zich niet voordoen.
5. De bedrijfsdoelstellingen zijn deels behaald en om die reden heeft Securitas 64% van de maximale AIP 2014 uitgekeerd. Het functiejaarplan wordt elk kalenderjaar in de maand januari vastgelegd. Omdat [eiser] op 1 maart 2014 in dienst trad bij Securitas zijn de te behalen doelstellingen voor [eiser] niet vastgelegd in zijn functiejaarplan. Hij heeft hier ook niet op aangedrongen. Het functioneren van [eiser] kan echter wel degelijk, ook zonder functiejaarplan, beoordeeld worden. Voor [eiser] waren doelstellingen geformuleerd op basis van zijn functieprofiel waarbij de omzet- en resultaatdoelstellingen vervolgens zijn vastgelegd in het document Provisie Small & Medium Enterprises 2014. [eiser] haalde zijn doelstellingen niet. Naar het oordeel van Securitas omdat hij onvoldoende functioneerde: hij was te passief en werkte te veel op afstand. Hij is daarom per 23 oktober 2014 vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Indien [eiser] wel recht zou hebben op een bonus (hetgeen wordt betwist) zouden de maanden na de non-actiefstelling, de maanden november en december 2014, niet moeten worden meegeteld in de berekening van de bonus en zou hij bij een “voldoende” beoordeling recht hebben op een bonus van € 14.361,60 (85% van de berekende AIP).
6. De directie van Securitas heeft bovendien op basis van de formulering “na besluit directie” de bevoegdheid om – om haar moverende redenen – zowel positief als negatief af te wijken van de voorwaarden in de AIP. De directie heeft hiermee de bevoegdheid om niet over te gaan tot uitkering van een bonus. Dit levert zeker gelet op het functioneren van [eiser] geen strijd op met de redelijkheid en billijkheid.
7. Op grond van het voorgaande is Securitas niet gehouden een bonus aan [eiser] te betalen. Voor zover de kantonrechter van oordeel zou zijn dat [eiser] niet onvoldoende zou hebben gefunctioneerd geldt dat hij in elk geval niet “goed” of “uitstekend” heeft gefunctioneerd en zou hij maximaal recht hebben op een bonus van € 14.361,60. De eventuele wettelijke verhoging dient beperkt te worden, mede omdat [eiser] zolang gewacht heeft met het aanhangig maken van zijn vordering en de buitengerechtelijke kosten moeten afgewezen worden nu deze niet zijn onderbouwd en de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW dus niet kunnen doorstaan.
Beoordeling
8. De kantonrechter stelt voorop dat werkgever en werknemer zich, bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst moeten gedragen conform de vereisten van goed werkgeverschap respectievelijk goed werknemerschap. Dit brengt met zich mee dat de werkgever zich ook aan de vereisten van goed werkgeverschap moet houden bij de uitvoering van de bonusregeling.
9. Tussen partijen staat vast dat [eiser] op basis van zijn functie en indeling in functiegroep 1 in aanmerking kwam voor het Annual Incentive Plan 2014. Daarbij is als voorwaarde gesteld dat de AIP alleen wordt toegekend indien er bij het functiejaarplan minimaal een voldoende gehaald is. Securitas heeft echter noch een functiejaarplan voor [eiser] vastgelegd, noch hem een beoordeling gegeven op grond van het functiejaarplan en stelt zich hiermee op het standpunt dat dus aan [eiser] geen bonus toekomt. De reden waarom geen functiejaarplan is vastgelegd, is er volgens Securitas in gelegen dat [eiser] per 1 maart 2014 in dienst is getreden terwijl het functiejaarplan gewoonlijk in de maand januari wordt vastgelegd. Echter, niet gesteld of gebleken is dat dit vooraf aan [eiser] kenbaar is gemaakt. De AIP bepaalt overigens zelf dat bij indiensttreding tussen 1 januari en 1 juli de AIP naar rato van de periode van het dienstverband berekend wordt zodat [eiser] er vanuit mocht gaan dat hij bij indiensttreding per 1 maart aanspraak kon maken op een pro rata AIP 2014. Van Securitas mag als goed werkgever een grote mate van zorgvuldigheid worden verwacht bij de uitvoering van de bonusregeling. Daartoe behoort ook het vastleggen van een functiejaarplan en de beoordeling van de werknemer aan de hand van de vastgelegde criteria. Dit klemt te meer omdat de werknemer ernstig benadeeld wordt indien de werkgever dit achterwege laat omdat zijn bonus hiervan afhankelijk is. Het doet in dat verband niet ter zake of [eiser] wel of niet veelvuldig heeft aangedrongen op het vastleggen van het functiejaarplan. Niet in het geding is dat de verplichting om dit vast te leggen bij Securitas ligt en niet gesteld of gebleken is dat [eiser] zijn medewerking hieraan zou hebben onthouden. Nu Securitas heeft nagelaten het functiejaarplan vast te stellen handelt zij in strijd met het goed werkgeverschap. Het is mogelijk dat Securitas anderszins, dus niet op basis van het functiejaarplan van oordeel is dat [eiser] niet voldoende heeft gefunctioneerd, maar dat doet niet ter zake nu, om aanspraak te maken op de betaling van de AIP, het functioneren uitsluitend beoordeeld moet worden aan de hand van het functiejaarplan terwijl niet is gesteld of gebleken dat er sprake was van ernstig disfunctioneren zoals bijvoorbeeld het herhaaldelijk handelen in strijd met een bedrijfsregel.
10. Artikel 6:23 BW bepaalt dat wanneer de partij die bij de niet-vervulling van een voorwaarde belang had, die vervulling heeft belet, de voorwaarde als vervuld geldt indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen brengt naar het oordeel van de kantonrechter de redelijkheid en billijkheid met zich mee dat de voorwaarde van een “voldoende” beoordeling conform het functiejaarplan als vervuld moet worden beschouwd, hetgeen tot 85% van de berekende AIP leidt. Gelet op de non-actiefstelling en het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en de motivering van Securitas hierbij acht de kantonrechter te weinig aanknopingspunten aanwezig om van een hogere beoordeling (“goed” of “uitstekend”) uit te gaan. Voor zover in de woorden “na besluit van de directie” een discretionaire bevoegdheid van de directie gelezen moet worden – hetgeen zeker niet aanstonds voor de hand ligt – moet een beroep op een discretionaire bevoegdheid hier, gelet op hetgeen hiervoor onder 9. en 10. is overwogen, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid als onaanvaardbaar worden beschouwd.
11. Het voorgaande betekent dat Securitas aan [eiser] de AIP 2014 moet betalen. Deze moet gebaseerd zijn op een pro-rata dienstverband van 10/12 nu de non-actiefstelling eind oktober 2014 in beginsel, conform vaste jurisprudentie (ECLI:NL:HR:2003: AF3057, Van der Gulik/V&P) voor rekening en risico van Securitas als werkgever behoort te komen, en op basis van een voldoende beoordeling die tot 85% van de berekende AIP leidt. De berekening is dan als volgt: 7,2 x € 5.500,00 x 10/12 x 64% x 85% = € 17.952,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging die gelet ook op het tijdverloop zal worden gematigd tot 10%, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2015, de datum van opeisbaarheid van de AIP 2014.
12. Gelet op de correspondentie in het dossier tussen de gemachtigde van [eiser] en Securitas, acht de kantonrechter voldoende aannemelijk dat [eiser] kosten heeft gemaakt ter incassering van zijn vordering buiten rechte. De buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen conform het door de kantonrechter gebruikelijk te hanteren tarief.
13. Securitas wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.
BESLISSING
De kantonrechter:
veroordeelt Securitas tot betaling aan [eiser] van:
- € 17.952,00 bruto aan bonus 2014, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 10% en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2015 tot aan de voldoening;
- € 968,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
veroordeelt Securitas in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op:exploot € 94,08salaris € 600,00 (2 pnt a € 300,00)griffierecht € 471,00-----------------totaal € 1.165,08voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Securitas tot betaling van een bedrag van € 50,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en Securitas niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. M.D. Ruizeveld, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.