Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het merkenrecht
Artikel 4 Gemachtigde; Domiciliekeuze
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1996
- Bronpublicatie:
27-10-1994, Trb. 1995, 255 (uitgifte: 03-11-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2007, Trb. 2007, 23 (uitgifte: 01-02-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1. [Tot optreden bevoegde gemachtigden]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat een persoon die ten behoeve van een procedure voor het bureau als gemachtigde is aangewezen, bevoegd is om als gemachtigde voor het bureau op te treden.
2. [Verplichte vertegenwoordiging; domiciliekeuze]
a.
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat, ten behoeve van een procedure voor het bureau, een persoon die geen woonplaats en geen daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel op haar grondgebied heeft, zich doet vertegenwoordigen door een gemachtigde.
b.
Elke Verdragsluitende Partij kan, voor zover zij geen vertegenwoordiging verlangt overeenkomstig letter a, verlangen dat, ten behoeve van een procedure voor het bureau, een persoon die geen woonplaats en geen daadwerkelijke en wezenlijke inrichting van nijverheid of handel op haar grondgebied heeft, op dat grondgebied domicilie kiest.
3. [Volmacht]
a.
Wanneer een Verdragsluitende Partij toestaat of verlangt dat een deposant, een rechthebbende of een andere belanghebbende zich voor het bureau doet vertegenwoordigen door een gemachtigde, kan zij verlangen dat de gemachtigde wordt aangewezen in een afzonderlijk bericht (hierna te noemen ‘de volmacht’), voorzien van de naam van en ondertekend door de deposant, de rechthebbende of de andere belanghebbende, naar gelang het geval.
b.
De volmacht kan betrekking hebben op een of meer in de volmacht genoemde aanvragen en/of inschrijvingen, of, behoudens enige door de persoon die de gemachtigde aanwijst genoemde uitzondering, op alle bestaande en toekomstige aanvragen en/of inschrijvingen van die persoon.
c.
In de volmacht kunnen de bevoegdheden van de gemachtigde tot bepaalde handelingen worden beperkt. Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat indien de gemachtigde bevoegd is een aanvraag in te trekken of van inschrijving af te zien, dit uitdrukkelijk in de volmacht dient te zijn vermeld.
d.
Wanneer bij het bureau een bericht wordt ingediend door een persoon die zichzelf daarin gemachtigde noemt, terwijl het bureau, op het tijdstip van ontvangst van het bericht, niet in het bezit is van de vereiste volmacht, kan de Verdragsluitende Partij verlangen dat de volmacht bij het bureau wordt ingediend binnen een door haar te vast te stellen[lees: vast te stellen] termijn, met inachtneming van de in het Reglement voorgeschreven minimumtermijn. Elke Verdragsluitende Partij kan bepalen dat, wanneer de volmacht niet binnen de door haar vastgestelde termijn bij het bureau is overgelegd, het bericht van de genoemde persoon geen rechtsgevolg heeft.
e.
Wat betreft de voorwaarden voor de wijze van indiening en de inhoud van de volmacht, weigert geen enkele Verdragsluitende Partij de rechtsgevolgen aan de volmacht te verbinden,
- i.
wanneer de volmacht in schriftelijke vorm op papier wordt ingediend, indien deze, met inachtneming van het vierde lid, wordt ingediend op een formulier dat overeenkomt met het volmachtformulier, voorzien in het Reglement,
- ii.
wanneer de Verdragsluitende Partij de toezending van berichten aan het bureau per telefax toestaat en de volmacht aldus wordt toegezonden, mits de versie op papier die een dergelijke toezending oplevert overeenkomt, met inachtneming van het vierde lid, met het onder i) bedoelde volmachtformulier.
4. [Taal]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat de volmacht is gesteld in de door het bureau toegelaten taal of in een van de door het bureau toegelaten talen.
5. [Verwijzing naar de volmacht]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat elk bericht dat ten behoeve van een procedure voor het bureau door een gemachtigde aan het bureau wordt gericht, een verwijzing bevat naar de volmacht op grond waarvan de gemachtigde handelt.
6. [Verbod van andere voorwaarden]
Geen enkele Verdragsluitende Partij mag eisen dat aan andere dan de in het derde tot en met het vijfde lid genoemde voorwaarden wordt voldaan met betrekking tot de in die leden geregelde aangelegenheden.
7. [Bewijsstukken]
Elke Verdragsluitende Partij kan verlangen dat aan het bureau bewijsstukken worden verstrekt wanneer het bureau redelijkerwijs kan twijfelen aan de juistheid van een gegeven in een van de in het tweede tot en met vijfde lid bedoelde berichten.