Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het merkenrecht
Artikel 22 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1996
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in Maandbericht van juni 1996.
- Bronpublicatie:
27-10-1994, Trb. 1995, 255 (uitgifte: 03-11-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-2007, Trb. 2007, 23 (uitgifte: 01-02-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
1. [Eén aanvrage voor waren en diensten die tot verschillende klassen behoren; deling van de aanvrage]
a.
Niettegenstaande artikel 3, vijfde lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat bij het bureau alleen een aanvrage kan worden ingediend met betrekking tot waren of diensten die tot één klasse van de Classificatie van Nice behoren.
b.
Niettegenstaande artikel 6 kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat, wanneer waren en/of diensten die tot verschillende klassen van de Classificatie van Nice behoren in een en dezelfde aanvrage zijn vermeld, deze aanvrage tot twee of meer inschrijvingen in het merkenregister leidt, met dien verstande dat elk van deze inschrijvingen een verwijzing naar alle andere uit die aanvrage voortvloeiende inschrijvingen dient te omvatten.
c.
Niettegenstaande artikel 7, eerste lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie die een verklaring ingevolge letter a heeft afgelegd, verklaren dat een aanvrage niet kan worden gedeeld.
2. [Eén volmacht voor meer dan een aanvrage en/of inschrijving]
Niettegenstaande artikel 4, derde lid, letter b, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat een volmacht slechts betrekking kan hebben op één aanvrage of één inschrijving.
3. [Verbod van de eis tot certificatie van de handtekening onder een volmacht of aanvrage]
Niettegenstaande artikel 8, vierde lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat kan worden verlangd dat de handtekening onder een volmacht of de handtekening van de deposant door een ambtenaar of notaris voor eensluidend moet worden verklaard, gewaarmerkt, gelegaliseerd of anderszins gecertificeerd.
4. [Eén verzoekschrift voor meer dan een aanvrage of inschrijving betreffende een naams- of adreswijziging, een verandering van rechthebbende of correctie van een fout]
Niettegenstaande artikel 10, eerste lid, letter e, tweede en derde lid, artikel 11, eerste lid, letter h, en derde lid, en artikel 12, eerste lid, letter e, en tweede lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat een verzoek om aantekening van een naams- of adreswijziging, een verzoek om aantekening van een verandering van rechthebbende of een verzoek om correctie van een fout maar betrekking kan hebben op een aanvrage of een inschrijving.
5. [De overlegging van een verklaring en/of het verstrekken van bewijsstukken betreffende het gebruik van het merk bij vernieuwing]
Niettegenstaande artikel 13, vierde lid, onder iii, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat hij c.q. zij bij vernieuwing de overlegging van een verklaring en/of het verstrekken van bewijsmiddelen betreffende het gebruik van het merk verlangt.
6. [Inhoudelijk onderzoek bij vernieuwing]
Niettegenstaande artikel 13, zesde lid, kan elke Staat of intergouvernementele organisatie verklaren dat het bureau bij de eerste vernieuwing van een inschrijving betreffende diensten kan overgaan tot een onderzoek naar de inhoud van de inschrijving, met dien verstande dat dit onderzoek slechts strekt tot het uitsluiten van meervoudige inschrijvingen op grond van aanvragen die worden ingediend gedurende een termijn van zes maanden na de inwerkingtreding van de wetgeving van die Staat of organisatie die, vóór de inwerkingtreding van dit Verdrag, de mogelijkheid om dienstmerken in te schrijven heeft ingevoerd.
7. [Gemeenschappelijke bepalingen]
a.
Een Staat of intergouvernementele organisatie kan een verklaring ingevolge het eerste tot en met het zesde lid alleen afleggen indien, op het tijdstip van nederlegging van zijn c.q. haar akte van bekrachtiging van of toetreding tot dit Verdrag, de voortzetting van de toepassing van zijn c.q. haar wetgeving zonder die verklaring in strijd zou zijn met de desbetreffende bepalingen van dit Verdrag.
b.
Een verklaring ingevolge het eerste tot en met het zesde lid dient de akte van bekrachtiging van of toetreding tot dit Verdrag van de Staat of intergouvernementele organisatie die de verklaring aflegt, te vergezellen.
c.
Een verklaring ingevolge het eerste tot en met het zesde lid kan te allen tijde worden ingetrokken.
8. [Verlies van rechtskracht van de verklaring]
a.
Behoudens het in letter c bepaalde, verliest een verklaring ingevolge het eerste tot en met vijfde lid, afgelegd door een Staat die als ontwikkelingsland wordt beschouwd overeenkomstig de staande praktijk van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, of door een intergouvernementele organisatie waarvan elk lid zo'n Staat is, haar rechtskracht na afloop van een termijn van acht jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag.
b.
Behoudens het in letter c bepaalde, verliest een verklaring ingevolge het eerste tot en met het vijfde lid, afgelegd door een andere Staat dan de in letter a bedoelde, of door een andere intergouvernementele organisatie dan de in letter a bedoelde, haar rechtskracht na afloop van een termijn van zes jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag.
c.
Wanneer een verklaring ingevolge het eerste tot en met het vijfde lid niet is ingetrokken ingevolge het zevende lid, letter c, of niet haar rechtskracht heeft verloren ingevolge het in letter a of b bepaalde, vóór 28 oktober 2004, verliest deze verklaring haar rechtskracht op 28 oktober 2004.
9. [Partij worden bij het Verdrag]
Tot 31 december 1999 kan elke Staat die op de datum van aanneming van dit Verdrag lid is van de Internationale Unie voor de bescherming van de industriële eigendom (Unie van Parijs), zonder lid te zijn van de Organisatie, niettegenstaande artikel 19, eerste lid, onder i, Partij bij dit Verdrag worden indien merken kunnen worden ingeschreven bij zijn eigen bureau.