Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
3.1 Algemeen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Beoordeling feiten en omstandigheden
De IND beoordeelt de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met in achtneming van artikel 31, Vw.
Daden van vervolging
Artikel 3.36 VV beschrijft wat wordt verstaan onder daden van vervolging.
Actoren van vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag en van folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw.
Artikel 3.37a VV beschrijft wat wordt verstaan onder actoren van vervolging.
Actoren van bescherming
Artikel 3.37c VV beschrijft wat wordt verstaan onder actoren van bescherming. De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, Vw, als actoren van bescherming aan de vreemdeling bescherming kunnen of willen bieden.
Binnenlands beschermingsalternatief
Artikel 3.37d VV beschrijft wat wordt verstaan onder een binnenlands beschermingsalternatief. De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, Vw, als artikel 3.37d, VV van toepassing is. Paragraaf C2/3.4 Vc is van toepassing.