RvdW 2021/425
Arbeidsrecht. CAO. Representativiteitsvereiste; begrip ‘meerderheid van de in een bedrijfstak werkzame personen’; heeft minister in redelijkheid tot algemeen verbindendverklaring kunnen komen? Vordering paritaire organisatie tot nakoming cao-verplichtingen; beperking dictum tot werknemers die op nakoming aanspraak kunnen en willen maken?; betekenis HR 19 december 1997, NJ 1998/403 (CNV/Pennwalt) en HR 22 juni 2018, NJ 2019/148 (FNV/Inretail).
HR 09-04-2021, ECLI:NL:HR:2021:537
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 april 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/05562
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:537, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1068, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑01‑2020
- Wetingang
Art. 2 lid 1 Wet AVV
Essentie
Arbeidsrecht. CAO. Representativiteitsvereiste; begrip ‘meerderheid van de in een bedrijfstak werkzame personen’; heeft minister in redelijkheid tot algemeen verbindendverklaring kunnen komen? Vordering paritaire organisatie tot nakoming cao-verplichtingen; beperking dictum tot werknemers die op nakoming aanspraak kunnen en willen maken?; betekenis HR 19 december 1997, NJ 1998/403 (CNV/Pennwalt) en HR 22 juni 2018, NJ 2019/148 (FNV/Inretail).
Samenvatting
Ingevolge art. 2 lid 1 Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van cao’s (Wet AVV) kan de minister bepalingen van een cao die gelden voor een, naar zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.