NJ 2019/148
Arbeidsrecht. CAO. Kan werknemersorganisatie uit eigen hoofde nakoming vorderen van verplichtingen werkgever jegens werknemers en is daarbij relevant of werknemers op nakoming aanspraak kunnen en willen maken?
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:980, m.nt. B. Barentsen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02496
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
B. Barentsen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS45014:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:980, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2018
- Wetingang
Art. 8 lid 1, art. 9 Wet CAO
Essentie
Arbeidsrecht. CAO. Kan werknemersorganisatie uit eigen hoofde nakoming vorderen van verplichtingen werkgever jegens werknemers en is daarbij relevant of werknemers op nakoming aanspraak kunnen en willen maken?
Samenvatting
Een werknemersorganisatie die partij is bij een cao, kan als contractspartij uit eigen hoofde nakoming vorderen van in die cao opgenomen verplichtingen van een werkgever. Die vordering kan gericht worden zowel tegen een werkgeversorganisatie die partij is bij de cao als tegen individuele leden daarvan. Daarvoor is niet vereist dat er werknemers zijn die zich hebben verzet of die bezwaar hebben gemaakt tegen de handelwijze van hun werkgever. Uit HR ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.