Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 78 Deelname aan een terechtzitting via videoconferentie
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
02-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2094 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2094)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2094 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2094)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Wanneer gezondheidsredenen, veiligheidsredenen of andere ernstige redenen de vertegenwoordiger van een partij of van een in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbende beletten om fysiek aan een pleitzitting deel te nemen, kan deze vertegenwoordiger worden gemachtigd om er via videoconferentie aan deel te nemen. Deze regel geldt ook voor de partijen in het hoofdgeding wanneer zij krachtens de toepasselijke nationale procesregels bevoegd zijn om in rechte op te treden zonder bijstand van een advocaat.
2.
Het verzoek om aan de terechtzitting deel te nemen via videoconferentie wordt bij afzonderlijke akte ingediend zodra de oorzaak van de verhindering bekend is en vermeldt nauwkeurig de aard van de verhindering.
3.
De president beslist zo spoedig mogelijk op dit verzoek.
4.
Het gebruik van de videoconferentie is uitgesloten wanneer het Hof overeenkomstig artikel 79 van dit Reglement beslist tot behandeling met gesloten deuren.
5.
De technische voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om aan een zitting deel te nemen via videoconferentie worden nader bepaald in de Praktische aanwijzingen voor de partijen, die op basis van artikel 208 van dit Reglement zijn vastgesteld.