Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie
Artikel 80 bis Uitzending van terechtzittingen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2024
- Bronpublicatie:
02-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2094 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2094)
- Inwerkingtreding
01-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2094 (uitgifte: 12-08-2024, regelingnummer: 2024/2094)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
De terechtzittingen van het Hof kunnen worden uitgezonden. De uitspraak van arresten en het nemen van conclusies worden rechtstreeks uitgezonden. De pleidooien van partijen of de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden in een zaak die is verwezen naar de voltallige zitting, de Grote Kamer, of, bij wijze van uitzondering, wanneer het belang van de zaak dit rechtvaardigt, een kamer van vijf rechters, worden uitgesteld uitgezonden.
2.
Wanneer het Hof voornemens is een pleitzitting uit te zenden, stelt de griffier de partijen of de in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbenden hiervan in kennis bij de oproeping voor deze zitting.
3.
Indien een partij of in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbende van mening is dat de pleitzitting waarvoor zij/hij is opgeroepen, niet mag worden uitgezonden, brengt zij/hij het Hof daar zo spoedig mogelijk van op de hoogte, waarbij zij/hij de omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat van uitzending wordt afgezien gedetailleerd uiteenzet.
4.
De president beslist zo spoedig mogelijk op dit verzoek, de rechter-rapporteur en de advocaat-generaal gehoord.
5.
De video-opname van de uitgezonden pleitzittingen blijft tot een maand na de sluiting van de pleitzitting beschikbaar op de website van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
6.
Indien een partij of een in artikel 23 van het Statuut bedoelde belanghebbende van mening is dat de video- opname van een pleitzitting waaraan zij/hij heeft deelgenomen, van die website moet worden verwijderd, stelt zij/ hij het Hof daar zo spoedig mogelijk van in kennis, waarbij zij/hij de omstandigheden uiteenzet die dit kunnen rechtvaardigen.
7.
De president beslist onverwijld op dit verzoek, de rechter-rapporteur en de advocaat-generaal gehoord.
8.
Het Hof stelt bij besluit de nadere regels vast op grond waarvan de terechtzittingen worden uitgezonden. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.