Einde inhoudsopgave
Beleidsregels particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus 2019
3.2 Toestemming leidinggevenden
Geldend
Geldend vanaf 12-04-2019
- Bronpublicatie:
01-04-2019, Stcrt. 2019, 19733 (uitgifte: 11-04-2019, regelingnummer: 2387622)
- Inwerkingtreding
12-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2019, Stcrt. 2019, 19733 (uitgifte: 11-04-2019, regelingnummer: 2387622)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Voor leidinggevend personeel vindt een extra, ministeriële, controle plaats. Deze wordt gerechtvaardigd doordat de leidinggevende de mogelijkheid heeft het functioneren van het personeel en het bedrijf te beïnvloeden. Hij kan het personeel in het kader van de uitoefening van de functie aanwijzingen en opdrachten geven. De toestemming is dan ook niet alleen vereist voor de formele leidinggevende, maar ook voor de persoon die feitelijk het beleid met betrekking tot het personeel en het bedrijf bepaalt.
De toestemming voor leidinggevenden wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid verleend. Bij vergunningaanvragen dient aangegeven te worden wie als leidinggevenden in het bedrijf zullen functioneren. Een vergunning zal pas verleend kunnen worden als ook toestemming voor de leidinggevende wordt verleend. Zonder leiding kan een beveiligingsorganisatie of recherchebureau niet functioneren. Bij de toets van de leidinggevende zullen de betrouwbaarheid en bekwaamheid van de betrokken persoon worden beoordeeld.
De beoordeling vindt plaats binnen het hierna onder paragraaf 3.3 en 3.4 genoemde kader, waarbij in het bijzonder zal worden bezien of er omtrent betrokkene relevante feiten bekend zijn op grond waarvan kan worden aangenomen dat hij niet voldoende betrouwbaar of bekwaam is om leiding te geven aan een beveiligingsorganisatie of recherchebureau. In de beoordeling van de bekwaamheid wordt het curriculum vitae van de leidinggevende(n) betrokken.
De toestemming voor leidinggevenden wordt verleend voor een periode van vijf jaren. Indien hiertoe aanleiding bestaat, kan ervoor gekozen worden de geldigheidsduur van de toestemming voor een kortere duur dan vijf jaar te verlenen. Als de leidinggevende zelf ook beveiligingswerkzaamheden of recherchewerkzaamheden verricht is tevens toestemming van de korpschef dan wel de Commandant van de Koninklijke Marechaussee vereist. Voor deze toestemming geldt hetzelfde met betrekking tot de betrouwbaarheid en bekwaamheid van personeel zoals beschreven in onderdeel 3.3. en 3.4.