Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4a.2.11 Informatieverplichtingen
Geldend
Geldend van 15-07-2022 tot 01-04-2026
- Bronpublicatie:
05-07-2022, Stcrt. 2022, 18730 (uitgifte: 14-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22193953)
- Inwerkingtreding
15-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2022, Stcrt. 2022, 18730 (uitgifte: 14-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22193953)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien de aanvrager een mkb-ondernemer betreft bevat een aanvraag voor subsidie op grond van artikel 4a.2.2. ten minste de gegevens, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
2.
Onverminderd het eerste lid bevat een aanvraag voor subsidie op grond van artikel 4a.2.2 ten minste:
- a.
een verklaring de-minimissteun;
- b.
gegevens over de aanvrager, waaronder de naam van de organisatie, het nummer waarmee de onderneming is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel, het post- en bezoekadres en het rekeningnummer;
- c.
gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres;
- d.
een begroting waarin de totale kosten van de uitvoering van het cyberweerbaarheidsplan en de omvang van de gevraagde subsidie zijn opgenomen;
- e.
een cyberweerbaarheidsplan met daarin ten minste opgenomen:
- 1°
een zo concreet en expliciet mogelijke beschrijving van de aanleiding en de doelstelling van het cyberweerbaarheidsproject, inclusief:
- –
een plan van aanpak;
- –
welke resultaten worden opgeleverd; en
- –
de financiële haalbaarheid van het project;
- 2°
een inschatting en een beschrijving van de organisatorische en juridische uitdagingen, en risico’s, van het cyberweerbaarheidsproject. In de beschrijving wordt tevens ingegaan op hoe deze uitdagingen en risico’s vooraf inzichtelijk zijn gemaakt, wie de probleemeigenaren zijn, en hoe de risico’s gemitigeerd worden tijdens het uitvoeren en doorlopen van het cyberweerbaarheidsproject;
- 3°
een beschrijving van de kwaliteit van de samenwerking tussen de verschillende deelnemers aan het cyberweerbaarheidsproject waarin de volgende onderdelen terugkomen:
- –
de mate van de capaciteiten en de complementariteit van de deelnemers en of de deelnemers voldoende middelen hebben om deel te nemen aan het cyberweerbaarheidsproject;
- –
de kwaliteit van de projectorganisatie;
- –
de organisaties die betrokken zijn als projectpartner, en de belangrijkste stakeholders, en hoe het project aansluit bij de doelstellingen van de betrokken organisaties;
- –
de concrete bijdragen en activiteiten die de verschillende projectpartners binnen dit project leveren, per projectpartner beschreven; en
- –
of er afspraken zijn gemaakt rondom het intellectueel eigendom van het cyberweerbaarheidsproject na afloop van de subsidie;
- 4°
een beschrijving van de schaalbaarheid van het cyberweerbaarheidsproject waarin ten minste het volgende wordt opgenomen:
- –
op welke wijze de doorontwikkeling en opschaling van de gevonden oplossing, ontwikkelde dienst of product, na afloop van de subsidie zal plaatsvinden;
- –
hoe het cyberweerbaarheidsproject na afloop van de subsidie verder opgeschaald wordt om de cyberweerbaarheid van Nederlandse bedrijven en organisaties te vergroten;
- f.
een planning van de uitvoering van de activiteiten in het cyberweerbaarheidsplan;
- g.
een samenvatting van het cyberweerbaarheidsplan die door de minister kan worden gebruikt in voor een ieder toegankelijke publicaties.
3.
De aanvraag voor de vaststelling van de subsidie bevat ten minste:
- a.
gegevens over de aanvrager, waaronder de naam van de aanvrager en het door de minister verstrekte referentienummer;
- b.
de omvang van de vast te stellen subsidie en de kerngegevens voor de onderbouwing van de subsidievaststelling;
- c.
een samenvatting van de resultaten van het cyberweerbaarheidsplan die door de minister kan worden gebruikt in voor ieder toegankelijke publicaties.