NJ 2020/383
Geen noodweer(exces) met betrekking tot doodslag en poging doodslag tijdens mislukte ripdeal.
HR 16-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1054, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
18/02713
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS237589:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1054, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:311, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑11‑2019
- Wetingang
Art. 41 Sr
Essentie
Geen noodweer(exces) met betrekking tot doodslag en poging doodslag tijdens mislukte ripdeal. Proportionaliteitseis. Hevige gemoedsbeweging. Ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding.
Samenvatting
Bewezenverklaard is doodslag (feit 1) en poging doodslag (feit 2). In cassatie wordt, tevergeefs, geklaagd over ’s hofs verwerping van het beroep op noodweer(exces).
De Hoge Raad herhaalt de relevante overwegingen uit HR 22 maart 2016, NJ 2016/316, m.nt. Rozemond met betrekking tot de proportionaliteitseis (ro. 3.5.3) en het vereiste van ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding (ro. 3.4).
Het hof heeft aan de verwerping van het beroep op noodweer ten aanzien van feit 1 ten grondslag gelegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.