BNB 2014/259
Zorgvuldigheidsbeginsel noopt ontvanger niet de voor de aansprakelijkgestelde gunstigste aansprakelijkstellingsmethode te kiezen
HR 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2875, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/05364
- Noot
J.J. Vetter
- JCDI
JCDI:ADS919553:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Invordering (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2014
ECLI:NL:HR:2014:2875, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑2014
- Wetingang
Zorgvuldigheidsbeginsel; art. 33 lid 1 onderdeel a en lid 3 en art. 36b Invorderingswet 1990
Essentie
Zorgvuldigheidsbeginsel noopt ontvanger niet de voor de aansprakelijkgestelde gunstigste aansprakelijkstellingsmethode te kiezen
Samenvatting
In verband met de voorgenomen bouw van een appartementencomplex is een CV opgericht. Beherend vennoot van de CV was I BV, waarvan de aandelen voor 50% werden gehouden door een van de door belanghebbende beheerste vennootschappen en voor 50% door een vennootschap die door G werd beheerst. De CV heeft de over het vierde kwartaal 2008 verschuldigde omzetbelasting niet op aangifte voldaan. Op 25 februari 2009 is een naheffingsaanslag opgelegd, waarna op 7 april 2009 een melding van betalingsonmacht is gedaan. De Ontvanger heeft belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.