Smartengeld
Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/8.3.3:8.3.3 Toerekening van immateriële voordelen op vermogensschade
Archief
Smartengeld 1998/8.3.3
8.3.3 Toerekening van immateriële voordelen op vermogensschade
Documentgegevens:
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
In dezelfde zin Bolt 1989, p. 5.
En dat terwijl de waardering van immateriële schade al geen sinecure is.
Van een enigszins getrouw 'spiegelbeeld' zal hier moeilijk kunnen worden gesproken.
Vgl. HR 21 februari 1997, RvdW 1997,54 (Wrongful birth) r.o. 3.10 (slot): 'Veeleer moet ervan worden uitgegaan dat immateriële voordelen slechts in rekening behoren te worden gebracht bij de vaststelling van eventuele immateriële schade.' In dezelfde zin reeds Rb. Arnhem 14 december 1989, NI 1990, 362 (mislukte sterilisatie).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook de toerekening van immateriële voordelen op vermogensschade is in theorie wel denkbaar. Daarbij moet wel worden aangetekend dat substantiële immateriële voordelen als gevolg van een schadetoebrengende gebeurtenis zich in werkelijkheid niet dikwijls zullen voordoen1 en toerekening van dergelijke voordelen bovendien een probleem van waardering meebrengt.2
Niettemin komt het ook hier uiteindelijk aan op de vraag of toerekening redelijk is. Daarbij zal de vraag dienen te worden gesteld of nadeel en voordeel voldoende samenhang vertonen, maar een dergelijke samenhang springt, gegeven de aard van het nadeel en het voordeel, niet bepaald in het oog,3 waardoor gevallen waarin toerekening redelijk is mijns inziens niet goed zijn voor te stellen. In de rechtspraak wordt voordeelstoerekening in deze gevallen dan ook afgewezen.4