Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1214/2011 professioneel grensoverschrijdend transport eurocontanten over de weg tussen lidstaten eurozone
Artikel 5 Bewakingspersoneel van geldtransporten
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2012
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 316 (uitgifte: 29-11-2011, regelingnummer: 1214/2011)
- Inwerkingtreding
29-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 316 (uitgifte: 29-11-2011, regelingnummer: 1214/2011)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Wegvervoer
Verkeersrecht / Algemeen
1.
Alle leden van het bewakingspersoneel van geldtransporten voldoen aan de volgende eisen:
- a)
zij hebben geen relevante vermeldingen op een strafblad staan en beschikken over een goede reputatie en integriteit, naar bijvoorbeeld blijkt uit desbetreffende politiegegevens;
- b)
zij beschikken over een medisch attest waaruit blijkt dat zij lichamelijk en geestelijk geschikt zijn om hun taak te vervullen;
- c)
zij hebben met succes een specifieke initiatieopleiding van ten minste 200 uren gevolgd; opleidingen voor het gebruik van vuurwapens zijn daar niet inbegrepen.
De minimumeisen voor de onder punt c) bedoelde specifieke initiatieopleiding worden omschreven in bijlage VI. Het bewakingspersoneel van geldtransporten volgt ook, ten minste om de drie jaar, opleidingsactiviteiten op de gebieden bedoeld in punt 3 van bijlage VI.
2.
Ten minste één lid van het in het geldtransportvoertuig aanwezige bewakingspersoneel van geldtransporten beheerst op ten minste A1-niveau de talen die door de lokale autoriteiten en de bevolking worden gebruikt in de relevant gebieden van de lidstaat van doorvoer en de lidstaat van ontvangst. Het geldtransportvoertuig staat voorts via het controlecentrum van het geldtransportbedrijf in permanente radioverbinding met iemand die de talen die door de lokale autoriteiten en de bevolking worden gebruikt in de relevant gebieden van de lidstaat van doorvoer en de lidstaat van ontvangst, op ten minste B1-niveau beheerst, zodat effectieve communicatie met de nationale autoriteiten te allen tijde mogelijk is.